Plakkaten

(? 1723-04-28), (? 1726-06-22) (? 1742-10-20)en (? 1744-07-08) ten vervolge worden strengere maatregelen afgekondigd ter voorkoming van bos- en heidebranden ten gevolge van onvoorzichtig vuur maken en tabak roken. Het edict richt zich o.a. tegen het vernielen van waarschuwingsborden tegen brandgevaar, het maken van vuur bij het vissen 's nachts, tijdens de oogst, bij het laden en lossen van gewassen, hooi, hout en turf, bij het dorsen, verhakselen en tot veevoer vermalen in schuren en gebouwen, voorzien van strodaken etc. Moedwillige overtreding van deze verboden wordt gestraft met de Spaanse mantel, gevangenis op water en brood, of drie maanden vestingstraf. De aanbrenger geniet een beloning van 25 thaler ten laste van de overtreder. De veroderning moet op de gebruikelijke plaatsen in de steden en dorpen worden gepubliceerd en bovendien worden aangeplakt bij herbergen en gasthuizen. Bovendien moet het edict tussen maart en september jaarlijks vier maal vanaf de kansel worden voorgelezen op zondagen, na de eredienst.

De verordeningen (? 1729-09-26), (? 1731-10-25), (? 1755-12-20) en (? 1756-03-16) ten vervolge, wordt het verbod van de uitvoer van goud en zilver herhaald. Goud en zilver mag enkel ter omsmelting worden aangeboden aan de Pruisische munthuizen, of hun leveranciers en commiezen. Indien een christelijke koopman zich aan uitvoer van edele metalen schuldig maakt wordt hij gestraft met verlies van het edel metaal en een boete van het dubbele van de waarde. Indien het een joodse koopman betreft verliest hij daarenboven ook zijn beschermbrief.

Ten behoeve van het slechten van de fortificatiën van Geldern dienen de ampten en dorpen van Pruisisch Gelre karrendiensten en pioniers te leveren op voet van de matrikel.

Onder verwijzing naar (? 1752-03-28) en (? 1753-09-15) wordt de invoer van vreemde pasmunt (tweestuiverstukken) nogmaals verboden.

Aangezien de regels ter zake van de verkoop van kalenders gedurende de oorlog niet zijn nageleefd, wordt het opnieuw op straffe van boete verboden in de Pruisische landen kalenders te importeren, verkopen of te bezitten, die niet zijn voorzien van het stempel van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Verkoop van goedgekeurde kalenders mag alleen geschieden door door de academie aan te wijzen verkopers. Te importeren paketten met kalenders dienen door de licentbeambten te worden verzegeld. de regels met betrkking tot de Berlijnse Hoogduitse en genealogische kalender blijven ongewijzigd.

Naar aanleiding van de constatering dat buitenlandse porceleinkramers en marskramers zich tevens onledig houden met het opkopen van lompen, verbiedt de Commssio Regia het opkopen van lompen op straffe van confiscatie en een boete van zes goudgulden. Bedienaren van tollen en licenten dienen waakzaam te zijn tegen overtreders.

Ter bescherming van de verpachte handel in paardenhaar en varkensborstels wordt bekend gemaakt, dat neringdoenden bewijs moeten kunnen overleggen van de pachter.

In aansluiting op (? 1763-04-21)worden nadere voorschriften gegeven, hoe betalingen bij publieke kassen en in de algemene handel dienen te worden verrricht. Ten einde te bevorderen dat de nieuwe Brandenburgse munt ruim voorradig is worden de muntondernemers verzocht tijdig in de Pruisische provinciën bureaus in te richten. De tarieven van accijnzen, tollen, contributiën, pachten, imposten, afdrachten aan krieges- und domänenkammern etc. luidenn allemaal conform de in 1750 vastgestelde muntvoet. Bij omrekening naar de nieuwe Brandenburgse munt geldt voor verschillende muntsoorten een wettelijk agio, volgens bijgevoegde tabel. In het kader van het edict worden tevens straffen bedreigd tegen het snoeien ("kippen und Wippen") van munten. Speciale maatregelen gelden voor de circulatie van Saksische munten. Overtreding van het edict wordt gestraft met confiscatie en vestingstraf of lijfstraf.

De lokale besturen in Pruisisch Gelre worden aangemaand binnen 10 dagen oorlogsschadetabellen in te dienen. ook particulieren, die menen bovenmate met vorderingen of diensten belast te zijn kunnen zich melden.

Vazallen die tijdens de afgelopen oorlog verzuimd hebben hun leen te verheffen, worden gemaand zulks alsnoch binnen vier weken te doen, op straffe als bedreigd in het rescript van 6 juni 1755.

Op straffe van nietigheid en fiscale censuur dienen de lagere overheden alle openbare verkopingen, zowel vrijwillige als gerechtelijke, via advertenties in het Intelligentz-Cedule bekend te maken.

Zijne Majesteit heeft de geheimraad Behmer aangesteld als arbitrage rechter ter zake van de loterijen. Het Justitz-collegium dient de subalterne gerichten daarvan in kennis te stellen.

(? 1714-08-08), (? 1731-09-19) en (? 1744-09-12) ten vervolge, wordt geconstateerd, dat het verbod van hasardspelen onvoldoende wordt nageleefd. De desebtreffende verordeningen worden daarom hernieuwd met bevel aan alle wereldlijke en militaire overheden toe te zien op een strikte naleving en overtreders op straffe van Zijne Majesteits ongenade zonder oogluiking te straffen.

