Search
1111 items
-
Edict ter zake van het beheer van onroerende goederen en kapitaal van minderjarige adellijke personen
(? 1746-07-18) waarbij adellijke persoenen op hun twintigste meerderjarig werden verklaard, is bij declaratie (? 1747-08-29) als volgt uitgelegd, dat zij pas na hun 25ste volledig over onroerend goed en kapitaal zouden mogen beschikken. Geconstateerd is echter, dat curatoren zich niet aan dit voorschrift houden. De koning verordent daarom, dat onroerend goed en kapitaal van minderjarige adellijke personen onder het beheer van curatoren en pupillen colleges dienen te blijven. De curatoren dienen jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen over het beheer.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Reglement ter zake van de competentieverdeling tussen de Krieges und Domainen Cammern en Justitz-collegia c.q. Regierungen
Het Instantiereglement regelt de de afbakening van bevoegdheden tussen rechterlijke en administratieve colleges en vervangt eerdere regelingen van 21 juni 1713 en van 25 april 1715. Als hoofdregel geldt dat justitiële aangelegenheden tot de bevoegdheid van regeringen en Justitzcollegia behoren, administratieve kwesties behoren tot de bevoegdheid van het General-directorium en van de Krieges- und Domänenkammern. Processen die private aangelegenheden en partijzaken betreffen vallen onder de bevoegdheid van de rechterlijke macht; zaken die hoofdzakelijk belastingen en domeinen betreffen, dan wel economische en politieke aangelegenheden (status oeconomicus et politicus), dan wel het algemeen belang betreffen, vallen onder het ressort van de Krieges und Domänen Cammern. Indien er sprake is van competentiegeschillen, ligt de beslissing bij de Krieges und Domänenkammern of bij het General Direktorium. Het reglement omschrijft de aangelegenheden die tot de exclusieve bevoegdheid van de Cammern dan wel van de Justitz-collegia behoren. Daarnaast bevat het reglement voorschriften met betrekking tot het procesrecht en de procesduurPlaats van uitvaardiging: Potsdam -
Edict ter zake van het in stand houden van zelfstandige van boerenhoeven
Zijne Majesteit verbiedt uit landsvaderlijke voorzorg adellijke vazallen, hoge en lage stiften, balies, domkapittels, kloosters, vrome stichtingen, steden en gemeenten boererijen zelf in exploitatie te nemen. Zij dienen op straffe van 100 dukaten boete vrijkomende boerderijen opnieuw met zelstandige boeren te bezetten. Dezelfde regel geldt ook voor koninklijke ambtenaren, die landerijen onder hun beheer hebben.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Edict ter zake van de inbeslagneming van het vermogen van deserteurs
Onder verwijzing naar edicten van 1 maart 1706, (? 1714-05-09), (? 1718-02-19) en (? 1743-06-12)wordt nogmaals bepaald dat vazallen, landzaten en onderdanen die uit de legers van Zijne Majesteit deserteren, ipso facto hun huidige en toekomstige uit erfenis te verwachten vermogen verbeuren ten gunste van de invalidenkas. De burgerlijke en militaire overheden dienen op strikte naleving toe te zien, en ervoor zorg te dragen, dat aan deserteurs op geen enkele wijze uit het geconfisqueerde vermogen voortvloeiende revenuen of rente worden uitgekeerd.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Vernieuwd en verscherpt edict ter zake van de aanhouding en vervolging van deserteurs
Geconstateerd wordt dat (? 1723-01-29), (? 1724-01-03) en (? 1726-08-05) onvoldoende effect sorteren. Daarom wordt de verplichting de paspoorten van militairen op doorreis te controleren, zoals vervat in (? 1722-08-02) en (? 1730-09-15)vernieuwd. Eenieder die wetenschap draagt van (voorgenomen) desertie dient daarvan, op straffe van lijfstraf, onmiddellijk aangifte te doen. Conform (? 1727-12-19) en (? 