• REGLEMENT TERZAKE VAN DE OPENBARE FINANCIËN VAN VENLO

    De verordening voorziet in de benoeming van een rentmeester in Venlo met een driejarige ambtsperiode. Het reglement geeft een overzicht van de emolumenten en beloning van deze functionaris en de verplichtingen die daartegenover staan. De rentmeester wordt belast met het ontvangen van alle stedelijke inkomsten, zonder dat de burgemeesters daarvan iets mogen diverteren. Uit deze inkomsten zal hij betalingen verrichten aan de landrentmeester-generaal en aan andere crediteuren van de gemeente. Het reglement geeft instructies voor de inrichting van de jaarlijks in te dienen rekening, welke zal worden geverifieerd ten overstaan van een door het Hof van Gelre te deputeren commissaris. Tot in alle details wordt geregeld op welke wijze achterstallige betalingen moeten worden voldaan. Het is crediteuren van de gemeente verboden achterstallige betalingen te verrekenen met hun aandeel in de openbare lasten. De magistraat dient te zorgen voor een behoorlijke omslag van de publieke lasten onder octrooi van het Hof van Gelre. Zij mogen zonder consent de salarissen en emolumenten van stedelijke ambtsdragers niet verhogen.
  • AKTE TERZAKE VAN DE REFORMATIE VAN ZIJNE MAJESTEITS RADEN EN GERECHTSHOVEN

    In afwijking van (? 1681-01-25) zal de Gelderse Rekenkamer niet langer verenigd blijven met de Vlaamse, maar worden samengevoegd met de Brabantse. De Gelderse superintendant krijgt er de rang van eerste rekenmeester met préseance op de Brabantse rekenmeesters. Zijn functie vervalt bij het overlijden of vertrek van de huidige functionaris. Zijn plaats zal dan worden ingenomen door de oudste rekenmeester "à titre de Gueldre", die in de hiërarchie echter zal volgen na de Brabantse rekenmeesters. De "gereformeerde" auditeurs hebben uitzicht op benoeming in toekomstige vacatures. Hun schadeloosstelling zal apart worden geregeld (? 1685-02-13). Om benoemingen die indruisen tegen het bezuinigingsbeleid onmogelijk te maken, verbiedt Zijne Majesteit aan de kanselier van de Raad van Brabant om mandementen en patenten terzake te paraferen. De audiencier mag dergelijke patenten niet expediëren en de Raad van Financiën mag ze niet verifiëren. Giften en schenkingen, gedaan met het oogmerk een functie te verwerven, zullen ten bate van Zijne Majesteit verbeurd worden verklaard, zonder vonnis en louter uit kracht van de onderhavige akte, die wordt geacht met (? 1681-01-25) één geheel uit te maken.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN DE STAAT VAN OORLOG MET FRANKRIJK

    Militaire gouverneurs, officieren en soldaten krijgen bevel om Franse militairen gewapenderhand aan te tasten. Onderdanen van Zijne Majesteit dienen de Franse gebieden binnen twee weken te verlaten. Handels- en andere betrekkingen met Frankrijk moeten worden verbroken. Militairen in vreemde krijgsdienst dienen zich onverwijld onder de vaandels van Zijne Majesteit te scharen, op straffe van de verbeurte van leven en goederen. De op grond van (? 1683-11-18) geannoteerde goederen worden verbeurd verklaard. Natuurlijke onderdanen van de Franse koning moeten het land binnen één week verlaten. Nadien zullen zij als krijgsgevangenen worden behandeld. Op het verbergen van Franse onderdanen worden strenge straffen gesteld.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE INVOER VAN EDELE METALEN

    Ter bevordering van de economie wordt toegestaan dat "matten" vrij van rechten worden ingevoerd, echter alleen via de zeehavens. Goud en zilver in baren en staven mogen kosteloos op land of over zee worden ingevoerd. Aangemunt goud en zilver mag worden uitgevoerd tot de tegenwaarde van het ingevoerde edele metaal op vertoon van een certificaat van de waardijn. (? 1676-01-07) en de ordonnantie van 18 november 1679 (PV 3.640, 888) worden buiten werking gesteld, met uitzondering van de strafbepalingen terzake van de ongeoorloofde invoer van "matten".
  • REGLEMENT-GENERAAL TERZAKE VAN HET ONDERHOUD VAN MILITAIREN OP MARS

