• ORDONNANTIE TER BESTRIJDING VAN DE CIRCULATIE VAN GESNOEIDE MUNTEN

    De verordening behelst een verbod om gesnoeide gouden munten, en andere die meer dan zes azen aan gewicht hebben verloren, in omloop te brengen, op straffe als bedreigd in het plakkaat van 20 februari 1652 (PB 3.563). Die straffen zullen ook worden toegepast op degene die gesnoeide zilveren munt in omloop brengt. Het plakkaat van 20 februari 1652 wordt geacht in de onderhavige verordening te zijn geïnsereerd.
  • DECLARATIE TERZAKE VAN DE SCHULDEN VAN PERSONEEL EN GEVOLG VAN DIPLOMATEN

    Het personeel of gevolg van buitenlandse ambassadeurs en gevolmachtigd ministers kan niet worden gearresteerd wegens schulden. Kooplieden dienen hiermee rekening te houden bij het leveren van goederen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VERSTREKKING VAN ZAAIGOED

    Omdat -- niettegenstaande het uitvoerverbod van graan, zoals nog recent herhaald middels (? 1694-02-06) -- het zo winstgevend blijkt te zijn om toch graan te verkopen aan Frankrijk, dat boeren in het vorig seizoen zelfs het hun verstrekte zaaigoed hebben doorverkocht en officieren belast met de distributie ervan, het gedeeltelijk hebben verkwanseld, wordt de verstrekking van zaaigoed aan strenge regels gebonden. Zaaigoed mag slechts worden verstrekt op vertoon van een certificaat van de pastoor of hoofdofficier ter plaatse, waarin vermeld moet zijn hoeveel bunder, waar gelegen, bezaaid moet worden. Enige tijd daarna moet de boer nogmaals een certificaat overleggen, waaruit blijkt dat de akkers inderdaad zijn ingezaaid. De officieren in de ommuurde steden dienen registers bij te houden van deze verstrekkingen. Indien de landbouwer in gebreke blijft, wordt hij geacht het graan te hebben uitgevoerd, en wacht hem de doodstraf. Indien de officier nalatig is, wacht hem dezelfde straf als "fauteur" (begunstiger) van de vijand.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET VERBOD VAN DE UITVOER VAN GRANEN

    Om de naleving van (? 1692-11-03) te verbeteren, wordt de strafbedreiging verzwaard. De uitvoer van graan kan nu met de dood worden gestraft. Graan mag alleen uit de ommuurde steden worden gebracht met toestemming van de "raden tot het uytgaan der granen", die worden geacht te beschikken over lijsten aan wie en hoeveel kan worden geleverd.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE NALEVING VAN HET VERBOD VAN DE UITVOER VAN PAARDEN EN GRANEN

    Om de naleving van de uitvoerverboden van granen en paarden, zoals vervat in (? 1691-12-27), (? 1691-12-29), (? 1692-11-03), (? 1692-12-16) en (? 1693-02-25) te stimuleren, wordt bepaald dat aan degene die achteraf een overtreder van deze verordeningen aanbrengt en tevens het overtuigend bewijs van diens schuld levert, op certificatie van de advocaat-fiscaal door de ontvanger-generaal een forse beloning dient te worden uitgekeerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GRAAN EN PEULVRUCHTEN

    De uitvoer van granen wordt verboden op straffe van confiscatie en hoge boete. Zij mogen slechts worden verhandeld op de publieke markten binnen de ommuurde steden. Lieden van buiten de stad dienen bij aankoop een certificaat te tonen van de pastoor of de schout, getekend door de griffier en gezegeld met het schepenzegel, waaruit blijkt dat het graan voor eigen gebruik is bestemd. Alvorens het graan buiten de stad wordt gebracht dient deze verklaring door het stadsbestuur geviseerd te worden. Illegale transporten kunnen door eenieder worden opgehouden, mits het feit ter kennis wordt gebracht van de magistraat van de naburige stad. Publicatie geschiedt tevens door de superintendant van de militaire justitie.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE HUWELIJKEN VAN MINDERJARIGEN

    Onder verwijzing naar de plakkaten van 4 juni 1540 en van 29 november 1623, wordt de bepaling hernieuwd, dat kinderen die nog geen zesentwintig zijn, niet zonder toestemming van ouders of voogd mogen huwen, op straffe van onterving en het verlies van elke vorm van financiële ondersteuning van de kant der ouders (alimentatie, donatio inter vivos). Mannen worden "inhabiel" om enig ambt te bekleden. Titel en vermogen van adellijke families kunnen echter in dergelijke gevallen vererven op hun nog ongeboren nakomelingen. Een minderjarige kan echter bij de rechter in beroep gaan tegen willekeurige weigering van huwelijkstoestemming. Het is niet toegestaan als postillon d'amour op te treden tussen minderjarigen wier ouders daar geen toestemming voor wensen te geven.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE PAARDENMARKT TE ROERMOND

