• ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE PUBLICATIE VAN DE VREDE VAN RIJSWIJK*

    De landvoogd beveelt de plechtige afkondiging van de vrede op 31 october aanstaande met inachtname van de gebruikelijke plechtigheden. Krachtens het tractaat worden een aantal retorsionele maatregelen opgeheven: Art. 15 van het vredesverdrag maakt een einde aan alle handelsbelemmeringen. Achterstallige contributies zullen niet verschuldigd wezen (art. 17). De gevolgen van de confiscaties worden ongedaan gemaakt*. Uitgeweken onderdanen zullen terug mogen keren en hun goederen opnieuw in bezit nemen. Zij hebben echter geen recht op de tijdens de oorlog vervallen inkomsten (artt. 18-22). Een regeling wordt voorzien voor de betaling van renten, geaffecteerd op de aan de Franse koning gecedeerde domeinen (art. 24).
  • ORDONNANTIE TER AANMOEDIGING VAN FRANSE OVERLOPERS

    De bevolking wordt gemaand om deserteurs uit de Franse legers vrijelijk te laten passeren en ze niet af te schrikken door mishandeling en plundering.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE TARIEFERING VAN MUNTEN

    Ter aanvulling van (? 1690-04-02) wordt een nieuwe wisselkoers vastgesteld voor Engelse muntstukken van één Guinea.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE ADMISSIE VAN LICENTIATEN TOT OPENBARE AMBTEN

    Niemand zal tot een kerkelijk of wereldlijk openbaar ambt, waarvoor de graad van licentiaat in de rechten is vereist, of tot de advocatuur worden toegelaten, tenzij hij tot genoegen van de Universiteit van Leuven zal kunnen bewijzen dat hij tenminste vier jaar met vrucht gestudeerd heeft aan een van de krachtens de visitie van de Universiteit (ROPBa&i 2.2.326) toegelaten universiteiten.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET TAALGEBRUIK VAN ADVOCATEN

    Advocaten en procureurs dienen zich in processen voor het Hof van Gelre te Roermond te onthouden van onheuse, beledigende of lasterlijke taal. Indien zij aan dit vermaan geen gehoor geven, riskeren zij straffen varierend van een geldboete tot levenslange ontzetting uit hun functie.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE UITVOER VAN PAARDEN NAAR FRANKRIJK

    De verordening bestaat uit een integraal afschrift van (? 1691-12-29), inclusief het "tractaet van overeenkominghe" (? 1691-12-27), aangevuld met achtentwintig artikelen "tot beter verstand van het geseyde tractaet". Herhaald wordt dat niemand, van welke nationaliteit dan ook, paarden mag uitvoeren naar Frankrijk, de bezette gebieden of de gebieden die onder Franse contributie staan, op straffe des doods. De voorschriften met betrekking tot paspoorten voor het vervoer van paarden worden herhaald en uitgebreid. De formaliteiten zijn voor militairen en burgers verschillend. De bevolking van het platteland dient hagen, hekken en slagbomen in goede staat te houden om paardensmokkel buiten de grote wegen tegen te gaan. Alle paarden ten plattelande dienen onverwijld te worden geregistreerd. Borgsommen die zijn gestort bij de verkoop van paarden kunnen bij geconstateerde overtreding zonder attachebrieven of andere formaliteiten worden ingevorderd. De gedelegeerde rechters zullen voor de tenuitvoerlegging van hun vonnissen kosteloos gebruik mogen maken van alle faciliteiten der ordinaris gerechten. Er mag geen gratie of remissie worden verleend. Om de naarstigheid der rechters te vergroten wordt ze de tiende penning van de geconfisqueerde waarde in het vooruitzicht gesteld.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE GRAANHANDEL

    Schippers zullen graan uit het_Overkwartier over de Maas mogen vervoeren naar de steden die op het geleidebiljet staan aangeduid, mits zij beloven het graan niet op het platteland te verkopen. (? 1692-11-03) blijft overigens onverkort.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    Schellingen uit de Republiek der Verenigde Nederlanden worden voorlopig gangbaar verklaard tegen een koers van vijfeneenhalve stuiver. De circulatie van stuivers uit de Republiek blijft echter verboden op de straffe als vermeld in de -- niet nader aangeduide -- plakkaten. Cf. (?1686-11-23)*.
  • PLAKKAAT EN TRACTAAT TERZAKE VAN DE UITVOER VAN PAARDEN NAAR FRANKRIJK

