for
Wenen

  • Open brief ter zake van Oostenrijks bestuur en rechtspraak in het veroverde Pruisisch Opper-Gelder

    Het Hof van Gelre te Roermond wordt voorlopig aangewezen als rechtbank van eerste aanleg en als hof van appèl en revisie voor Pruisisch Opper-Gelder. Het Hof verleent er provisiën van justitie, octrooien en akten van gratie op de gebruikelijke voet. Het Hof fungeert er tevens als leenhof, zoals vóór de Vrede van Utrecht (1713) gebruikelijk was. <br> Ten behoeve van de Keizerlijke en Koninklijke Administratie te Kleef wordt te Roermond een commissie (rekenkamer) ingesteld bestaande uit één raad en rekenmeester, één auditeur, twee adjuncten en één griffier. Deze <i>"Koninklijke Rekenkamer en Commissie tot het administreren der domeinen en financiën van 't voortijts Pruissens Gelderlandt"</i> wordt belast met het beheer van de financiën in het bezette Pruisisch Opper-Gelder. <br> De Staten van het Pruisisch Overkwartier dienen hun vergaderingen voort te zetten, om de orders van Hare Majesteit en haar geallieerden uit te voeren. Vanwege de belegering van de stad Geldern worden zij uitgenodigd om zich met hun archief naar Roermond te begeven.
  • AKTE TERZAKE VAN DE INSTELLING VAN DE "JOINTE COMMISE PROVISIONELLEMENT AU GOUVERNEMENT-GENERAL DES PAYS-BAS"

    Teneinde het bestuurlijk vacuum te vullen dat ontstaat door het vertrek van graaf Batthyany die benoemd is tot "ayo" of gouverneur van Joseph II stelt Maria Theresia een regeringsjunta in, die de taken van gevolmachtigd minister en landvoogd zal vervullen, totdat Karel van Lotharingen deze weer op zich kan nemen. Tot leden van de junta worden benoemd: de hertog van Aremberg, commandant-generaal; Steenhault, hoofdvoorzitter van de Geheime Raad; markies De Herzelles, superintendant en directeur-generaal van financiën; Schockaert, kanselier van de Raad van Brabant; en Henri Crumpipen, secretaris van staat en oorlog. De bevoegdheden van de junta komen overeen met die, zoals opgesomd in de patenten van de landvoogden en gevolmachtigd ministers.*
  • ROYALE DEPÊCHE TERZAKE VAN HET AANSLAAN EN ARRESTEREN VAN EFFECTEN TOEBEHOREND AAN DE ONDERDANEN VAN DE PRINS-BISSCHOP VAN LUIK

    (Het decreet is gebruikt als pressie-middel om de Prins-Bisschop te dwingen gezanten aan te wijzen voor een conferentie, te houden in Brussel, om een einde te maken aan de heffing van de zestigste penning, een Luikse belasting op de Maashandel. De tekst van de depêche is niet in P 7 geregistreerd).
  • DIPLOMA TERZAKE VAN DE SAMENVOEGING VAN DE COLLATERALE RADEN TOT EEN UNITAIRE RAAD VAN STATE