1738-06-28) dienen burgers en boeren zodra zij van desertie vernemen de klok te luiden en aan officieren op hun verzoek tegen contante betaling paarden voor de achtervolging ter beschikking te stellen. Indien boeren of burgers zelf deserteurs aanhouden dient aan hen een beloning te worden uitgekeerd door het regiment waartoe de deserteur behoorde. De uitgekeerde beloning wordt vervolgens met de General-Krieges-Casse verrekend. Indien ambtenaren, edellieden, burgers of boeren zich aan de opsporing van deserteurs trachten te onttrekken zullen zij worden gestraft met geldboeten of vestingstraf. Actieve hulp aan deserteurs wordt met de galg gestraft.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Vernieuwd edict ter zake van het verstrekken van geldleningen aan personen die onder ouderlijk gezag, voogdij of curatele staan
In het kader van de herziening van verordeningen die door zijn voorgangers zijn uitgebracht, hernieuwt Frederik II het verbod om zonder toestemming van ouder, voogd of curator, leningen te verstrekken aan minderjarigen of curandi, op straffe van confiscatie van het dubbele van de verstrekte lening. Driekwart van de boete valt toe aan het Potsdamse weeshuis, het vierde kwart is voor de denunciant.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Edict ter zake van het studeren aan binnenlandse universiteiten
Zijne majesteit constateert, dat eerdere verordeningen, die ingezetenen verplichting aan inheemse universiteiten te studeren niet voldoende worden nageleefd. Hij bepaalt daarom, dat aldegenen die in openbare dienst carrière willen maken, aan binnenlandse universiteiten dienen te studeren, en daarvan een testimonium moeten kunnen overleggen. De hoogleraren dienen erop toe te zien, dat de geïmmatriculeerde studenten zich als werkelijke studenten gedragen en hun verplichtingen nakomen.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Verordening ter zake van ketellappen en koperhandel
Op 1 juli 1749 is een contract gesloten met Peter Janssen en Henrich van Ham, wat bepaald dat van 1 januari 1750 tot het Triniteitsfeest in 1756 de koperhandel en het ketellappen aan hen verpacht is. Hen is daarbij toegezegd dat niemand gedurende deze pachtperiode mag handelen met koper of mag ketellappen zonder daarvoor behoorlijk gekwalificeerd te zijn. Verder is hen toegezegd, dat wanneer inwoners met zulke lieden handelen, koperwerk ruilen of huren of hun oud koper door hen laten lappen, hun koperwerk geconfisqueerd zal worden en zij de straffen opgelegd krijgen die zijn bepaald in (? 1739-12-10). De helft van de boete zal toekomen aan de pachters, de andere helft aan de jurisdictieheer. Indien deze nalatig blijft de boete te vorderen, mag de pachter aangifte doen bij het officie-fiscaal,in welk geval de boete toekomt aan de exploitenkas.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Rescript ter zake van brandpreventie
Alle metselaars en timmermannen moeten onder ede beloven geen gebouwen te bouwen waarbij de balken over en onder de schoorstenen, openhaard en ventilatieopeningen van de oven niet zijn weggezaagd en behoorlijk ingemetseld, waardoor het brandgevaar wordt weggenomen. Verder moeten zij zweren dat zij bij inspecties op brandgevaar op deze zaken letten en direct aangeven wanneer er sprake is van overtredingen van de bouwvoorschriften.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Verordening ter zake van de uitvoer van graan
(? 1749-12-30) ten vervolge wordt de uitvoer van granen uit Pruisisch Gelre verboden. Ambtenaren van in- en uitgaande rechten, magistraten, schepenen en gezworenen, alsmede koninklijke tollenaars en douanebemanten dienen op de naleving van het uitvoerverbod toe te zien, op straffe van in het geval van nalatigheid zelf voor de boete ansprakelijk te zijn. Het verbod dient op de gebruikelijke wijze gepubliceerd te worden, en bovendien door de rotmeesters bekend gemaakt te worden.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Rescript ter zake van brandgevaar