(? 1763-03-01) ten vervolge bepaalt de koning, dat aangezien Kleef en Gelre geen werfkantons zijn, dat uit deze gewesten afkomstige deserteurs, die zich daar tijdens de oorlog opnieuw metterwoon hebben gevestigd, blijvend van alle aanspraken op krijgsdienst bevrijd zullen zijn. De veordening dient eveneens gedurende de periode van het generaal pardon vanaf de kansel te worden gepubliceerd.

Deserteurs en personen die uit vrees voor werving het land verlaten hebben, die binnen drie maanden na publicatie gehoor geven aan de oproep om terug te keren zullen amnestie genieten. Het generaal pardon dient gedurende zijn looptijd wekelijks op zondag vanaf de kansel te worden gepubliceert.

Het Justitz-Collegium gelast, in samenspraak met de regering te Kleef, het houden van een vagebondenjacht tegen een bende die opereert vanuit het Stift Essen.

De Gedeputeerden van de Staten van Gelre bevelen de levering van 125 bedden met kussens, dekens en lakens "ex aequo et bono" te verdelen op voet van de matrikel. Plaatsen waar reeds troepen zijn inkwartier worden van levering vrijgesteld. Levering dient te geschieden te Geldern op straffe van militaire executie.

Louis Guillaume de Blair, intendant van de Franse legers tussen Maas en Rijn, heeft kennis genomen van klachten van de Keizerlijke en Koninlijke Administratie te Kleef en van de Rekenkamer voor het veroverde Pruisisch Gelre, dat leveranciers op grote schaal vrijdom van in- en uitgaande rechten pretenderen wegens vermeende leveringen aan de Franse legers. Hij verklaart daarom, dat dergelijke leveranties enkel dan vrij van lasten zullen zijn, indien men een paspoort, ondertekend door het bevoegde Franse militaire gezag kan overleggen. De verordening dient in het Frans en in het Duits te worden gepubliceerd door de regeringen van Kleef, Meurs, Mark en Gelre.

Op last van de Keizerlijke en Koninklijke adminstratie wordt een vagebondenjacht georganiseerd. Veren en bruggen over Maas en Niers dienen te worden bewaakt. Drosten, schouten, voogden en regeeerders dienen de jacht uit te voeren conform de hen toegezonden circulaire instructie van 27 december 1759 en alle verdachte persoenen en deserteurs aan te houden. Wachters en patrouilles mogen het vuur openen op verdachte personen. Tevens mogen zij verdachte huizen visiteren en kisten en kasten openen.

De commandant van de Franse legers in Gelre en aan de Nedermaas, Johann Jacob graaf van Beausobre, gebiedt de eigenaars van schuiten en pontveren, deze op de linkeroever van de Maas op te leggen. Het overvaren van vijandelijke troepen vanaf de rechter Maasoever wordt met de dood gestraft.

Onder verwijzing naar (? 1759-02-24) bepaalt de Keizerlijke en Koninklijke Administratie te Kleef, dat -- hoewel vastgehouden wordt aan het besluit dat diensten, zoals Paarden, karren en handdiensten, in natura zonder vergoeding moeten worden gepresteerd en niet op bede en subsidie in mindering gebracht mogen worden -- de geërfdendag met tweederde meerderheid kan besluiten deze diensten op de personele voet om te slaan. Desbetreffende besluiten behoeven de approbatie van de Administratie

(? 1760-05-15) ten vervolge worden de lokale besturen in Pruisisch Opp=Gelre bevolen hun aandeel in de gevorderde paarden en voerlieden op 28 juni a.s. te Nieuwkerk te leveren op straffe van militaire executie. De ingezetenen van Nieuwkerk dienen voldoende weiden en veevoer te verschaffen.

De intendant van het Franse leger heeft tweehonderd paarden en zestig voerlieden gevorderd ten behove van het vervoer van pontons voor de graaf van St. Germain. De Gedeputeerden van de Staten van Pruisisch Gelre hebben hiertoe een repartitie gemaakt conform de matrikel. zij bevelen de drossaarden, amtlieden, scholtissen en regeerders hun aandeel prompt te leveren op straffe van militaire executie.

Oostenrijk en Frankrijk hebben een overeenkomst gesloten ter zake van het beheer van de inkomsten uit de veroverde gebieden. Bij de Conventie van Parijs van 10 november 1759 is besloten het beheer van die inkomsten te cederen aan de Staten der provinciën. Bovendien is het bewind van de domeinen in Pruisisch Gelre door de Hoge Administratie te Kleef afgestaan aan de Staten van Pruisisch Gelre. Deze administratie dient te schieden conform de reglementen, zoals tevoren door het Pruisisch bewind, en nadien door de Hoge Adminstratie te Kleef zijn uitgevaardigd. Eventuele vacatures zullen door de Oostenrijkse administratie worden vergeven. De comptabele officieren zullen gehoorzaamheid verschuldigd zijn aan de Gedeputeerden van de Staten. De Gedeputeerden zullen vertegendwoordigd zijn bij het verpachten van de domeinen, bij het afhoren der rekeningen en de afdoening van geschillen dienaangaande. Het reces is in kracht van wet getreden na approbatie door de hoge keizerlijke administratie te Kleef op 28 juni 1760.