    De verordening regelt de samenstelling en bevoegdheden van de unitaire Raad van State. Het bestier van "domeinen en financiën" wordt toevertrouwd aan de directeur-generaal van financiën. Als zodanig zal een der staatsraden fungeren. De ministers die deel uitmaken van de Hoge Raad der Nederlanden te Wenen genieten voorrang boven die van de Raad van State. Zij hebben recht op extra emolumenten en zullen bij preferentie worden aangewezen als voorzitter van de Grote Raad van Mechelen, kanselier van de Raad van Brabant of als directeur-generaal van financiën. Ten behoeve van de directeur-generaal worden in de provinciën vier intendanten aangesteld. Oostenrijks Opper-Gelder wordt gesteld onder het toezicht van de intendant van financiën te Brussel. Bij de begeving van openbare functies dient voortaan meer gelet te worden op de geschiktheid van de kandidaten, dan op hun vermogen om voor de functie te kunnen betalen. Er worden regelingen getroffen voor de betaling der staatsraden. Het genot van dubbele gage wordt uitgesloten. Het diploma voorziet in de oprichting van twee kassen: een generale, voor de inkomsten van domeinen en financiën, en een krijgskas, te vullen met de jaarlijkse subsidies van de Staten der provinciën. De functies van superintendant van de militaire justitie, veëdor-generaal en contador worden gesupprimeerd. Ten behoeve van de militaire rechtspleging wordt een auditeur-generaal aangesteld. Revisie van diens vonnissen dient voorlopig te geschieden door de vier oudste raadsheren van state, in afwachting van een definitieve regeling van de militaire rechtspleging.
  • EDICT TERZAKE VAN DE HANDEL EN TERZAKE VAN DE VESTIGING VAN VRIJHAVENS TE TRIËST EN FIUME

    Onder verwijzing naar het tractaat met de Ottomaanse Porte van 17 juli 1718, terzake van het herstel van de wederzijdse handelsbetrekkingen, en naar de open brief van 2 juni 1717 en (?1719-03-15), decreteert Karel VI een aantal maatregelen ter bevordering van de handel in Binnen-Oostenrijk en via de Oostenrijkse zeehavens. Hij belooft handelaren vrije vestiging in Porto Ré en Vinodol (Binnen-Oostenrijk). Hij zal zorg dragen voor goede verbindingen en verleent Triëst en Fiume de status van vrijhaven om zo rechtstreekse en goedkope invoer van goederen naar het Oostenrijkse achterland mogelijk te maken. Het edict geeft een opsomming van de prerogatieven en immuniteiten van de nieuwe vrijhavens.
  • ROYALE DEPÊCHE AAN DE LANDVOOGD, EUGENIUS VAN SAVOYE, TERZAKE VAN DE BEVOEGDHEID VAN DE PROVINCIALE JUSTITIEHOVEN OM OCTROOIEN TE TOETSEN

    Karel VI verklaart dat het de provinciale hoven niet geoorloofd is zich bezig te houden met de geheime instructie, die Philips IV aan de landvoogdes Isabella heeft gegeven na het overlijden van aartshertog Albert. De provinciale hoven mogen niet roeren aan de vraag of de landvoogdes bevoegd is geweest om octrooien te verlenen, die in strijd zijn met het Eeuwig Edict van 1611 (PB 4.459). Deze depêche zal de provinciale hoven als wet dienen in alle processen betreffende dergelijke octrooien.
  • ROYALE DEPÊCHE AAN DE LANDVOOGD, EUGENIUS VAN SAVOYE, TERZAKE VAN DE BULLA UNIGENITUS DEI FILIUS

    Karel VI verklaart dat de Bulla Unigenitus Dei Filius* strikt moet worden nageleefd. Personen die zich hiertegen publiek en schandaleus verzetten, stellen zich bloot aan canonieke vervolging en zullen worden gestraft naar de wetten en gewoonten van het land. De provinciale hoven moeten actief samenwerken met de episcopale jurisdictie en behulpzaam zijn bij de tenuitvoerlegging van sententies en decreten der geestelijke rechters. Recours van een kerkelijke rechtbank op een provinciaal hof mag niet worden gedoogd. De raden-fiscaal zullen streng optreden tegen pamfletten en libellen, die gericht zijn tegen de Bulla. Opposanten zullen worden gestraft als verstoorders van de publieke rust.
  • PATENT VAN GENERAAL PARDON VOOR DESERTEURS

    Alle gedeserteerde militairen die zich binnen twee à drie maanden weer naar hun onderdeel begeven wordt amnestie beloofd. Na afloop van de gestelde termijn zullen de straffen van de militaire artikelbrief weer strikt worden toegepast.
  • GENERAAL PARDON VOOR DESERTEURS