Alle metselaars en timmermannen moeten een eed afleggen voordat zij worden aangenomen. Zij moeten zweren nooit meer een gebouw te bouwen waarbij de balken over en onder de schoorstenen, openhaard en ventilatie openingen van de oven niet zijn weggezaagd en behoorlijk ingemetseld, waardoor het brandgevaar wordt weggenomen. Verder moeten zij zweren dat zij bij inspecties op brandgevaar op deze zaken letten en direct aangeven wanneer er sprake is van overtredingen. Op deze manier kunnen de eigenaars worden verplicht om zulke fouten te herstellen, of geen vuur meer te maken. Dit alles moet bekend worden gemaakt aan alle werkers in de bouw, alsmede aan de bouw organisaties in de steden en aan de concurrerende handwerkers op het platte land. Er moet op worden gelet dat deze bepalingen volledig worden nageleefd.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Circulaire order ter zake van de confiscatie van het vermogen van deserteurs en dienstweigeraars
(? 1743-06-12) en (? 1749-09-24) ten vervolge worden nadere voorschriften gegeven voor de confiscatie van het vermogen van deserteurs. Deserteurs dienen alvorens hun vermogen in beslag genomen wordt eerst driemaal gedaagd te worden vooor de krijgsraad van hun regiment, alvorens zij als deserteurs worden aangemeld bij het General-Ober-Finanz-Krieges-und Domänen-Directorium en het General-Auditoriat. In het geval het recruten en pas ingelijfden betreft, deze dienen vier maal te worden geciteerd, alvorens mag worden aangenomen dat zij willens en wetens gedeserteerd zijn. Hun citatie dient niet alleen door de militaire overheid te geschieden, maar ook door de burgerlijke overheid in hun woonplaats.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Vernieuwd edict ter zake van het studeren aan binnenlandse universiteiten
Het edict (? 1749-10-14) wordt herhaald. Onderdanen en vasallen die in de abtelijke dienst carrière willen maken moeten zich niet alleen voor de schijn aan binnenlandse universiteiten immatriculeren, maar hun studiën aldaar ook werkelijk volbrengen. De hoogleraren dienen daarop toe te zien alvorens hen een testimonium te geven.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Verordening ter zake van diefstalpreventie
In de steden en ambten van Staelen en Wachtendonk dient regelmatig door nachtwachten gepatrouilleerd te worden. Indien deze burgerwachten onraad constateren dienen zij de verdachten aan te houden en aan de burgerlijke overheid over te dragen. De lokale beambte dient de nachtwacht regelmatig te inspecteren en van die visitatie drie maandelijks verslag te doen. Leden van de nachtwacht die zich aan hun verplichtingen onttrekken riskeren een boete van drie goudgulden. De nachtelijke patrouilles dienen de bepalingen van (? 1725-04-19) ter bestrijding van vagebonden in acht te nemen.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Rescript ter zake van de beëdiging van rechterlijke officieren, schepenen en secretarissen
Conform het reglement van 19 juni 1749 (? 1749-06-19) wordt het jurisdictieheren en gerechten verboden nieuwe rechterlijke officieren en schepenen te beëdigen, alvorens zij door het Hof zijn geëxamineerd en geschikt bevonden.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Edict ter zake van de bestraffing van openbare geweldpleging
Ter bescherming van de ingezetenen, zowel in hun woningen als op de landsstraten, dient openbare geweldpleging met levenslange vestingsarbeid gestraftte worden, tenzij de omstandigheden zodanig waren dat de doodstraf de voorkeur verdient. Deze maatregel dient ervoor recidive te voorkomen. Ook moeten handlangers die op wacht stonden op deze manier worden gestraft.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Verordening ter zake van de verkoop van paardenhaar en varkenshaar
Aangezien de handel in paardenhaar en varkensborstels per 8 september 1750 voor de duur van zes jaar verpacht is, en bovendien is bepaald, dat deze verpachting niet ten nadele mag strekken van inheemse pruikenmakers in Pruisisch Opper-Gelre, wordt aan de bedienden van het koninklijke landlicent opgedragen erop toe te zien, dat vreemde handelaren zich niet met de handel in paardenhaar en varkensborstels inlaten.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Edict ter zake van diefstal met geweld en straatroof
