Plakkaten

Het Hof van Gelre verbiedt ten verzoeke van de momber op straffe van criminele vervolging de verspreiding van twee brochures, genaamd "La Nation Belgique & l'Empereur et Roi en date de 12. juillet 1787, & Bruxelles, de l'Imprimerie patriotique, MDCCLXXXVII" en "Bemerkingen op de Brieff van Sijne Majesteijt gedateert den 3. julii 1787, gevolgd op de vertooninge wegens die Seer Eerwaerdige en Edele Heeren Staeten van Brabant aen sijne voors. Majesteijt, gedaen den 22. junii lestleden, uyt de Patriotiksche Druckerije, MDCCLXXXVII"".

(?1787-03-12) ten vervolge, verklaart Zijne Majesteit dat de competentie van de kreitsintendanten zich slechts uitstrekt tot de "directie der publieke saeken" als intermediair tussen de regering en de subalterne administraties. Zij hebben geen jurisdictionele bevoegdheden.

(?1787-01-01/2) en (?1787-04-03) ten vervolge, wordt het ressort van het Tribunaal van eerste aanleg in het hertogdom Gelre exact omschreven. Per 1 mei 1787 zal het Tribunaal zijn werkzaamheden aanvangen op voet van (?1787-04-03).

(?1787-01-01_2) en (?1787-04-03) ten vervolge, wordt het ressort van het Tribunaal van eerste aanleg in het hertogdom Gelre exact omschreven. Per 1 mei 1787 zal het Tribunaal zijn werkzaamheden aanvangen op voet van (?1787-04-03).

Het reglement geeft onder verwijzing naar (?1786-11-03) regels voor de ontvangst van griffierechten en andere jura. Daarnaast behelst het reglement een overzicht van alle mogelijke kosten wegens proceshandelingen, alsmede een overzicht van de rechten, verschuldigd voor "definitieve" vonnissen.

Het reglement behelst nauwkeurige aanwijzingen voor het afhandelen van onbesliste processen in eerste aanleg, appèl of revisie, die nog onafgedaan zijn als op 1 mei 1787 het reglement terzake van de civiele rechtspleging (?1786-11-03) in werking treedt.

Het Hof van Gelre verbiedt, op straffe als bedreigd in de plakkaten, om de jacht te openen vóór 12 september.

Ten verzoeke van de momber, J.B. Stuers, verbiedt het Hof van Gelre, wegens de aanhoudende regen die de oogst vertraagt, eerder dan twaalf september de jacht te openen.

Het Hof van Gelre schrijft voor dat advocaten op de eerste rolzitting een volmacht ad lites moeten overleggen en een inventaris van te wisselen stukken, zoals reeds voorgeschreven krachtens (?1749-01-22). Indien zij in gebreke blijven, riskeren zij de straffen bedreigd in GLS 5.8.14&16, vermeerderd met een boete van drie ducatons voor elk verzuim.

Om te voorkomen dat een dysenterie-epidemie zich verder uitbreidt, bepaalt het Hof van Gelre, dat domestieken van uitheemse origine als zij ziek worden niet naar huis teruggestuurd mogen worden. Zij moeten worden verpleegd in hun huidig domicilie op kosten van de gemeente. Bij herstel zullen de kosten op hen worden verhaald.

Het verbod drenkelingen te verplaatsen, zoals vervat in GLS 6.2.5.19, heeft alleen betrekking op onmiskenbaar overleden drenkelingen. Het wordt aanbevolen drenkelingen eerste hulp te verlenen en men is verplicht ze daartoe in huis toe te laten. Zodra een overleden drenkeling wordt aangetroffen, moet de officier ter plaatse worden verwittigd. De kosten van hulp aan onvermogende drenkelingen zullen door de gemeente worden gedragen. Een overzicht van aanbevolen eerstehulpmethoden is bijgevoegd.

Hare Majesteit verklaart dat de beoefening van de artes liberales niet derogeert aan adeldom. Kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en architecten hoeven zich niet in te schrijven bij enig ambacht of gilde, zolang zij zich tenminste niet inlaten met de "mechanieke" werken die aan zulke gilden zijn voorbehouden. Graveurs hoeven geen octrooi aan te vragen op hun werk, mits zij het eerst tonen aan de Raad van Financi‰n.

