• ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET TRANSPORT VAN GOEDEREN UIT DE OMMUURDE STEDEN NAAR DE OPEN STEDEN EN HET PLATTELAND

    Militaire commandanten, magistraten en ontvangers zijn verplicht toe te staan dat goederen, die door de bewoners van de kleine steden en van het platteland binnen de ommuurde steden voor het oorlogsgeweld in veiligheid waren gebracht, ongehinderd buiten de stad worden gebracht. Het is de burgerlijke overheid echter wel toegestaan dergelijke goederen bij het binnenkomen in de stad te registreren om fraude bij latere uitvoer te voorkomen. Het toezicht op de naleving van de verordening wordt toevertrouwd aan de intendant van het district. De verordening dient zowel door de civiele als door de militaire justitie te worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    Ter bestrijding van het euvel van "partis bleux" worden (? 1675-02-13), (? 1675-07-24), (? 1675-12-04) en (? 1676-02-07) opnieuw afgekondigd en aangevuld met enige nieuwe bepalingen. Zo dienen wachtofficieren op het platteland ten genoege van de militaire commandant van de naastgelegen stad aan te tonen, dat zij nog steeds beschikken over eenzelfde aantal soldaten als toen zij uit het garnizoen vertrokken. Indien zij in gebreke blijven, wacht hun gevangenisstraf en bij een tweede tekortschieten ontslag uit hun functie. Het is wachtofficieren niet geoorloofd om hun post te verlaten, omdat zij alleen aansprakelijk zijn voor het eventueel passeren van soldaten zonder paspoort. Zij dienen vervoermiddelen en taveernen te controleren op wapens die door soldaten worden verborgen als zij de stad verlaten om zich bij "partis bleux" te voegen. Militaire commandanten dienen officieren die deel uit gemaakt hebben van "partis bleux" aan te houden en te procederen tot ontzetting uit hun functie. Officieren die door hun commandant zijn uitgezonden naar de "petite guerre" (binnenlandse oorlog) zijn aansprakelijk voor de ongeregeldheden van de afdelingen onder hun bevel. De verordening zal worden gepubliceerd op de gebruikelijke plaatsen en in de garnizoenen en kwartieren der militairen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE RECHTSPLEGING

    De berechting van militaire delinquenten die als onderdanen van Zijne Majesteit een delict begaan in het Staatse leger zal geschieden in dat leger door tussenkomst van een auditeur van Zijne Majesteit. Ten aanzien van delinquenten die als onderdanen van Heren Staten een delict begaan in het Spaanse leger is de tussenkomst van een auditeur van Staatse zijde voorzien. Ter voorkoming van overlast door rondzwervende soldaten zullen in de grensgebieden van de Spaanse Nederlanden en de Republiek gedeputeerden worden belast met de aanhouding van militairen zonder paspoort. Aan die gedeputeerden zal een voorbeeld van het zegel van de paspoorten, zoals door de Prins van Oranje uitgegeven, worden verstrekt.
  • ORDONNANTIE EN PLAKKAAT TERZAKE VAN DE REGISTRATIE VAN DE CONTRIBUTIES

    In verband met een aanbod van de intendant van de Franse koning te Lille om te komen tot een reglement-generaal van de contributies, dienen de officieren en magistraten van Zijne Majesteit een lijst op te maken van al hetgeen zij sedert 12 october 1673 bij wijze van contributie hebben betaald. Op onvolledigheid is een boete gesteld van honderd guldens, te verhogen met een boete van tweehonderd gulden, indien de lijst niet binnen twee weken na publicatie van de verordening is opgemaakt. De lijsten zullen worden ingewacht bij de raad-fiscaal van de provincie om in handen te worden gesteld van de intendant van het (militaire) district.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GRANEN UIT DE VERSTERKTE STEDEN

    Het is de gouverneurs en commandanten der versterkte steden niet geoorloofd om de bewoners van de open steden en van het platteland, die tengevolge van daartoe strekkende verordeningen hun graanvoorraden binnen de versterkte steden opgeslagen hebben, iets te laten betalen, wanneer zij voor eigen gebruik een deel van die voorraden weer terughalen. Overtredingen van het verbod kunnen worden gemeld bij de intendant van het district. De publicatie van de verordening geschiedt zowel door de burgerlijke als door de militaire justitie.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DESERTIE UIT DE LEGERS VAN ZIJNE MAJESTEIT