Diefstal met geweld en straatroof gepleegd door benden of in vereniging dienen conform de criminele rechten gestraft te worden met de doodstraf, of ten minste met eeuwige vestingstraf, dan wel dwangarbied in tuchthuizen of spinhuizen.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Vernieuwde verordening over het wisselrecht
Ter bevordering van de handel en met het oog op een prompte justitie heeft Frederik II de verordeningen ter zake van het wisselrecht in de Pruisische landen, alsmede in Silezië en het graafschap Glatz laten doorlichten en van dubia laten ontdoen. In 71 artikelen wordt een uitvoerige regeling gegeven ter zake van het wisselrecht. De regeling gaat o.a. op de vraag welke personen aan het wisselrecht onderworpen zijn, handelingsbekwaamheid, handlichting, rechtshandelingen aangegaan door voogden en curatoren, minderjarigheid, geestelijken, vrouwen; op welke wijze men in wisselzaken dient te procederen, welke termijnen daarbij in acht genomen moeten worden, alsmede mogelijkheden voor het opwerpen van excepties; uitzonderingen voor speelschulden; hoger beroep in wisselzaken etc.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Verordening ter zake van het gebruik van de voorspan
De Commissio Regia verordent, dat men voor het vervoer van recruten geen gebruik mag maken van voorspan. Recruten en hun escorte dienen te voet te reizen. Een uitzondering wordt gemaakt voor zieke recruten en indien recruten van vrouw en kinderen vergezeld gaan.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Verordening ter zake van de administratie van het landlicent in Pruisisch Opper-Gelre
De indeling van licentkantoren (? 1746-12-10) wordt met ingang van Drievuldigheidszondag 1751 aangepast. In 22 artikelen wordt omschreven welke dorpen en gehuchten tot het ressort van welk licentkantoor behoren. Licentkantoren zijn voorzien te Geldern, Straelen, Wachtendonck, Aldekerck, Tönisberg, Reurdt, Rayen, Capellen, Kevelaer, Well, Bergen. Afferden, Middelaar, Broekhuyizen, Geysteren, Venray, Horst, Helden, Kessel, Baarlo, Lobberich, Grefrath en Vierssen.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Verordening ter zake van het slachten van vee
Om te voorkomen dat slachters het veelicent ontduiken, dienen zij alvorens te slachten aangifte te doen bij het licentkantoor van het district alwaar zij woonachtig zijn. Nalatigheid wordt gestraft met een boete, waarvan een derde deel voor de aanbrenger; indien er sprake is van uit het buitenland ingevoerd vee, waarover niet de vereiste rechten zijn betaald, dan wordt het desbetreffende vee geconfisqueerd.Plaats van uitvaardiging: Geldern -
Edict ter zake van het studeren aan binnenlandse universiteiten, gymnasia en scholen
(? 1749-10-14) ten vervolge, wordt opnieuw verordend, dat landskinderen enkel aan inheemse universiteiten, gymnasia en scholen mogen studeren, indien zij althans in aanmerking willen komen voor civiele of geestelijke ambten, of voor functies als kwartiermeester of auditeur. Adellijke personen die dit voorschrift in de wind slaan zullen coform (? 1748-01-16) met confiscatie van hun goederen worden gestraft. Het staats-ministerie, de landsregeringen, justitie-colleges, krieges- und Domänekammern etc. dienen op de naleving van de verordening toe te zien.Plaats van uitvaardiging: Berlijn -
Edict ter zake van de muntcirculatie
Het muntedict (? 1750-07-14) ten vervolge, wordt bekend gemaakt, welke Duitse gouden en zilveren munten in de Pruisische landen als wettig betaalmiddel zullen worden toegelaten; daarnaast wordt voor een aantal andere muntsoorten nadrukkelijk aangegeven, dat zij niet langer in circulatie mogen worden gebracht. Deze muntsoorten kunnen ter omsmelting worden aangeboden aan de koninklijke munthuizen.Plaats van uitvaardiging: Berlijn