• PLAKKAAT TERZAKE VAN DE STAAT VAN OORLOG TUSSEN SPANJE EN FRANKRIJK

    Militaire commandanten dienen Franse troepen aan te vallen. Onderdanen van de Spaanse koning, die zich in Franse dienst bevinden, dienen zich weer onder Spaanse orders te stellen. Spaanse soldaten in vreemde krijgsdienst dienen die te verlaten op straffe des doods. Alle handel met Frankrijk wordt verboden. Alle natuurlijke onderdanen van de Franse koning dienen het land te verlaten met achterlating van hun roerende en onroerende goederen, die geconfisqueerd zullen worden. Het plakkaat behelst tevens instructies voor rekenkamers en raden-fiscaal terzake van de confiscatie van die goederen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE OPSLAG VAN VEEVOER BINNEN DE OMMUURDE STEDEN IN VERBAND MET DE OORLOGSDREIGING

    De werking van (? 1673-09-11) wordt uitgebreid tot het veevoer. Ook dat moet voortaan binnen de ommuurde steden worden opgeslagen. Men mag slechts voor drie maanden voorraad in huis houden. Indien de overbrenging van het veevoer niet binnen 12 dagen na publicatie is geschied, zal de ordonnantie "par voye militaire" worden geëxecuteerd.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN HET ONDERHOUD VAN DE WEGEN

    Omdat de wegen in het_Overkwartier zich, in weerwil van de plakkaten en GLS 2.5.7.28, in een desolate toestand bevinden, wordt de strikte naleving bevolen van het plakkaat van l0 mei 1650 (CdG 8 fol. 111-112). De momber zal de onderhoudswerkzaamheden tegen dubbel tarief doen uitvoeren op kosten van de nalatige onderhoudsplichtigen, indien de verantwoordelijke officieren in gebreke blijven.
  • DECLARATIE BETREFFENDE DE EXEMPTIE VAN INKWARTIERING

    Bekleders van een functie, waaraan vrijstelling van de inkwartiering van soldaten verbonden is, kunnen geen aanspraak maken op deze exemptie, indien zij tevens een nering drijven. Zij kunnen de inkwartiering echter wel afkopen.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN DE BESTRIJDING VAN STROOPTOCHTEN VAN HOLLANDSE EN FRANSE TROEPEN

    De bepalingen van (? 1672-10-20) dienen alleen toegepast te worden op soldaten die zich schuldig maken aan vijandigheden tegen de bevolking en op burgers die voordeel trekken uit die "exploicten" (strooptochten). De ordonnantie zal ook "par voie militaire" worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET LOGEMENT VAN MILITAIREN IN HET_Overkwartier

    Het is de taak van de stedelijke magistraten om de beschikbare woonruimte te verdelen. De militaire commandanten dienen zorg te dragen dat hun subalternen met de toegewezen logementen genoegen nemen. De militairen dienen zich te onthouden van belediging of geweld tegen hun gastheren. Eventuele schade moet door de commandanten worden geregeld. Ook de "suppoosten" van het Hof van Gelre en van de Rekenkamer zijn logeabel. Slechts de vier oudste advocaten zijn exempt. Zelfs indien er tekort is aan ruimte, blijven de bisschop, de stadhouder, de kanselier en de superintendant van de Rekenkamer van inkwartiering verschoond.
  • ORDONNANTIE (MILITAIR) TERZAKE VAN MILITAIRE JACHTDELICTEN

    De landvoogd bepaalt dat militairen, die in weerwil van de plakkaten in het_Overkwartier jagen, zonder daartoe gerechtigd te zijn, door de rechterlijke officieren mogen worden aangehouden. Zij moeten echter ter bestraffing aan hun eigen officieren worden overgedragen. De landvoogd vermaant de militairen dat zij de civiele officieren terzake "aucun tort ny injure" mogen aandoen. Opper-officieren mogen voor hun plezier jagen, mits zij de houder van het jachtrecht ter plaatse vooraf van hun voornemen in kennis stellen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GRANEN EN VEEVOER

    Wegens de aanhoudende droogte wordt de verkoop en uitvoer van graan en veevoer naar het buitenland verboden op een boete van honderd guldens of meer, al naar gelang van de verhandelde hoeveelheid.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET "ARTICULEREN" VAN PROCESSTUKKEN

    Advocaten dienen processtukken die aan het Hof van Gelre worden voorgelegd te voorzien van een duidelijke indeling in paragrafen, op straffe van een boete van 3 gulden.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE GODSDIENSTOEFENINGEN VAN DE SOLDATEN VAN DE REPUBLIEK DER VERENIGDE NEDERLANDEN

    Soldaten van bedoelde Republiek, gelegerd in de Spaanse Nederlanden, mogen ongestoord hun godsdienstige plichten vervullen. De bevolking dient zich van discussie over de gereformeerde religie te onthouden. Het bijwonen van dergelijke godsdienstoefeningen is de onderdanen van Zijne Majesteit niet geoorloofd.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN DE MOBILISATIE VAN VOORMALIGE MILITAIREN