    Soldaten, die -- misleid door de baron De Quincy* -- dienst genomen hebben in de legers van de Franse koning, worden in de gelegenheid gesteld weer in dienst te treden van Zijne Majesteit onder belofte van gratie.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    Naar aanleiding van roverijen door troepen vrijwilligers en soldaten die het front de rug toegekeerd hebben, wordt aan gouverneurs en commandanten geboden om de aanwezigheid van dergelijke benden niet te dulden, op straffe van Zijne Majesteits "indignatie". Evenmin mogen magistraten en burgerlijke officieren zulks dulden, op straffe van een boete van 300 guldens. Magistraten en officieren dienen regelmatig straten en gasthuizen te visiteren op de aanwezigheid van militairen zonder paspoort, deze aan te houden en ze over te leveren aan de militaire gouverneurs. Militairen die binnen acht dagen na de afkondiging van het plakkaat door de superintendant van de militaire justitie, van de dwalingen huns weegs terugkeren wordt straffeloosheid beloofd. Na afloop van bedoelde periode zullen de -- niet nader aangeduide -- plakkaten weer streng worden toegepast.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN OVERLOPERS UIT DE FRANSE LEGERS

    Onder verwijzing naar (? 1675-05-25) wordt nogmaals nadrukkelijk verboden om Franse overlopers te molesteren en te beroven.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET "BILLETTEREN" EN LOGEREN VAN MILITAIREN TE ROERMOND

    Naar aanleiding van publieke klachten, dat de regels met betrekking tot het inkwartieren van militairen door de magistraat met voeten worden getreden, verordent het Hof van Gelre een visitatie van alle woningen door commissarissen van het Hof. De burgerij dient haar medewerking te verlenen, op straffe van een boete van tien goudgulden.
  • DECLARATIE VAN DE STAAT VAN OORLOG MET ZWEDEN

    De landvoogd beveelt de civiele en militaire onderdanen van Zijne Majesteit om de onderdanen van de Zweedse koning vijandig te bejegenen. Het onderhouden van betrekkingen met Zweden wordt bestraft met de verbeurte van het leven. Roerende en onroerende goederen, toebehorend aan Zweden, dienen geconfisqueerd te worden. Van dergelijke goederen dient binnen 14 dagen na publicatie dezes aangifte te worden gedaan bij de Raad van Financiën of bij de Rekenkamer van het desbetreffende ressort. Degenen die zulks nalaten zullen als "fauteur" (begunstiger) van de vijand worden aangemerkt. Alle vasallen en onderdanen van Zijne Majesteit moeten Zweden binnen drie weken verlaten.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE LEVERING VAN GRANEN AAN FRANSE LEGERS

    Onder verwijzing naar (? 1675-01-11) wordt een expres verbod van het leveren van granen aan Franse militairen uitgevaardigd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE BEVOORRADING VAN DE LEGERS VAN DE REPUBLIEK DER VERENIGDE NEDERLANDEN

    De proviandering van de legers van Haar Hoog Mogenden vanuit de Republiek is vrijgesteld van de heffing van invoerrechten, indien de transporten zijn voorzien van paspoorten getekend door de prins van Oranje of de graaf van Waldeck, mits niets van de goederen aan de onderdanen van Zijne Majesteit wordt verkocht, maar alles rechtstreeks naar de legers te velde wordt vervoerd zonder overslag in de pakhuizen binnen de steden, hetgeen dient te blijken uit de paspoorten van de "officieren van in- en uitlading", op straffe van de heffing van dubbele invoerrechten. (? 1674-06-14) wordt opnieuw gepubliceerd.In het betalingsverkeer tussen militairen en zoetelaars mogen muntspeciën van de Republiek worden gebruikt, mits zij niet verder in circulatie worden gebracht, maar in overeenstemming met de bepalingen van (? 1672-02-28) worden omgewisseld en uitgevoerd. Goede orde zal van weerszijden worden gesteld ter voorkoming van geweld door of tegen de geallieerde militairen en die van Zijne Majesteit.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE BEVOORRADING VAN LEGEREENHEDEN TE VELDE