    Alle gedeserteerde militairen en degenen die zich in vreemde krijgsdienst hebben begeven, die zich binnen twee maanden na publicatie van het generaal pardon weer naar hun onderdeel begeven, danwel de vreemde krijgsdienst verlaten en zich voor Zijne Majesteits dienst aanmelden, wordt amnestie beloofd. Wie de amnestie versmaadt zal naar de letter van de militaire artikelbrief worden gestraft.
  • EEUWIG EDICT TERZAKE VAN DE VERENIGBAARHEID VAN ADEL EN GROOTHANDEL

    Onder verwijzing naar de verordening van 1 april 1694 (PB 7.11), het octrooi van 7 juni 1698 (PB 6.472) en dat van 19 december 1722 (ROPBa 3.3.343), verklaart Karel VI "de notre certaine science, pleine puissance et autorité souveraine", dat groothandel te water en te land geen afbreuk doet aan adeldom. Het staat alle edelen derhalve voortaan vrij zelfs zonder speciale ontheffing groothandel te drijven of deel te nemen in handelscompagnieën. De noodzaak brieven van rehabilitatie te vragen komt hiermee te vervallen. Alle wetten, costumen en usantiën die tegen de nieuwe verordening indruisen worden terzijde gesteld.
  • PLAKKAAT VAN GENERAAL PARDON VOOR DESERTEURS

    Deserteurs, die zich vóór 1 juni weer naar hun regiment begeven en die reeds voor 15 februari 1761 waren gedeserteerd, wordt amnestie beloofd. Zij moeten alleen onder ede beloven niet meer opnieuw te zullen deserteren. Na 1 juni zullen de straffen der militaire artikelbrieven weer onverminderd worden toegepast.
  • DIPLOMA TERZAKE VAN EEN NIEUWE RECHTERLIJKE ORGANISATIE IN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN

    De rechtspraak kent voortaan in alle gevallen drie instanties: eerste aanleg, appèl en revisie. Van revisie zijn uitgesloten vonnissen die in tweede instantie gelijkluidend waren aan het vonnis in eerste aanleg. Alle justitiehoven in de Nederlanden worden opgeheven. Daarvoor in de plaats komt te Brussel een soevereine justitieraad, belast met de rechtspleging in de graad van revisie en met het toezicht op de civiele en criminele rechtspleging (?1787-04-03). Onder deze soevereine raad ressorteren twee hoven van appèl, één te Brussel voor Brabant, Limburg, Gelre, Vlaanderen, Henegouwen, Namen, Doornik, het Doornikse en Mechelen, de andere te Luxemburg voor de gelijknamige provincie. De heerlijke jurisdicties ten plattelande worden opgeheven. De rechtspleging in eerste instantie wordt toevertrouwd aan een nog onbepaald aantal van tribunalen van eerste instantie. Met uitzondering van de militaire rechtbanken worden alle (bijzondere) rechtbanken (waaronder de kerkelijke en die van de Universiteit van Leuven) opgeheven. Alle rechters zullen zich bij hun toelating onder ede moeten verplichten tot strikte naleving van (?1786-11-03).
  • DIPLOMA TERZAKE VAN DE VESTIGING VAN EEN NIEUWE VORM VOOR HET GOUVERNEMENT-GENERAAL DER NEDERLANDEN