    Het uitvoerverbod van paarden, zoals vervat in (?1689-05-28) wordt herhaald en aangevuld. Ten einde de smokkel van paarden naar Frankrijk beter te kunnen bestrijden is op 27 december 1691 een "tractaat van overeenkominge" gesloten tussen Zijne Majesteit en zijn Engelse en Hollandse geallieerden, waarvan de tekst in het plakkaat is geïnserreerd. Ondermeer is voorzien in de mogelijkheid ruiterbenden uit te sturen om de smokkelaars te attraperen. Deze bendes mogen desnoods smokkelaars tot over de grenzen vervolgen. Het plakkaat bevat tevens bepalingen terzake van het aanwijzen van gedelegeerde rechters, ten behoeve van de prijsgerechten, die de wettigheid van het inbeslagnemen van paarden door dergelijke patrouilles zullen moeten beoordelen.
  • KONINKLIJKE DEPÊCHE TERZAKE VAN DE "REFORMATIE" VAN DE INSTELLINGEN DER ZUIDELIJKE NEDERLANDEN

    Zijne Majesteit beperkt het aantal raadsheren verbonden aan de diverse regeringsinstellingen, om aldus te geraken tot lastenverlichting voor de domeinen. De Hoge Raad der Nederlanden te Madrid zal voortaan worden gevormd door de voorzitter, een raadsheer van de korte robe en twee van de lange. De overige raadsheren worden op wachtgeld gesteld met recht van opvolging in de openvallende plaatsen. Voor de raadsheren en ambtenaren van de collaterale raden, de rekenkamers en de provinciale hoven van justitie blijven de hervormingen, zoals neergelegd in (?1681-01-25), (?1684-01-07) en (?1685-02-13) van kracht. Het personeel van de provinciale hoven en rekenkamers dat toen met wachtgeld is gestuurd behoudt uitzicht op aanstelling in een der openvallende plaatsen. Hun toelage wordt gehalveerd. Voorzover zij geld hebben betaald voor het verwerven van hun functie krijgen zij een rentevergoeding over dat bedrag. Schade en interessen voortspruitend uit het niet nauwkeurig naleven van de depêche zullen op de verantwoordelijke personen worden verhaald. Het reglement moet worden gepubliceerd door alle raden, gerechtshoven en rekenkamers in den lande. De besparingen die van de doorvoering van de wensen van Zijne Majesteit het gevolg zullen zijn, moeten ten goede komen aan het leger. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt gelegd bij de luitenant-gouverneur en kapitein-generaal. Zesmaandelijkse rapporten over de voortgang van de hervormingen worden te Madrid ingewacht.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE HANDEL VAN DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN EN BEVRIENDE MOGENDHEDEN

    Om inlandse koopwaren en manufacturen en die van bevriende mogendheden te kunnen onderscheiden van de verboden Franse produkten (? 1689-11-05) dienen de stedelijke overheden twee schepenen en een secretaris te belasten met het waarmerken van de inheemse produkten. Hiertoe dient elke stad een speciaal zegel te doen graveren. Goederen van bevriende mogendheden worden pas toegelaten, nadat zij door daartoe aangestelde commissarissen zijn gevisiteerd en een beëdigde verklaring is bijgevoegd dat de Fransen er part noch deel aan hebben. Voor het verkrijgen van in het Castiliaans gestelde exportvergunningen dient men zich, voorzien van verklaringen van de stedelijke controleur, te melden bij met name genoemde commissarissen in de grote handelssteden en zeehavens. Het is de diverse controleurs niet geoorloofd om certificaten af te geven voor goederen, indien zij of hun verwanten er zelf belang bij hebben.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VORM DER SCHRIFTUREN BESTEMD VOOR HET HOF VAN GELRE

    Advocaten dienen op alle processtukken in dorso de naam van de door het Hof aangewezen commissaris of rapporteur te vermelden. Het is niet geoorloofd eigenmachtig een naam in te vullen, indien door het Hof nog geen der raden als zodanig is aangewezen. De advocaten dienen boetes vanwege overtredingen van deze regels persoonlijk te voldoen. De verordening wordt "ter rolle" gepubliceerd.
  • BRIEF TERZAKE VAN EEN PROVISIONELE KOERSWIJZIGING VAN MUNTEN