    Militairen mogen geen zoetelaars en proviandeurs lastig vallen of benadelen. Het is verboden om levensmiddelen en brandstof af te persen, of schade aan te richten aan roerende en onroerende goederen van plattelandsbewoners, op verbeurte van het leven.Ten behoeve van levensmiddelentransporten naar legereenheden te velde dienen kosteloos paspoorten ter beschikking te worden gesteld. Dergelijke transporten zijn vrijgesteld van de betaling van accijnzen en imposten op vertoon van een attestatie, getekend door de commanderend officier van het legeronderdeel waarvoor ze bestemd zijn. De landvoogd beveelt de burgerlijke overheden, pachters en collecteurs van accijnzen en imposten deze vrijstellingen zonder belemmering te verlenen. De verordening moet zowel door de burgerlijke als militaire autoriteiten worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN OVERLOPERS UIT DE FRANSE LEGERS

    Alle militairen en bewoners van het platteland moeten overlopers uit de Franse legers met hun familie en goederen ongemolesteerd doorgang verlenen op straffe des doods.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    Het is militairen verboden om, onder voorwendsel van de uitvoering van plakkaten, voertuigen aan te houden teneinde de koopwaar van handelaren te doorzoeken met alle wanordelijkheden van dien. De verordening moet door de burgerlijke en de militaire overheid worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VERFRISSINGEN VOOR SOLDATEN

    Naar aanleiding van diverse remonstranties wordt het militairen op mars verboden om in enigerlei vorm verfrissingen te eisen van de burgerbevolking. Zij dienen genoegen te nemen met wat hun vrijwillig wordt gegeven op vertoon van hun paspoort, op straffe van arbitraire correctie. (? 1675-02-13) blijft onverkort gehandhaafd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE EN DE VEILIGHEID VAN DE WEGEN

    Soldaten tot de rang van kapitein mogen hun garnizoen niet verlaten zonder schriftelijke permissie van hun gouverneur of commandant. Officieren van hogere rang behoeven daartoe permissie van de landvoogd. Militairen die in het bezit zijn van een permissie, waarvan de geldigheidsduur is verstreken, ofwel in het geheel niet in het bezit zijn van zo'n permissie, dienen te worden gestraft als deserteurs. Om ongeregeldheden op het platteland, die mede te wijten zijn aan rondzwervende militairen, tegen te gaan, worden de bepalingen van (?1671-12-09) met betrekking tot de veiligheid van de wegen opnieuw afgekondigd. De verordening dient zowel door de justitiehoven als door de militaire officieren te worden gepubliceerd en zal bovendien elke eerste zondag van de maand na de hoogmis worden voorgelezen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET KAPPEN VAN HOUT

    Omdat in weerwil van het plakkaat van 2 october 1670* op grote schaal hout wordt gekapt door militairen, met name in het Zoniënwoud, wordt het expliciete verbod van het kappen van hout weer in herinnering gebracht. Militairen die het kapverbod overtreden, zullen worden gestraft met drie zweepslagen voor de eerste overtreding, bij de tweede volgt de doodstraf. Kampmeesters, kolonels en andere vlagofficieren, die deze activiteiten oogluikend toestaan, zullen van hun functie worden ontheven. Aangehouden militairen dienen in handen gesteld te worden van de superintendant van de militaire justitie. Verder behelst het plakkaat instructies voor de "lieden van de Rode Roede", die van de drossaard van Brabant en de provoost-generaal, benevens voor de Woudmeester van Brabant, om op de toegangswegen tot Brussel te surveilleren en transporten van illegaal gekapt hout tegen te gaan. Het plakkaat dient zowel door de hoven van justitie als door de militaire officieren te worden gepubliceerd en daarenboven elke eerste zondag van de maand na de hoogmis te worden voorgelezen.
  • DECREET VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE HEROPENING VAN DE MAASHANDEL

    De landvoogd staat ten verzoeke van de Drie Standen van het Land van Luik de heropening van de Maashandel toe, mits betalende rechten op voet van (? 1669-02-07). Voor zover die rechten voorheen te Navagne betaald werden, moeten zij nu voldaan worden te "Wandre".* Het landlicent voor goederen die geïmporteerd worden in het_Overkwartier, of er worden doorgevoerd, moet worden voldaan op voet van (? 1669-07-06). Een uitzondering wordt gemaakt voor de invoer van graan door neutrale naburen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN PAARDEN