    De collaterale raden en het staatssecretariaat worden opgeheven en vervangen door een Conseil du Gouvernement-Général des Pays Bas. De gevolmachtigd minister treedt voortaan qualitate qua op als hoofdvoorzitter en zegelbewaarder (art. 1-5). De indeling van de Oostenrijkse Nederlanden in negen kreitsen wordt aangekondigd (art. 6) ( 1787-03-12). De provinciale bestuursinrichting wordt sterk vereenvoudigd. Alle colleges van Gedeputeerde Staten worden per 31 october opgeheven. De Staten van Brabant, Vlaanderen en Henegouwen mogen elk één afgevaardigde aanwijzen, die als raadsheer verbonden zal worden aan de regeringsraad om geconsulteerd te worden over de financiën van zijn provincie. De overige gewesten mogen gezamenlijk twee gedeputeerden aanwijzen. De Staten van Gelre en die van Mechelen moeten hun zaken laten waarnemen door de Brabantse gecommitteerde (art. 8-12). Deze samenvoeging van gedeputeerden impliceert echter niet een samenvoeging van de provinciale kassen. De rechten van crediteuren der provincies worden gewaarborgd (art. 13). De hervorming treedt in werking op l november 1787 (art. 14). Een apart departement wordt voorzien voor de administratie der justitie (?1787-01-01_2).
  • DECREET EN ROYALE DEPÈCHE TERZAKE VAN HET VRIJE TRANSPORT VAN ERFENISSEN

    Karel VI gelast aan de landvoogd, Eugenius van Savoye, om bekend te maken, dat Zijne Majesteit heeft bepaald dat men erfenissen vrij van enig recht van transport mag overbrengen van het ene Oostenrijkse erfland naar het andere.
  • RESOLUTIE TERZAKE VAN DE HANDEL

    Zijne Majesteit besluit om de ontwikkeling van de handel in Binnen-Oostenrijk te stimuleren door het verlenen van privileges aan handelaren en ambachtslieden. Hij stelt ze vrije vestiging in het vooruitzicht. Hij schept mogelijkheden om de Adriatische zee te bevaren onder keizerlijke vlag. Hij belooft de handel te steunen en beschermen. Het wisselrecht dat in Neder-Oostenrijk geldt, wordt ook in Binnen-Oostenrijk afgekondigd.
  • ROYALE DEPÊCHE TERZAKE VAN DE ADMINISTRATIE DER JUSTITIE IN HET OVERKWARTIER

    De depêche, gericht aan de landvoogd Eugenius van Savoye, omschrijft de nieuwe personeelsformatie van het Hof van Gelre, dat wordt aangeduid als "conseil provincial" (in plaats van het gebruikelijke "conseil souverain"). Het Hof zal voortaan bestaan uit de kanselier, tevens stadhouder der lenen, twee raden costumier, drie raden van de lange tabberd en een fiscaal, die tevens als raad-ordinaris optreedt in niet-fiscale zaken. Daarnaast beschikt het Hof over de diensten van een griffier, een deurwaarder, twee bodes en een kapelaan. De gage van de kanselier wordt gesteld op duizend florijnen. De overige dignitarissen blijven hetzelfde honorarium genieten als voorheen, met dien verstande dat de momber nooit meer zal kunnen verdienen dan een raad-ordinaris. Bij afwezigheid van de momber moeten diens taken worden vervuld door de jongste raad-ordinaris, zonder extra vergoeding. De beide raden van de korte tabberd moeten minstens gedurende zes maanden per jaar aanwezig zijn. Zij mogen niet gelijktijdig absent zijn.
  • PATENT TERZAKE VAN DE PRAGMATIEKE SANCTIE

    De Open Brief heeft betrekking op de uniforme erfopvolging in alle landen van Zijne Majesteit en regelt die op zodanig wijze, dat nimmer een der samenstellende delen, ten gevolge van dynastieke perikelen, van het geheel zal kunnen worden afgescheiden.
  • GENERAAL PARDON VOOR DESERTEURS

    Alle gedeserteerde militairen die zich binnen twee & drie maanden weer bij hun onderdeel aanmelden, wordt amnestie beloofd. Na afloop van de gestelde termijn zullen de straffen van de militaire artikelbrief weer strikt worden toegepast.
  • ORDONNANTIE EN DECLARATIE TERZAKE VAN DE ONTBINDING VAN ONVRIJWILLIGE CONTRACTEN