    De brief behelst een lijst van in koers verhoogde munten die in de Zuidelijke Nederlanden wettig betaalmiddel zijn. De tarieven, zoals vervat in de anterieure plakkaten, komen te vervallen.
  • PLAKKAAT AANGAANDE DE UITVOER VAN PAARDEN NAAR FRANKRIJK

    De uitvoer van paarden naar Frankrijk en de bezette gebieden wordt verboden op straffe van verbeurte van leven en goed. De strafbedreiging geldt zowel ten aanzien van de onderdanen van Zijne Majesteit, als ten aanzien van buitenlanders. Medeplichtigen, die bij hun arrestatie de naam van hun opdrachtgever bekend maken, worden slechts met geseling en brandmerk gestraft, terwijl hun principaal zal worden geëxecuteerd. Handelaren die paarden stallen in dorpen, die contributie betalen aan Frankrijk, riskeren een boete van honderd gulden per paard. Indien men van bespannen wagens of rijpaarden gebruikt maakt voor reizen naar Frankrijk, moet men een borgsom storten voor elk paard. Paardenmarkten mogen slechts worden gehouden in ommuurde steden. Elke aan-of verkoop moet worden geregistreerd door gecommitteerden. Alle militaire en burgerlijke autoriteiten mogen verdachte kooplieden onmiddellijk aanhouden.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET TAPPEN EN SCHENKEN IN HERBERGEN EN DE BESTRIJDING VAN VASTENAVONDEXCESSEN

    Aanknopend bij GLS 6.1.1.4-5, een niet nader aangeduide verordening uit 1665 en (? 1681-01-18), geeft de verordening voorschriften met betrekking tot het tappen en schenken in herbergen op zon- en feestdagen, in het bijzonder onder mistijden. De sluitingstijden worden voor mannen en vrouwen afzonderlijk geregeld. De verordening beoogt tevens de bestrijding van bepaalde folkloristische gebruiken bij bruiloften en vastenavondvieringen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een verbod op het houden van "vooyjachten" (het omgaan langs huizen om bier en dergelijke te vragen). Ook is het verboden om speellieden in herbergen te laten optreden.
  • PROVISIONEEL REGLEMENT VOOR DE LEENZAAL VAN STAD EN LAND VAN WEERT, NEDERWEERT EN WESSEM

    Naar aanleiding van de excessieve kosten van procedures voor de leenzaal van het graafschap Horne, wordt een gedetailleerd tarief gegeven voor de diverse verrichtingen in de leenzaal te Weert, uitgesplitst naar functionarissen. Overschrijding van het tarief wordt gestraft met terugbetaling van het bedrag aan de benadeelde en een boete van viermaal het geëiste bedrag. Het reglement dient te worden afgekondigd op de eerstvolgende vergadering van de leenzaal, in aanwezigheid van alle aldaar "occuperende" procureurs. Het toezicht op de naleving van het reglement wordt toevertrouwd aan de momber.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    De uitvaardiging van het edict van 19 augustus 1686 door de Nederrijns-Westfaalse Kreits, waarbij de circulatie van een aantal muntsoorten per 31 december 1686 wordt verboden, vergt enige wijzigingen in de bestaande muntpolitiek. Om te voorkomen dat "adulterine" muntsoorten vanuit het Duitse Rijk naar het_Overkwartier afvloeien, wordt de termijn dat deze speciën in het_Overkwartier nog zouden mogen circuleren -- volgens (? 1686-08-24) tot eind februari 1687 -- beperkt tot 31 december 1686. Tot deze datum kunnen de bedoelde muntsoorten worden ingewisseld tegen de koers vermeld in de bijgaande tarieflijst.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE

    (? 1680-04-30) wordt, met uitzondering van artikel 3, ongewijzigd opnieuw afgekondigd. De oorspronkelijk in dat artikel bepaalde termijn van drie maanden, waarbinnen de voor biljoen verklaarde muntsoorten nog in het_Overkwartier zouden mogen circuleren, wordt met drie maanden verlengd.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE ONTDUIKING VAN INVOERRECHTEN BIJ DE INVOER VAN WIJN