    De verordening behelst een verbod van de uitvoer van paarden op straffe van confiscatie en geseling.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE CONFISCATIE VAN GOEDEREN TOEBEHOREND AAN ONDERDANEN VAN DE FRANSE KONING

    De uitvoering van eerdere plakkaten dienaangaande (? 1673-10-26) wordt gefrustreerd door personen die beweren, dat de voor confiscatie in aanmerking komende goederen aan hen gecedeerd zijn, of die weigeren inzage te geven in akten van scheiding of deling, opgemaakt met hun mede-erfgenamen, die zich in Franse dienst bevinden, zodat het niet mogelijk is precies vast te stellen welke goederen voor confiscatie in aanmerking komen. De verordening instrueert de Rekenkamer, advocaat-fiscaal en andere officieren van justitie, hoe de confiscatie effectief door te voeren. Magistraten en burgers, die verzuimen om voor verbeurte in aanmerking komende goederen aan te melden, kunnen zelf aansprakelijk worden gesteld voor gederfde inkomsten uit confiscatie.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE INVOER EN HET SLIJTEN VAN WITTE WIJNEN, BRANDEWIJNEN EN AZIJN AFKOMSTIG UIT FRANKRIJK EN DE BEZETTE GEBIEDEN

    De invoer van witte wijnen, brandewijnen en azijn afkomstig uit Frankrijk, de streek van Metz, Bar en Lotharingen, benevens van "clarets" (witte wijnen) uit Hoei en Keulen wordt verboden. Ter zee door reders buitgemaakte partijen van deze waren moeten, nadat het bevoegde prijzengerecht uitspraak heeft gedaan over de rechtmatigheid van de kaping, buitenlands worden verhandeld. Verder behelst het plakkaat bepalingen over de registratie en inbewaringstelling van de aanwezige voorraden van bedoelde waren en strafbepalingen terzake van de overtreding van de diverse bepalingen in de verordening.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN HET POSTVERKEER MET FRANKRIJK, "LES PAYS CEDÉS" (LAND AFGESTAAN BIJ HET VERDRAG VAN DE PYRENEEËN IN 1659 EN BIJ DE VREDE VAN AKEN IN 1668) EN "LES PAYS OCCUPÉS" (DE SEDERTDIEN BEZETTE GEBIEDEN)

    De verordening behelst de nadere uitwerking van het verbod betrekkingen met Frankrijk te onderhouden (? 1673-10-26). Post voor Frankrijk mag uitsluitend worden verstuurd via de "couriers ordinaires" ("postbodes") die elke dinsdag en vrijdag uit Brussel vertrekken om via Antwerpen, Gent, Deinze en Kortrijk naar Rijssel te reizen. Retourpost kan op de terugweg aan deze bodes worden meegegeven en bereikt Brussel op zondag of donderdag. Het plakkaat bevat verder nog enige bepalingen betreffende de paspoorten van de koeriers. De verordening moet zowel door de provinciale hoven als door de militaire overheden worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET VERVOER VAN CONTRABANDE NAAR MAASTRICHT

    Omdat, in weerwil van de ordonnanties van 24 october 1673 en (? 1673-10-26), diverse personen toch contrabande naar het door de Fransen bezette Maastricht blijven sturen, wordt de smokkel van lood, buskruit, salpeter en dergelijke krijgsvoorraad verboden op straffe des doods. De uitvoer van levensmiddelen wordt voorlopig verboden, op straffe van confiscatie. Ontvangers, collecteurs en contrarolleurs van in- en uitgaande rechten mogen geen paspoorten en geleidebiljetten voor dergelijke transporten afgeven.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN HET VERTREK VAN FRANSE ONDERDANEN

    Aangezien sommige déloyale personen (? 1673-10-26) verkeerd uitvoeren, verklaart de landvoogd nogmaals, wie in de zin van die ordonnantie als onderdanen van de Franse koning dienen te worden beschouwd. De oorspronkelijke termijn van acht dagen waarbinnen zij zouden hebben moeten vertrekken wordt genadig met nogmaals acht dagen verlengd.