    (? 1672-03-13) en de ordonnantie van 28 maart 1672 ten vervolge, wordt verklaard, dat gewezen soldaten die zich voor de dienst gemeld hebben, maar niet opnieuw tot de rangen zijn toegelaten, om niet door de militaire justitie te worden lastig gevallen, zich dienen te voorzien van een "billet" van de commissarissen Sanctus Vermejo in Artois, Sagastizaual te Valenciennes, of Troncoso te Luxemburg, dan wel van de - niet met name genoemde - griffier van Waals-Brabant te Jodoigne (Geldenaken). Bedoelde commissarissen en griffier dienen lijsten van de uitgeschreven biljetten bij te houden ten behoeve van de "Veedorie" (bureau van de inspecteur-generaal) en de "Contadorie" (= militaire rekenkamer) te Brussel.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET CONSIGNEREN VAN "AMENDEN VAN DEFAUT" (BOETEN WEGENS VERSTEK); "ONWIJSE" REVISIE, "GEREJECTEERDE" (AFGEWEZEN) REQUESTEN-CIVIEL EN SUSPECTATIE

    Naar aanleiding van de problemen, die de ontvanger der exploiten ondervindt bij het innen van genoemde amenden, wordt bepaald dat de advocaten niet tot het instellen van deze middelen zullen worden toegelaten, vooraleer zij een bedrag ter grootte van de mogelijke boete hebben geconsigneerd bij de ontvanger. Het Hof heft een boete op kwade recusatie, ongeacht de boeten waarin de requestrant reeds zou kunnen zijn vervallen krachtens (? 1669-05-25).
  • PLAKKAAT TER REVOCATIE UIT VREEMDE KRIJGSDIENST

    De verordening behelst een bevel aan officieren, commandanten, kapiteins en matrozen van de zeemacht, die zich in vreemde krijgsdienst hebben begeven, om terug te keren in de dienst van Zijne Majesteit. Zeelieden in vreemde krijgsdienst dienen zich onder belofte van generale amnestie te melden in de maand maart, indien zij zich op minder dan honderd mijl afstand van de Nederlanden bevinden. Zij die zich op nog grotere afstand bevinden krijgen tot eind april respijt. Marinepersoneel, dat aan deze oproep geen gehoor geeft, zal schuldig worden geacht aan majesteitsschennis.
  • AKTE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GRAAN

    De verordening behelst een verbod van de uitvoer van haver, hooi en "fourage" uit het_Overkwartier wegens de schaarste, ontstaan door de aanhoudende vorst, op straffe van confiscatie en arbitrale correctie.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN DE EXEMPTIES EN FRANCHISES VAN DE MILITAIREN DER ORDONNANTIEBENDEN

    De vrijdom van bede en subsidie, zoals krachtens (? 1671-04-04) aan de militairen der ordonnantiebenden toegestaan, wordt zonder praejuditie van hun privileges voor het jaar 1671 opgeschort.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN AMNESTIE VOOR DESERTEURS

    (? 1671-07-04), (? 1671-03-14) en (? 1671-01-03) ten vervolge, wordt bepaald dat de beloofde amnestie niet louter zal gelden voor deserteurs der infanterie, maar ook voor de cavalerie. De termijn waarbinnen de deserteurs naar hun onderdeel moeten terugkeren wordt verlengd tot drie maanden na dato van de publicatie van de onderhavige verordening.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE DUELLEN

    De landvoogd verbiedt alle militairen het duelleren op straffe van ontheffing uit hun functie en geschrapt te worden uit de boeken van zijne Majesteit.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE "RATIONSGELDEN" VAN DE VRIJHEERLIJKHEID DALENBROEK

    De bevolking van Herten en Maasniel wordt aangeslagen voor de kosten van onderhoud van twee maal zestien ruiters. Per ruiter moet vijftien stuiver per dag worden betaald aan de "conseiller receveur-général" Gerard Franssens, die als ontvanger der contributiën fungeert. De rentmeester-generaal heeft executiebevoegdheid bij wanbetaling. Indien de ruiters werkelijk worden ingekwartierd genieten zij, naast huisvesting en voeding voor man en paard, vier stuivers per dag.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE LENEN IN GELDERLAND

    De verordening verschilt in details van (? 1668-10-11). Zo wordt bepaald dat, indien een deel van een leen wordt verkocht, het moet worden geconstitueerd als een "bundig" of een "kluppelleen", indien het leen een grotere omvang heeft dan vijf morgen grond. Onder omstandigheden kan het echter deel uit blijven maken van het principale leen. De verordening geeft verder bepalingen met betrekking tot de "immissie" gerechtelijke toewijzing van lenen en over de bevoegdheden van leenbodes. Een tarief van "heergewaden" completeert het reglement.
  • REGLEMENT VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE HEFFING VAN IN- EN UITGAANDE RECHTEN VAN KOOPWAREN IN HET HERTOGDOM LUXEMBURG EN HET GRAAFSCHAP CHINY