De verordening geeft een opsomming van een groot aantal agrarische delicten met de bijbehorende straffen. Die straffen worden verzwaard, indien bij het plegen van het delict afscheidingen worden verbroken of sloten en greppels gevuld. Hetzelfde geldt, indien het delict 's nachts wordt gepleegd. Een recidiverende houtdief zal met hout behangen aan de kaak worden gesteld. Delinquenten die zich gewapenderhand tegen de officier of diens veldschutten verzetten, zullen met de galg worden gestraft. Ouders zijn aansprakelijk voor hun kinderen, meesters voor hun knechten. Reële executie kan plaatsvinden aan hun persoon of hun goederen. Insolvente overtreders worden op water en brood gezet. De delinquent is, conform GLS 6.1.2.2, gehouden tot schadevergoeding. Alle amenden zijn executabel krachtens deze verordening "niet tegenstaende eenige appellatie, revisie ofte oppositie". De verordening moet jaarlijks in de maanden maart en october opnieuw worden gepubliceerd.

Binnen een afstand van driehonderd keizerlijke "toisen", zijnde achttienduizend voeten, van de voet van de glacis van fortificatiën mogen geen nieuwe bouwwerken worden opgetrokken. Ook het graven van putten en kelders is er niet toegestaan. Reeds bestaande gebouwen mogen blijven bestaan, zolang het belang van de dienst zich daartegen niet verzet.

De verordening is een compilatie van de belangrijkste bepalingen van de verordeningen van 4 november 1551 (PV 1.628), 28 september 1566 (PB 3.208), 13 november 1600 (ROPBa&i 2.1.114), (?1677-08-29) en 16 october 1713 (ROPBa 3.2.483). Alleen degenen die in opdracht van de landvoogd of andere hoge officieren voor staatszaken onderweg zijn en personen aangesteld door de postmeester-generaal of diens gecommitteerden, mogen de posthoorn dragen en steken. Relais- en postpaarden mogen niet ter beschikking worden gesteld van het gewone reizigersverkeer. Stedelijke boden mogen alleen post vervoeren tussen de steden waarvoor ze zijn aangesteld. In elk van die plaatsen mogen zij voor hun huis of logement een briefkas, met vermelding van hun route, laten plaatsen. Post van en naar het buitenland mag alleen worden verwerkt door daartoe door de postmeester-generaal aangestelde personen. Beurtschippers en diligencevoerders mogen alleen post vervoeren op plaatsen waar geen kantoor is gevestigd. Indien zij deze bepaling, al dan niet in opdracht, overtreden, riskeren zij of hun principalen een boete van honderd gulden. De rechterlijke officieren dienen ter instantie van de postmeester-generaal personen aan te houden, die van een dergelijke overtreding worden verdacht. Zij mogen de gewone reizigers echter niet hinderen. De diverse overheden, en ook het personeel van de Audiëntie, moeten een strikt onderscheid maken tussen portvrije dienstpost en post waarvoor de normale porti zijn verschuldigd. Ten onrechte als dienstpost aangemerkte stukken zullen als onbestelbaar op de comptoiren achterblijven. Koeriers en anderen "te post reysenden" moeten hun paarden betrekken in de plaats waar zij overnacht hebben. Zij dienen langs de grote wegen en door de steden te reizen. De postmeester is daarbij aanspreekbaar voor de overtredingen van zijn knechten. Indien hij zich verzet tegen het betalen van de hem opgelegde boetes, moet de zaak worden voorgelegd aan de burgemeester of eerste schepen ter plaatse, die op grond van een simpel rapport, zonder figuur van proces, uitspraak zal doen. Van zijn beslissing kan men bij de volle magistraat in beroep gaan. Deze wijst vonnis bij arrest, doch eerst nadat de opposant borgen heeft gesteld voor de kosten van de procedure.

De Geheime Raad bepaalt dat, indien een pastoor parochiële tienden blijvend wil vervreemden, hij daartoe eerst octrooi moet verzoeken. Indien andere tiendheffers hun tienden aan de pastoor willen overdragen, dan is een dergelijke formele toestemming niet vereist.