    De verordening regelt de verstrekking door lokale overheden van munitiebrood aan infanteristen en cavaleristen op mars, het vorderen van paarden, wagens en schepen voor het vervoer van de tros, en het verlenen van logement aan overnachtende militairen. De kosten van dergelijke diensten mogen door de lokale overheden worden verrekend met hun aandeel in de bede. Zij dienen daartoe kwitanties over te leggen, die zullen worden opgemaakt op een kopie van de orders van de commandant, die deze leveringen heeft gevorderd. Deze kwitanties worden ingewacht bij de gedeputeerden van de Staten, die de totalen aan de centrale regering doorgeven. Langs dezelfde weg moeten ook eventuele klachten over excessieve vorderingen worden gemeld.
  • ORDONNANTIE EN PLAKKAAT TERZAKE VAN DE SANERING VAN DE MUNTCIRCULATIE

    De werking van (? 1672-02-08) wordt uitgebreid tot de munten van Gelderland, West-Friesland, Zeeland, Utrecht en Overijssel, die bij resolutie van Haar Hoog Mogenden van 17 januari 1682 binnen de Republiek voor biljoen verklaard zijn. Deze munten kunnen tegen hun intrinsieke waarde worden ingewisseld. De straf, bedreigd tegen de invoer van dergelijke munten, wordt verzwaard: overtreders riskeren voortaan de doodstraf. De lokale overheid, vooral die van steden en marktplaatsen, dient erop toe te zien dat de bedoelde munten niet in omloop worden gebracht, laat staan gebruikt worden voor betalingen op de stadskantoren. Zij dient voortaan driewekelijks verslag uit te brengen aan de advocaat-fiscaal over de naleving van het plakkaat, op straffen van een boete van 25 gulden. De fiscaal rapporteert maandelijks aan het provinciale hof.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE RECHTSPLEGING IN BELASTINGZAKEN

    Het is hoven van justitie, stedelijke magistraten en andere rechters niet geoorloofd om zich direct of indirect de kenning aan te matigen van processen met betrekking tot "imposten" (verbruiksbelastingen), tailles (grondbelastingen) en dergelijke, geheven in provinciën of plaatsen gelegen buiten hun ressort, op straffe van nietigheid van het gewezen vonnis.
  • ORDONNANTIE (MILITAIR) "EN FORME DE BAN" TERZAKE VAN HET MERKEN VAN DIENSTPAARDEN

    De landvoogd schrijft voor, dat van alle paarden die in gebruik zijn bij cavalerie, de dragonders en de garde-compagnieën, het linkeroor gecoupeerd moet worden, om ze kenbaar te maken als eigendom van Zijne Majesteit. Het bezit van paarden met een gecoupeerd linkeroor en het verhandelen van dergelijke paarden zal zwaar worden gestraft. Dienstpaarden die door de "mareschal expert" zullen zijn afgekeurd, moeten publiek worden verkocht ten overstaan van de monster-commissarissen. De revenuen worden gestort in een speciaal fonds voor de aanschaf van nieuwe paarden, dat wordt beheerd door de pagador-general. De kopers van dergelijke paarden krijgen een vrijwaringsbewijs.
  • DECLARATIE VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE EXEMPTIE VAN IN- EN UITGAANDE RECHTEN

    De landvoogd verklaart dat niemand, ja zelfs hij zelf niet, is vrijgesteld van de betaling van in- en uitgaande rechten. Hij gelast de officieren van in- en uitgaande rechten om hun plicht zonder aanzien des persoons getrouw te verrichten, op straffe van persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden.
  • REGLEMENT TERZAKE VAN DE EXECUTIE VAN DE BEDE IN HET_Overkwartier