    Bij wijze van interpretatie van art. 29 van het Eeuwig Edict van 1611 (PB 4.527) wordt ter bescherming van minderjarigen bepaald, dat zelfs indien zij vroegtijdig handelingsbekwaam zijn geworden door hun huwelijk of door het aanvaarden van een ambt, ook voor hen de regel geldt dat de tienjarige termijn, waarbinnen een onvrijwillig aangegaan contract geannuleerd kan worden, pas ingaat op het moment dat de minderjarige contractant "de volle ouderdom van 25 jaren compleet" heeft bereikt.
  • DECREET (a) AANGAANDE DE AFKONDIGING VAN HET PLAKKAAT (b) TERZAKE VAN DE ORGANISATIE VAN DE MILITAIRE JUSTITIE

    De verordening voorziet in de opheffing van alle militaire privileges en van alle militaire tribunalen in de Nederlanden, die bestaan krachtens anterieure ordonnanties en reglementen. Een nieuwe rechterlijke organisatie neemt hun plaats in. Men kan voortaan twee klassen van militaire justiciabelen onderscheiden: militairen der eerste klasse, namelijk zij die rechtstreeks ten laste komen van de keizerlijke krijgskas en militairen der tweede klasse, namelijk zij die ten laste komen van de Raad van Financiën. Ten behoeve van de militairen van de tweede klasse wordt een luitenant-auditeur-generaal benoemd. Deze moet zich in civiele zaken richten naar de militaire artikelbrieven (zoals die gelden voor de militairen van de eerste klasse) en het Romeins recht. Criminele processen van militairen der eerste klasse worden ge9nstrueerd door krijgsraden. Vonnis wordt gewezen door de keizerlijke Hofkrijgsraad. Militaire delicten van soldaten der tweede klasse zullen via de landvoogd aan de Hofkrijgsraad worden doorgegeven. Niet-militaire criminele en civiele delicten van deze klasse van justiciabelen zullen, na instructie door de krijgsraden, worden afgehandeld door de landvoogd, met assistentie van een speciale junta. Ten behoeve van de militaire strafrechtspleging zullen de verordeningen terzake van duellen, gegeven te Ebersdorf, 23 september 1682 en de penale en criminele ordonnanties van Karel V (Constitutio Criminalis Carolina) in het Frans en Vlaams worden vertaald. In eerste instantie zal men zich bij de instructie van processen naar deze verordeningen richten, met recours op de oude Nederlandse militaire wetgeving en tenslotte op het Romeinse recht. De verhouding tussen de krijgsraden en provinciale hoven van justitie op het stuk van de delicten die traditioneel tot de competentie van de hoven behoren wordt geregeld. Naast strafrechtelijke zaken worden onderwerpen van meer privaatrechtelijke aard aan de orde gesteld. De ordonnantie voorziet in speciale regelingen terzake van erfenissen van militairen: inventarissen en boedelbeschrijvingen zullen worden bewaard door de luitenant-auditeur-generaal. Er worden voorzieningen getroffen voor het aanstellen van mombers voor militaire wezen. Weduwen van militairen behouden het militair statuut, totdat zij door huwelijk met een burger van status veranderen. Voor zover zij handel drijven, vallen processen dienaangaande onder de burgerlijke rechter. De verordening behelst bepalingen terzake van huwelijkse voorwaarden van militairen, het instellen van reële actiën met betrekking tot onroerend goed, de vervolging van schuldenaren die dienst nemen om hun crediteuren te ontgaan, en bepalingen met betrekking tot criminelen die militair worden om zich aan hun competente rechter te onttrekken. Het wordt rentmeesters en thesauriers verboden zoals ook ten tijde van Karel II reeds verboden was arresten aan te nemen op de gage, of de onroerende goederen van militairen, anders dan krachtens sententie van de competente militaire rechter. Er worden voorzieningen getroffen voor de betaling van de luitenant-auditeur-generaal, zijn griffiers, "alguazils" (deurwaarders) en suppoosten; terwijl ook zijn plaats in de militaire hiërarchie wordt gedefinieerd. Voor de revisie van vonnissen van de krijgsraad wordt een speciale junta aangesteld onder voorzitterschap van de opperbevelhebber der strijdkrachten. De wijze waarop rechtsingang kan worden verkregen bij deze "Jointe suprême aux Pays Bas" en hoe men moet procederen tot cassatie, wordt uiteengezet. De landvoogdes is bevoegd om voorzieningen te treffen met betrekking tot hetgeen onverhoopt niet geregeld zou mogen blijken te zijn.
  • DIPLOMA TERZAKE VAN DE RECHTERLIJKE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE TE ROERMOND