Het edict schrijft de strikte naleving voor van art. 61 van de Criminele Ordonnantie van 5 juli 1570, dat rechters verbiedt kapitale delicten licht te straffen. Domestieke diefstal dient derhalve als kapitaal delict in beginsel met de dood gestraft te worden. Slechts indien de diefstal van gering belang is, mag de rechter deze straf vervangen door geseling, schavotstraf of verbanning. De straffen voorgeschreven voor andere enkelvoudige of gekwalificeerde diefstallen blijven ongewijzigd. Meesters die aangifte doen van diefstal door hun knechten, krijgen de garantie dat zij niet de kosten van de criminele vervolging zullen hoeven dragen. De raden-fiscaal dienen erop toe te zien, dat de rechterlijke officieren terstond informatie inwinnen, zodra zij in kennis zijn gesteld van domestieke diefstal.

Vanwege de landvoogd wordt het eenieder verboden katoen of lijnwaad te bedrukken of beschilderen tot 26 juni 1778, wanneer het octrooi, daartoe aan een Antwerpse associatie verleend, komt te vervallen, op straffe van een boete van honderd gulden ten bate van die associatie, alsmede verbeurte van gereedschappen, getouwen en grondstoffen. De deurwaarders van de Geheime Raad of van de Grote Raad zijn uit kracht van deze ordonnantie bevoegd de nodige exploten te verrichten.

Volgens de ordonnantie van 20 november 1765 mogen onderdanen van Hare Majesteit zich niet zonder toestemming van haar of de landvoogd buiten de Nederlanden vestigen, op straffe van verbeurte van hun goederen, eeuwige verbanning en onterving. (?1764-05-12) en (?1738-07-31_1) moeten bovendien strikt worden gehandhaafd. Door middel van de interpretatie van 20 november 1766 wordt deze wet alleen van toepassing verklaard op emigratie naar landen, die op hun beurt emigratie van de eigen inwoners naar de Nederlanden beletten.

Het winnen of fabriceren van salpeter zonder toestemming van Hare Majesteit wordt verboden. Alle verleende concessies worden ingetrokken. Concessionairs mogen overal salpeter winnen, mits zij de grondeigenaar of de huurders een financiële vergoeding geven, waarvan de hoogte arbitrair door de wethouders kan worden vastgesteld. Salpeterwinners staan onder de speciale bescherming en sauvegarde van Hare Majesteit. Alle anterieure verordeningen terzake blijven van kracht, voor zover de onderhavige er niet aan derogeert.

Zijnde epauletten of schoudernestels militaire onderscheidingstekens, wordt het verboden om domestieken en livreiknechten met dergelijke versierselen uit te dossen, op straffe van driehonderd gulden boete.

De gevolmachtigd minister verbiedt het Hof van Gelre om voortaan op eigen houtje provisionele ordonnanties terzake van de muntcirculatie uit te vaardigen. In voorkomende gevallen moeten kanselier en raden handelen in overleg met de Staten van het Overkwartier of hun gedeputeerden. Indien er een onverenigbaarheid van opinies bestaat, moeten Soevereine Raad en Staten zich afzonderlijk tot de Brusselse regering wenden en de toestand voorlopig ongewijzigd laten.

De Raad van Financi0n heeft aan de Staten van het Overkwartier het recht verleend enige opgeheven kantoren van in- en uitgaande rechten te heropenen, teneinde de "abonnementspenningen"* te kunnen opbrengen. De hoofdofficieren van in- en uitgaande rechten worden gemachtigd om commissiebrieven uit te schrijven voor degenen die door gedeputeerden der Staten zullen worden aangewezen om deze bureaux te bemannen. De nieuw aangestelde officieren worden belast met het afgeven van depÆches voor de uitvoer en doorvoer van goederen, volgens bijgevoegd formulier. Goederen van eigen fabrikaat en produkten van eigen bodem zijn vrij van uitgaande rechten, evenals buitenlandse goederen die na aankoop door tussenhandelaren opnieuw worden uitgevoerd. In de instructie is een nieuw transito-tarief opgenomen. Voor het overige bevat de instructie voorschriften voor de ambtsvervulling der nieuw aangestelde functionarissen.