    Het reglement behelst bepalingen met betrekking tot de civiele en militaire invordering van achterstallen in de bede. Indien de bede tijdig en correct is omgeslagen, maar de gelden niet tijdig worden betaald, mag de schatheffer de wanbetalers "civiel executeren" (invordering door de gerechtsdeurwaarder). Indien de civiele executie niet tot het gewenste resultaat leidt, kan worden overgegaan tot "militaire executie" (invordering onder dwang door twee soldaten). Bij geen van beide wijzen van executeren zullen paarden mogen worden verpand of verkocht, om te voorkomen dat de boeren hun akkers niet meer zouden kunnen bebouwen. Indien de trage betaling gevolg is van een niet tijdig omslaan der quoten, worden de kosten van de executie op de verantwoordelijke "zetters" verhaald.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE BETALING VAN ACHTERSTALLIGE CONTRIBUTIES AAN FRANKRIJK

    Het is de burgerlijke officieren niet geoorloofd om de heffing van de twintigste penning, die krachtens (? 1679-03-30) is toegestaan ter betaling van achterstallige contributies aan Frankrijk, te gebruiken voor het innen van andere achterstallige betalingen, als van de bede, "frais de barques" (scheepsgelden), de kosten van inkwartiering, gerechtelijke procedures en vacatiegelden. Volgens (? 1679-04-18) mag niemand voor meer in de twintigste penning worden aangeslagen dan het bedrag van zijn achterstallen groot was. Indien hij meer heeft bijgedragen, dient het meerdere gerestitueerd te worden. Officieren en wethouders, die niet handelen conform de verordening, riskeren voorbeeldige straffen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    De circulatie van Franse drie stuiverstukken wordt verboden op straffe als bepaald in de -- niet nader aangeduide -- muntplakkaten.
  • ADDITIONEEL REGLEMENT VOOR HET HOF VAN GELRE TERZAKE VAN "RELIEVEMENTEN"

    Aangezien de instructies voor het Hof van Gelre niet bepalen welke relievementen kanselier en raden mogen verlenen, wordt bepaald dat zij partijen kunnen ontheffen van alle conclusies, waarbij de tegenpartij in gebreke blijft in zijn verplichting van te rescriberen of anderszins te reageren, mits die conclusies betrekking hebben op de instructie van het proces. Geen relievement kan echter worden verleend van sententies. Forclusie of contumacie kan niet gelijk gesteld worden aan een bekentenis en ontslaat partijen niet van de verplichting haar beweringen met bewijzen te staven. Ook in geval van forclusie en contumacie behoudt de veroordeelde de mogelijkheid revisie van het vonnis te vragen.
  • ADDITIONEEL PROVISIONEEL REGLEMENT VOOR DE STATEN VAN HET OVER-KWARTIER

    (? 1678-02-15) ten vervolge, worden de vereisten nader gespecificeerd waaraan men moet voldoen om als riddermatige tot de Staten te kunnen worden toegelaten. Een vergoeding wordt vastgesteld voor de afgeschafte adellijke vrijheden. Deputaties naar het hof te Brussel zullen voortaan alleen nog maar in belangrijke zaken mogen worden afgevaardigd. In de rekeningen van de Staten zal voortaan onderscheid gemaakt moeten worden tussen de "onraedt" en de gelden die geheven worden om rente en kosten van leningen te voldoen. Het afhoren van de rekeningen wordt opgedragen aan twee koninklijke commissarissen, "residens en la province de Gueldres". De hoogte van de "erkentelijkheden" voor stadhouder en kanselier worden vastgesteld, evenals het serviesgeld en de vergoeding voor "wachtbrant". Ten aanzien van het personeel van de Staten wordt bepaald, dat er voortaan slechts één syndicus en één secretaris mag zijn. Cumulatie van beide functies is niet geoorloofd. Krachtens het reglement is het aan de steden verboden om nog langer zelfstandig imposten en accijnzen uit te schrijven; de dorpen mogen geen gelden lenen zonder octrooi van het Hof van Gelre. Het aantal raadsverwanten te Roermond wordt tot drie teruggebracht.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE BETALING VAN ACHTERSTALLIGE CONTRIBUTIËN AAN FRANKRIJK

    De lagere overheden in het_Overkwartier dienen zorg te dragen voor de prompte betaling van achterstallige contributie aan Frankrijk. Nalatige officieren zullen worden gestraft als wederspannigen en verstoorders van de publieke rust. De momber zal bij ingebreke blijven tot vervolging overgaan. Eventueel kunnen gemene gronden worden verkocht om deze lasten op te kunnen brengen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE AANKOOP VAN HOUT, AFKOMSTIG UIT DOOR DE FRANSEN BEZET GEBIED