    Ten einde de uitvoering van (?1691-12-29) te vereenvoudigen wordt te Roermond met ingang van 14 maart 1692 een wekelijkse paardenmarkt ingesteld, te houden des vrijdags.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE RESIDENTIEPLICHT VAN OFFICIEREN EN DE AMBTSVERVULLING DOOR SUBSTITUTEN

    Onder verwijzing naar het Tractaat van Venlo van 1543, de verordeningen van 30 juni 1599 en 2 mei 1626 (zie hierna (? 1698-07-30_2)), draagt het Hof van Gelre de rechterlijke en andere officieren op, om hun ambt in persoon te vervullen en de residentieplicht strikt na te komen, op straffe van het verlies van hun functie. Alle eventueel verleende ontheffingen worden ongedaan gemaakt. Handelingen die na dato van publicatie ten overstaan van substituten worden verricht zijn ipso facto nietig.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET ONDERHOUD VAN WOONHUIZEN IN DE STAD GELDER

    Indien armlastige eigenaren hun huizen verlaten, wegens de cijnzen of renten die er op drukken, en die huizen vervolgens zodanig in verval geraken dat zij daardoor een gevaar vormen voor de belendende percelen, zonder dat de rentheffers of cijnsbeurders zelf zorg dragen voor rehabilitatie van die huizen, dan is de magistraat van Gelder gerechtigd om de huizen publiek te verkopen en te bedingen dat de nieuwe eigenaar het pand weer in bewoonbare staat zal brengen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    De verordening stelt de koers vast van enige vreemde muntsoorten, waarvan de circulatie gedurende de oorlog gedoogd zal worden.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE DRUKPERS

    Naar aanleiding van een met veel verwijzigingen naar pauselijke decreten, bisschoppelijke mandementen, koninklijke en municipale verordeningen en de <i>lex unica cod. de libellis famosis </i>(c. 9, 36) gelardeerd verzoek van Reginaldus Cools, bisschop van Roermond, besluit het Hof van Gelre het kerkelijk verbod van de lasterschriften "Ultima vox relatricis Innocentiae indigna patientis sive libellus supplex f. Eugenii Brugensis sacerdotis capucini ad Innocentium Pontificem, Coloniae 1688" en "Geestelijke Controlleur ofte Sermoenen van pater Plusquens, opperpredikant der patres minrebroeders binnen Antwerpen" wereldlijke luister bij te zetten. De beide paskwillen zullen door beulshanden worden verbrand. De verspreiding ervan wordt verboden op straffe van honderd goudguldens boete. De momber wordt ambtshalve belast met het onderzoek naar de herkomst van de gewraakte libellen.
  • BRIEF TERZAKE VAN DE NIEUWE MUNTKOERSEN

    De brief geeft provisioneel verhoogde koersen van de munten die wettig betaalmiddel zijn in de Zuidelijke Nederlanden. De oudere tarieven, waaronder (? 1690-02-27) vervallen hierbij.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE HANDEL MET FRANKRIJK

    Het handelsverbod, dat in verband met de Franse oorlogsverklaring van 15 april 1689 krachtens (? 1689-05-03) is ingesteld, wordt nader uitgewerkt ten aanzien van wijnen, spiritualiën, levensmiddelen en "manufacturen". De invoer van handelswaren wordt verboden op straffe van verbeurte en een forse boete. Kooplieden moeten binnen acht dagen een beëdigde verklaring overleggen, waarin zij opgave doen van hun voorraden. Zij dienen de nog voorradige koopwaar te laten merken, loden of zegelen. Voor goederen die nog vanaf de grens onderweg zijn, wordt een overgangsperiode van tien dagen aangehouden. Indien bij controle blijkt dat voorraden zijn verzwegen, zullen ze worden vernietigd. De wel aangemelde voorraad mag geheel worden verkocht. Het smokkelen van handelswaren en het verhandelen van smokkelwaren wordt streng gestraft. Straffeloosheid wordt beloofd aan medeplichtigen die hun complicen aanbrengen. Andere aanbrengers verkrijgen een beloning, alsmede de belofte dat hun naam niet bekend gemaakt zal worden. Rechterlijke officieren en andere gecommitteerden zijn bevoegd om met inachtneming van de gebruikelijke formaliteiten huizen, winkels en pakhuizen te doorzoeken.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VRIJE AFTOCHT VAN DESERTEURS UIT DE FRANSE LEGERS