    Het diploma regelt de samenvoeging van het Hof van Gelre en de magistraat van Roermond tot één lichaam met bestuurlijke, rechterlijke en financiële bevoegdheden, onder de naam van Provinciale Raad van het Hertogdom Gelre. De Provinciale Raad zal bestaan uit een kanselier, twee raden costumier en zeven gegradueerde raden. De Raad zal zitting houden in twee kamers. De eerste kamer, gevormd door de kanselier, de oudste costumiere raad, de twee oudste raden-ordinaris en de raad-fiscaal of momber, is competent voor de bestuurlijke en rechterlijke zaken die voorheen door het Hof werden behandeld. Bovendien is de Raad bevoegd in die zaken waarbij de tweede kamer, als opvolger van de magistraat, partij is. De eerste kamer spreekt recht bij arrest, zonder appèl. Revisie is slechts mogelijk "op propositie van erreur". In een dergelijk geval treden de jongste raad-costumier en vier raden-ordinaris, die niet bij de totstandkoming van het vonnis betrokken zijn geweest, op als reviseurs. Aanvulling van buitenaf is mogelijk als het belang van de zaak zulks vereist, of indien de magistraat partij in het geding is. De tweede kamer vervult de taken die van oudsher aan de magistraat van Roermond en het Hoofdgerecht waren toevertrouwd. Jaarlijks wordt door de voltallige raad een voordracht van drie opgemaakt uit de zes raden ordinaris de raad en momber is van de verkiezing uitgesloten waarvan één door de keizer tot burgemeester zal worden benoemd. De tweede kamer bestaat verder uit de jongste raad-costumier en de drie jongste raden-ordinaris. Voor zover appèl van magistraatsbeslissingen van oudsher mogelijk was, kan men thans in beroep gaan bij de kanselier en andere niet-betrokken raden. De tweede kamer onder leiding van de burgemeester is belast met de "politie" (taken van bestuur) en het beheer van de openbare (stads-) middelen. De kamers vergaderen gezamenlijk, indien de aard der problemen dat vereist. Beide kamers beschikken over een eigen griffier; het overige personeel bestaat uit de ontvanger en vier deurwaarders. Er is een afvloeiingsregeling getroffen voor de door de reorganisatie overbodig geworden raden en schepenen. De ontvanger van de Provinciale Raad moet jaarlijks een bedrag ter grootte van de uitgespaarde salarissen van de voormalige magistraat, secretarissen, ontvangers en deurwaarders van de stad Roermond betalen aan de ontvanger-generaal van het Overkwartier. Indien men binnen het Oostenrijks Overkwartier geen gequalificeerde edelen kan vinden om een vacante plaats van raad costumier op te vullen, dan mag men edelen uit de "gedemembreerde" delen van het Overkwartier daartoe aanzoeken. De Provinciale Raad krijgt het recht van voordracht op dezelfde voet als reeds bij patent van 12 september 1736 (ROPBa 3.5.119) werd toegestaan aan de provinciale hoven van Brabant, Luxemburg, Vlaanderen en Namen. Zijne Majesteit behoudt zich het recht voor om de verordening naar believen aan te passen en te wijzigen.
  • GENERAAL PARDON VOOR DESERTEURS