    Naar aanleiding van het door Franse officieren verkopen van hout uit bossen in de bezette gebieden toebehorend aan Zijne Majesteit of zijn onderdanen, wordt het aankopen van dergelijke onrechtmatig aangeboden hout streng verboden. Militaire officieren dienen illegale transporten van zulk hout verhinderen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN HET ONDERWIJS IN DE WIJSBEGEERTE,

    Ter bescherming van het privilege van de Artesfaculteit van Leuven, verbiedt Zijne Majesteit, onder verwijzing naar verordeningen van 1641 en 1670, aan alle religieuze ordes en kloosters die daartoe niet nadrukkelijk gerechtigd zijn, om op hun eigen scholen onderricht in de wijsbegeerte te geven aan vreemdelingen die geen lid zijn van hun orde of congregatie. Voor zover kloosters en ordes over een privilege terzake beschikken, moeten zij zich binnen één maand wenden tot Zijne Majesteit om een akte van approbatie te verkrijgen, op straffe van van hun privilege vervallen te worden verklaard. De verordening moet op verzoek van de faculteit worden gepubliceerd op de plaatsen waar men zulks wenselijk acht.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    Teneinde de omloop van Franse stuivers en van alle "Hollandse" munten -- behalve dukaten en patakons -- en van Luikse schellingen te verhinderen, dienen (? 1672-02-08) en (? 1676-08-03_2) exact nageleefd te worden. Muntspeciën waarvan de circulatie is verboden, kunnen met ingang van 18 december 1677 gedurende drie weken, onder inachtneming van het bepaalde in (? 1672-02-08) worden uitgevoerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GRANEN EN VEEVOER

    Uitvoer van granen en veevoer naar de bezette gebieden wordt verboden op verbeurte van leven en goederen. Het te velde staande gewas dient zo spoedig mogelijk geoogst en binnen de ommuurde steden te worden gebracht op straffe van confiscatie. De burgerlijke overheid dient zoveel het haar mogelijk is de uitvoer naar de bezette gebieden tegen te gaan.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET LEVEREN VAN GRAAN EN VEEVOER AAN DE VIJAND

    Het is verboden om graan en veevoer te leveren aan de vijand. Voorraden graan en veevoer dienen, conform de eerdere verordeningen terzake uitgevaardigd, binnen de ommuurde steden te worden opgeslagen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE REGISTRATIE VAN CONTRIBUTIES AAN DE VIJAND

    (? 1676-04-24) ten vervolge, wordt aan de burgerlijke overheden opgedragen om binnen twee weken na publicatie van onderhavige verordening alsnog opgave te doen van al hetgeen vóór 24 april 1676 door Franse functionarissen aan contributie is gevorderd. Een dergelijke opgave dient ook te geschieden met betrekking tot de sedertdien nog betaalde contributie en de in de nabije toekomst nog te betalen vorderingen. Het is de plaatselijke overheden niet geoorloofd om contributies te betalen, zonder dat zij daarvan kennis hebben gegeven aan de intendant van het district.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE BEHANDELING VAN DESERTEURS UIT DE FRANSE LEGERS

    Onderdanen van Zijne Majesteit dienen deserteurs uit de Franse legers ongehinderd doortocht te verlenen. De intendant van het district dient de ontvangers van in- en uitgaande rechten te instrueren om aan dergelijke soldaten, op vertoon van een certificaat van de militaire gouverneur, een bijstandsuitkering te betalen. De militaire en burgerlijke overheden mogen niet tolereren dat deserteurs door de bevolking worden gemolesteerd. De verordening dient op de gebruikelijke plaatsen te worden gepubliceerd en bovendien in de legers en garnizoenen.
  • REGLEMENT TERZAKE VAN DE LENEN IN HET_Overkwartier VAN GELRE