    Militaire en civiele officieren en onderdanen van zijne Majesteit dienen deserteurs uit de Franse legers ongemolesteerd doortocht te verlenen op straffe des doods. De intendanten zullen de ontvangers van in- en uitgaande rechten instrueren om aan elke deserteur te paard twee patakons uit te betalen en aan elke deserteur te voet een halve patakon. De paarden zullen van de deserteurs worden afgekocht tegen de geldende marktprijs. De onderdanen van de keizer worden, voor zover in dienst van de Franse koning, geattendeerd op een "avocatoire brief" (terugroepingsbevel), gepubliceerd op de Rijksdag te Regensburg. Zij dienen zich onverwijld weer in dienst te stellen van de keizer. Hun wordt vrije passage gegarandeerd. De verordening zal op de gebruikelijke plaatsen worden gepubliceerd, en daarnaast in alle legerplaatsen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE CONFISCATIE VAN DE BEZITTINGEN VAN FRANSE ONDERDANEN

    Ter uitvoering van het besluit tot confiscatie van de bezittingen van Franse onderdanen (? 1689-05-03), wordt bevolen dat eenieder die kennis heeft van Franse bezittingen in de landen van Zijne Majesteit, daarvan aangifte moet doen bij de overheid, die gespecificeerde lijsten bij zal houden. Die lijsten dienen vervolgens in handen te worden gesteld van met name genoemde ontvangers der confiscatiën (voor Gelderland: Jan René Bouwens van der Boye, heer van Macken). De ontvangers zullen met hulp van de advocaten-fiscaal overgaan tot de daadwerkelijke confiscatie. De hoven van justitie moeten twee commissarissen aanwijzen om eventuele bezwaren, die op grond van akten van scheiding en deling of testamentaire beschikkingen tegen de confiscatiën ingebracht zouden kunnen worden, te onderzoeken.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITREIKING VAN PASPOORTEN

    Alleen de intendanten van de provincies mogen op naam van de landvoogd paspoorten uitreiken aan Franse onderdanen. Paspoorten verstrekt door stadhouders en lagere overheden zijn nietig. De verordening dient ook door de militaire justitie te worden gepubliceerd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE EN DE VEILIGHEID VAN DE WEGEN

    Militairen mogen hun legerplaats niet verlaten zonder permissie van de garnizoenscommandant. Het verlenen van die permissie is aan stringente voorwaarden gebonden. Militairen mogen geen verversingen eisen van de burgerbevolking, zij het onderdanen van Zijne Majesteit, zij het de bevolking van onder contributie gestelde gebieden. Indien zij meer eisen dan de gebruikelijke leveringen van veevoer, riskeren zij lijfstraffen. Hun commanderende officier moet onderweg op zijn paspoort laten aantekenen, dat er inderdaad geen verversingen zijn geëist. Hij is aansprakelijk voor het gedrag van de soldaten onder zijn bevel. Soldaten die met permissie afwezig zijn, hebben aanspraak op het gebruikelijke munitiebrood. Militairen die niet over een geldig paspoort beschikken, moeten door de burgerlijke overheid, desnoods met hulp van de daartoe met klokgelui opgeroepen bevolking, worden aangehouden en overgeleverd aan de militaire commandant van de naburige stad. Zij kunnen over de grenzen van de verschillende ressorten heen worden vervolgd, mits zij aan de justitie in de plaats van aanhouding worden overgeleverd. De intendant van het district dient per opgebrachte soldaat een beloning uit te keren. De kosten van de vervolging der militairen en van de vergoeding van de door hen aangerichte schade zullen langs hiërarchieke weg worden verhaald op het onderdeel waartoe de delinquenten behoorden. Bedelaars en vagebonden worden gesommeerd om binnen het etmaal het land te verlaten. Waarden en gaarkeukenhouders mogen geen soldaten zonder paspoort huisvesten. De lokale overheid dient hierop toe te zien. De verordening dient op de gebruikelijke plaatsen door de civiele en militaire officieren te worden gepubliceerd, en bovendien elke eerste zondag van de maand te worden voorgelezen na de hoogmis.
  • DECLARATIE VAN DE STAAT VAN OORLOG MET FRANKRIJK

    Stadhouders, militaire commandanten en soldaten dienen zich tegen Frankrijk te weer te stellen. Onderdanen van Zijne Majesteit die zich in Franse gebieden bevinden, dienen binnen veertien dagen terug te keren. Het is niet geoorloofd om op enigerlei wijze betrekkingen met Frankrijk te onderhouden, op straffe des doods, De roerende en onroerende goederen en tegoeden van Frankrijk worden verbeurd verklaard. Alle Franse onderdanen dienen binnen acht dagen het land te verlaten, als zij niet als krijgsgevangenen behandeld willen worden. Wie Franse onderdanen verbergt, riskeert een boete van duizend patakons.
  • PLAKKAAT TER BESTRIJDING VAN HET VLOEKEN EN GODSLASTEREN