    De verordening behelst ook een bepaling in verband met de transito-handel met de Republiek, waarvoor te Roermond rechten moeten worden betaald (art. 16).
  • REGLEMENT VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE HEFFING VAN IN- EN UITGAANDE RECHTEN VAN KOOPWAAR DIE OVER MAAS EN SAMBRE WORDT VERVOERD IN DE PROVINCIE NAMEN EN HET LAND VAN AGIMONT

    Naast voorschriften met betrekking tot de Maashandel in Namen, bevat het reglement enkele bepalingen terzake van de transito-handel met de Republiek, in verband waarmee te Roermond en Venlo rechten verschuldigd zijn (art. 11 & 13).
  • (PROVISIONEEL) REGLEMENT TERZAKE VAN DE HEFFING VAN IN- EN UITGAANDE RECHTEN

    Het reglement is ingedeeld in vijftien hoofdstukken, waarin achtereenvolgens worden behandeld: de vormvoorschriften van declaraties van in of uit te voeren koopwaren; de betaling van rechten; het "reglement du poids"; "aulnage" (textiele maat); de maat en het verzegelen van vloeibare stoffen; de lengte van de "voet"; het meten van graan; het verzegelen van draperieën en stoffen; het magazijn- of "packhuysrecht"; acquitten, passavants, certificaten en dergelijke, hun vormen, de wijze van lichten, waar te tonen, etc.; de plichten en bijzondere verboden die betrekking hebben op de gedragingen der koop- en voerlieden; het ontdekken van fraude en hoe fraude tegen te gaan; de straffen, boetes en confiscaties in geval van ontduiking van rechten en in geval van overtreding van het onderhavige reglement; en tenslotte de verdeling van de opbrengsten van confiscaties en amenden.
  • PROVISIONEEL REGLEMENT VAN BELOONINGHE VOOR SCHOLTISSEN, SCHEPENEN, ADVOCATEN, SECRETARISSEN, DEURWAARDERS EN BODEN VAN HET VORSTENDOM GELRE

    De verordening vervangt het reglement van 29 october 1620 (Recueil van Lom, fol. 339). Alle bepalingen terzake van de beloning van rechterlijke functionarissen, gemaakt in anterieure reglementen, komen te vervallen, "gelijk ook alle verteeringen eertijts tot last van partijen geplogen". Het reglement geeft een specifiek overzicht van de jura die de verschillende functionarissen voor alle mogelijke ambtshalve verrichtingen toekomen. In verschillende hoofdstukken worden de jura van scholtissen en voogden (54 artt.), schepenen in de eigen woonplaats (37 artt.), schepenen in andere plaatsen (2 artt.), secretarissen en gerechtschrijvers (41 artt.), advocaten en procureurs voor het Hof en voor de lagere gerichten, deurwaarders en boden (40 artt.) opgesomd, alsmede de jura in verband met hoofdvaart (10 artt.).Het hoofdstuk "belooningen van hooftvaarten" bevat naast tarieven, ook bepalingen terzake van de procedure. Zo wordt bepaald, hoe in het geval van hoofdlering de stukken moeten worden overgezonden, evenals de maximale tijdsduur die mag verlopen tussen het moment dat de subalterne rechters "hun niet wijs genoech en vonden om vonnis te geven" en het overzenden der procesakten. Zijne Majesteit verbiedt dat men ingezetenen van het_Overkwartier die buiten hun domicilie procederen met dubbele jura zou belasten, zoals men gewend is ten aanzien van vreemdelingen te doen. Als controlemaatregel wordt bepaald, dat elke functionaris op de stukken moet aantekenen hoeveel hem voor elke handeling toekomt. Deze declaratie moet door hem zelf worden geparafeerd.
  • "ORDONNANCE PAR FORME D'EDICT ET PLACCART" TERZAKE VAN HET ONDERHOUD VAN DE FORTIFICATIËN

    Het plakkaat behelst verbod- en strafbepalingen met betrekking tot het weiden van vee op de vestingswerken, de vernieling daarvan door soldaten en verwaarlozing ervan door militaire commandanten. Men vindt er bepalingen omtrent het weiden van het vee "op het geïncorporeerde land in de glacis van de conterschappen" ( het hellend voorveld dat de buitenzijde van een vestingswerk bekleedt) en instructies voor de "officieren", gesteld tot de directie en de betaling van de fortificatiën en richtlijnen voor de superintendant van de militaire justitie. De controle op de staat van onderhoud van de vestingwerken wordt toevertrouwd aan "commissarissen ter visitatie". De afkondiging van het edict dient te geschieden door het Hof en de superintendant van de militaire justitie gezamenlijk met inachtneming van bepaalde ceremoniën.
  • REGLEMENT TERZAKE VAN HET RAPPORTEREN IN DE SOEVEREINE RAAD VAN ROERMOND

    Het reglement heeft betrekking op de toerbeurten bij het rapporteren door de raden-ordinaris van het Hof van Gelre, de verdeling van de sportulen of rapportgelden en de beslechting van geschillen die in verband met deze aangelegenheden zouden kunnen rijzen.