    Het reglement behelst de vernieuwing en de bevestiging van artikel 11, 14 en 15 van de kanselarij-instructie van 1609 (1), de ordonnantie van den lesten september 1570 (2), die "van den lesten december 1589" (3) en die van juni 1657 (4). Terzake van de verheffing van "gedenatureerde" lenen, die wederrechtelijk als vrij-eigen, schepen-, of allodiaal goed worden bezeten of gebruikt, wordt bepaald, dat de verheffing ervan alsnog binnen drie maanden na publicatie van het reglement dient te geschieden ten overstaan van de stadhouder der lenen, tegen betaling van de gebruikelijke heergewaden. Indien de houder van het goed in gebreke blijft, zal het aan 's-konings tafel worden getrokken. De leengriffier wordt belast met het aanleggen van een nieuw leenregister. De verplichtingen van de "ophelder" en van de "metgedehlingen" bij de verheffing van "bundighe-" of "cluppelleenen" worden gespecificeerd (5). Ten aanzien van de 'denombrementen" wordt bepaald, dat in de opgave van de erven en rechten die afhangen van een leen, zoals die door de leenman moet worden opgemaakt, ook de losbare en niet losbare laten, die aan het goed verbonden zijn, moeten worden begrepen. Met betrekking tot --ongeoorloofde-- transacties met leengoederen ten overstaan van subalterne rechtbanken, laten of notarissen, wordt bepaald, dat deze moeten worden gemeld aan de leengriffier, opdat het Hof hierin kan voorzien. Remissie van straf wordt in het vooruitzicht gesteld, indien men bedoelde transacties binnen drie maanden meldt. Transacties met leengoederen, na publicatie van het onderhavige reglement aangegaan ten overstaan van subalterne rechtbanken, laten, gerichtschrijvers, of notarissen, worden nietig verklaard. Hetzelfde wordt bepaald ten aanzien van transacties die worden aangegaan onder voorbehoud van koninklijk octrooi, indien dat octrooi niet werkelijk is aangevraagd en verkregen. Het reglement behelst ook bepalingen over het belasten van lenen en over de rechtspraak in leenzaken; zo mogen subalterne gerichten en laathoven zich niet inlaten met processen over leengoederen; de cognitie in deze zaken is voorbehouden aan het leenhof. Indien de aanlegger van een leenzaak niet "hofweerdich"(6) blijkt, wordt hij vervallen verklaard van zijn rechten en veroordeeld tot het betalen van de proceskosten. Tenslotte wordt de verdeling van de amenden in leenzaken geregeld.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN VERNIELINGEN AAN PALISSADEN VAN FORTIFICATIËN

    Militairen die betrapt worden op het vernielen van pallisaden zullen worden gestraft met "dry coordetrecken", burgers zullen worden gegeseld. Bij recidive volgt de doodstraf. De intendant van het district dient een beloning uit te keren aan de "denunciateur" (aanbrenger). "Commiezen tot de directie en de betaling van de fortificatiën" dienen onregelmatigheden onmiddellijk te melden aan de intendant. Gouverneurs en commandanten zullen bij gebleken nalatigheid aansprakelijk worden gesteld voor de schade aan de fortificatiën. De verordening zal op de gebruikelijke civiele en militaire manier gepubliceerd worden. Bovendien moet de ordonnantie worden aangeplakt bij de stadspoorten en wachthuizen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    De verordening behelst de hernieuwing en aanvulling van (? 1675-12-04). De bestraffing van militairen die de bepalingen van de verordening overtreden dient te geschieden door de auditeur-militair, danwel door de "assesseurs" van de civiele compagnieën die belast zijn met het toezicht op de wegen. De overtreding kan zonder vorm van proces worden afgedaan, indien aard en omstandigheden van het delict duidelijk vaststaan, of indien de verdachte bekent. De auditeur-militair kan in dergelijke gevallen de doodstraf opleggen, zonder dat hij de superintendant van de militaire justitie daarover behoeft te raadplegen. Officieren in de rang van kapitein of hoger verliezen hun functie, indien zij soldaten zonder schriftelijke permissie laten uittrekken; lagere officieren stellen zich in een dergelijk geval bloot aan voorbeeldige straffen. De compagnieën die de burgerlijke overheid gebruikt om de wegen te surveilleren mogen niet uit militairen bestaan. De leden van deze wachtcompagnieën dienen een rode band om de hoed te dragen om ze van echte militairen te onderscheiden. Hun werkterrein beperkt zich strikt tot de landen van Zijne Majesteits jurisdictie. De verordening dient tevens in de garnizoenen te worden afgekondigd.