    Alle deserteurs van Hare Majesteits troepen in de Zuidelijke Nederlanden die voor 31 april 1741 terugkeren onder hun vaandel, wordt amnestie beloofd. Zij die er de voorkeur aan geven in een ander regiment te dienen, worden daartoe in de gelegenheid gesteld. Na 31 april zullen de straffen van de militaire artikelbrieven weer in alle gestrengheid worden toegepast.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE BESTRAFFING VAN VALSHEIDSDELICTEN

    Naast die vormen van valsheid, die volgens het "geschreven recht" met de dood strafbaar zijn, worden ook andere valsheidsdelicten, als het moedwillig produceren van valse akten, het opzettelijk vals beschuldigen van kapitale misdrijven, het geven van valse getuigenis terzake, en het aanzetten tot dergelijke delicten, met de dood strafbaar gesteld. Zelfs indien het ius scriptum of de plakkaten de doodstraf niet dwingend voorschrijven, wordt het de rechter aanbevolen toch naar deze remedie te grijpen. Indien de rechter tijdens een proces met enig valsheidsdelict wordt geconfronteerd, moet hij de officier van justitie een criminele actie terzake doen instellen. Rechterlijke officieren die nalaten valsheidsdelicten te vervolgen, riskeren ontzetting uit hun ambt. Indien zij de bedrijvers van dergelijke delicten begunstigen, dan wacht hun de doodstraf. Teneinde het aantal processen wegens meineed te beperken, wordt het notarissen verboden om bij het passeren van akten eden af te laten leggen.
  • AKTE TERZAKE VAN HET STEDELIJK BESTUUR VAN ROERMOND

    (?1737-10-02) ten vervolge, wordt de tweede kamer van het Hof van Gelre [de magistraat van Roermond, dus] uitgebreid met "raadsverwanten". Deze zullen jaarlijks worden benoemd door de landvoogd, op voordracht van het Hof van Gelre. Zij dienen te worden gekozen uit de renteniers, goede burgeren en handelaren van Roermond. Hun taak zal bestaan uit het verlenen van medewerking bij de administratie van politie en justitie, het passeren van testamenten en andere instrumenten van volontaire jurisdictie. Zij mogen zich niet inlaten met proceshandelingen, zoals die vóór 1737 aan de schepenen waren voorbehouden. Het salaris van de raadsverwanten zal voorlopig worden betaald uit de "recette générale des finances aux Pays-Bas", totdat de inkomsten van de magistraat voldoende zullen zijn om deze kosten te kunnen bestrijden uit de "excressance". (?1737-10-02) blijft overigens onverkort.
  • EDICT TERZAKE VAN ADELSTITELS, BLAZOENEN EN ERETEKENS

    Het edict van 14 december 1616 (?1724-02-14) blijft de basis van de wetgeving terzake van adelstitels, blazoenen en eretitels. De inhoud van de verordening wordt opnieuw weergegeven. Daarnaast worden ceremoniële voorschriften gegeven voor begrafenissen, waartoe (?1720-02-06) aan het eind van het edict ingevoegd wordt. Bovendien wordt het edict aangevuld met bepalingen ten aanzien van het dragen van degens, de versierselen van karossen, de aanspreektitels van ridders van het Gulden Vlies, gevolmachtigd ministers, veldmaarschalken, dames en andere notabelen. Het toezicht op de naleving van de verordening wordt toevertrouwd aan de wapenkoning en zijn herauten, verenigd in de heraldieke kamers, gevestigd in de residentie van elk provinciaal hof. De heraldieke kamer rapporteert elk trimester aan de raad-fiscaal over de aanhangige procedures. In overleg met hem moeten de wapenherauten zorg dragen voor de afhandeling van de thans hangende en onvervolgde processen. De raden-fiscaal kunnen bij preventie procederen tegen overtreders van onderhavige verordening. De proceskosten zullen pas worden voldaan aan het eind van elke procedure.