    Om de ontduiking van de invoerrechten op wijn tegen te gaan, wordt bepaald dat wijnen afkomstig uit Champagne, Picardië, Ile de France, Bar, Lotharingen, Bourgondië en Luik, bestemd voor Henegouwen, Namen, Vlaanderen, Brabant en Mechelen na 15 mei 1686 alleen nog via Bergen, Namen of Kortrijk mogen worden ingevoerd. De rode wijnen die traditioneel over zee worden ingevoerd mogen worden aangeland te Oostende of Nieuwpoort. Overtreding van deze regels wordt gestraft met confiscatie van de wijnen, paarden en wagens en een boete ter hoogte van het vierdubbele van de waarde. De admodiateur-generaal en zijn commiezen worden belast met het toezicht op de naleving van de verordening.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE ADMINISTRATIE VAN GOEDE JUSTITIE

    Het Hof van Gelre beveelt de strikte naleving van art. 33 van (? 1679-07-13) en van art. 19 van (? 1683-09-30). Beide artikelen worden in de vorm van een extract gepubliceerd. Art. 33 herhaalt het verbod om ten laste van goederen, die gerechtelijk worden verkocht, "enige wijn te stellen" (de prijs van het verkochte verhogen met een opslag of fooi ten behoeve van de klerken van de griffie, wegens het opmaken van de koopakte), zoals vervat in art. 15 van het Eeuwig Edict van 1611. Art. 19 behelst een verbod om aan niet-ingezetenen van het_Overkwartier voor bepaalde proceshandelingen dubbele kosten te rekenen.
  • PROVISIONELE ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE INNING VAN RENTEN TEN LASTE VAN GEMEENTEN

    Stadhouder, kanselier en raden bepalen, dat om de afdracht van bede, subsidie en onraad, waarvan de termijnen in september vervallen, niet in het gedrang te brengen, de vervaldag van alle renten ten laste van gemeenten op de laatste maart gesteld moet worden. Rentheffers mogen pas vier maanden na die datum tegen nalatigen procederen "bij wijze van arresten, executiën, of andere wegen van rechte" op voet van het GLS.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN MISBRUIK VAN ADELLIJKE TITELS EN BLAZOENEN

    Onder verwijzing naar het plakkaat van 14 december 1616 (ROPBa&i 2.2.309)* wordt het "alle personen van routurier conditiën" (burgers) verboden om zich titels, blazoenen en eretekens, die kenmerkend zijn voor de adel, aan te matigen. In het bijzonder wordt gewezen op het misbruik van de titel "mevrouw" en het dragen van degens.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VEILIGHEID VAN DE WEGEN

    De militaire en burgerlijke overheden worden gewezen op hun verplichting krachtens (? 1672-06-20) en (? 1672-10-30) te waken tegen strooptochten door militairen van welke denominatie dan ook. Rantsoenerende soldaten moeten door hen met assistentie van de bevolking worden verjaagd, terwijl ook de stedelijke commandanten verplicht zijn om, desgevraagd, hulp te verlenen. Aangehouden militairen zullen worden berecht als straatrovers en verstoorders van de publieke rust. De verordening zal eveneens door de militaire justitie worden afgekondigd.
  • INTERPRETATIE VAN (? 1683-11-18) TERZAKE VAN DE INBESLAGNAME VAN DE GOEDEREN VAN FRANSE ONDERDANEN

    Handelsbetrekkingen met Frankrijk vallen niet onder de werking van (? 1683-11-18), tenzij mocht blijken dat van Franse zijde ook reeds handelswaren in beslag zijn genomen. Op grond van (? 1683-11-18) in beslag genomen handelswaren zullen worden vrijgegeven.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    Ter bestrijding van overlast door rondzwervende militairen op het platteland wordt het verbod van zich zonder paspoort buiten het garnizoen te begeven herhaald. Militaire commandanten mogen alleen paspoorten afgeven in dringende gevallen voor een bepaalde tijd en strikt omschreven doel. Geen paspoorten mogen worden verstrekt aan niet-militairen. Militairen mogen, behoudens het gebruikelijke voer voor hun paarden, geen verversingen vragen van de bewoners van het platteland. Indien zij rondzwerven of zich schuldig maken aan afpersing, moeten zij worden berecht als vagebonden. Zij dienen na hun aanhouding overgebracht te worden naar de naburige stad om te worden berecht. De rechterlijke officieren die assistentie behoeven voor de aanhouding van dergelijke militairen, kunnen de bevolking door klokgelui oproepen. Bij nalatigheid zullen zij zelf worden gestraft als aanstichters van wanordelijkheden.