    Het plakkaat behelst straffen tegen vloeken en godslasteren. Onder meer wordt bepaald dat ouders verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun kinderen: zij kunnen in hun plaats worden gestraft. Pastoors en onderpastoors dienen toe te zien dat de rechterlijke officieren streng de hand houden aan de verordening. Indien zij nalatigheid constateren moeten zij de momber verwittigen.
  • REGLEMENT VOOR GRIFFIER EN KLERKEN VAN HET HOF VAN GELRE

    Het reglement heeft betrekking op het schrijfwerk van de klerken van de kanselarij ten behoeve van advocaten en procureurs. Er worden voorschriften gegeven teneinde het ontvreemden en zoekraken van processtukken tegen te gaan. Het uitlenen van documenten wordt verboden. Om misbruik door advocaten en procureurs te voorkomen, worden strikte regels gegeven voor het schrijfwerk dat ten behoeve van de rolzittingen moet geschieden.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE VERVOLGING VAN MUNTDELICTEN

    De verordening behelst maatregelen ter bevordering van de naleving van (? 1680-04-30), (? 1686-08-24) en van (? 1686-11-23). Er worden hoge boetes gesteld op het invoeren van verboden muntsoorten en op het gebruik ervan na 31 december 1686. Rechterlijke officieren zullen zich, vergezeld van twee schepenen, naar winkels en markten begeven om beurzen en geldladen te onderzoeken. Personen die niet "buickvast gezeten" (gedomicilieerd) zijn in het district waar de controle plaatsvindt, kunnen, indien zij weigeren hun beurs te tonen, in verzekerde bewaring worden gesteld. Indien winkeliers hun geldlade niet wensen te openen, dan mag men die door een sleutelmaker laten ontsluiten. Officieren die hun plicht verzuimen, worden voor minimaal zes maanden geschorst. Het plakkaat behelst verder nog enige aanwijzingen over de wijze en termijnen van procederen. De officieren dienen de momber wekelijks op de hoogte te houden van hun verrichtingen.
  • PATENT TERZAKE VAN DE REORGANISATIE VAN DE RECHTERLIJKE ORGANISATIE VAN HET_Overkwartier

    Het Hof van Gelre te Roermond wordt opgeheven. Het_Overkwartier wordt ingevoegd in het ressort van de Grote Raad van Mechelen. Kanselier en raden behouden voor de duur van hun leven hun salaris en een inkomen ter vervanging van de rapportgelden, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld door de landvoogd. De kosten hiervan zullen worden gedragen door de Staten van het_Overkwartier. De rechtspleging in eerste aanleg ten overstaan van de subalterne gerichten ondergaat geen wijziging. De landvoogd krijgt de bevoegdheid voorzieningen te treffen voor de oprichting van een apart leenhof. Hij mag tevens wetten en reglementen uitvaardigen om de administratie der justitie nog verder naar de zin van de Staten van het_Overkwartier te verbeteren.*
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN LANDLOPERS, BEDELAARS EN DEUGNIETEN

    Landlopers -- mannen, vrouwen, kinderen, geboren zowel als ongeboren -- moeten binnen vier dagen het land verlaten op straffe van schavottering en brandmerking. Bij recidive volgt geseling, een brandmerk op de rug en hernieuwde verbanning op straffe van de dood. Onderdanen van Zijne Majesteit zonder middelen van bestaan, moeten zich voor ondersteuning wenden tot hun geboorteplaats, op straffe van een verbanning voor de duur van acht jaren. Bij recidive wacht hen eenzelfde behandeling als buitenlandse landlopers. Indien men constateert dat de als landlopers aangehouden personen militairen zijn, dient men hen over te dragen aan de militaire rechter. Herbergiers, gaarkeukenhouders en andere onderdanen van Zijne Majesteit mogen onder geen voorwaarde landlopers huisvesten of voeden. Bedelaars dienen zij onmiddellijk over te geven aan de justitie. De burgerlijke overheid zal regelmatig toezicht houden op straten, herbergen en gaarkeukens. Tegen landlopers en bedelaars zal "sommierlijck" en zonder figuur van proces worden geprocedeerd. De straf dient onverwijld ten uitvoer te worden gelegd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE PUBLICATIE VAN HET VERDRAG VAN REGENSBURG

    De tekst van het verdrag moet, onder inachtname van dezelfde formaliteiten als bij de afkondiging van de vrede van Nijmegen in 1678, worden gepubliceerd op 7 october 1684. Alle vijandelijkheden dienen te worden gestaakt, evenals de confiscaties.