Plakkaten

Staatsbezet Overkwartier

1705-07-28_1

P 5, fol. 36r-38r, 46v, e.a. GPB 5.306

PLAKKAAT TERZAKE VAN DE VERHOGING VAN HET PRIJSGELD VOOR COMMISSIEVAARDERS

Het plakkaat behelst een verhoging van de vergoedingen voor het opbrengen van vijandelijke schepen, het bevrijden van gijzelaars en het heroveren van door de vijand opgebrachte eigen schepen zoals vervat in het plakkaat van 6 juni 1702 (GPB 5.300). Alvorens de "ontvanger-generaal van het verhoogde last en veilgeld" tot uitbetaling mag overgaan, moet de belanghebbende hem, naast de "sententie van adjudicatie" (vonnis waarbij het prijsgeld wordt toegewezen), een akte van de Raad ter Admiraliteit tonen, waaruit blijkt dat hij de vereiste periode op de Noordzee heeft gekruist. Per 31 december vervallen de premies voor het opbrengen van Turkse rovers. Ter aanmoediging van de kapers wordt bepaald, dat geënterde schepen eventueel ook in vreemde havens kunnen worden opgebracht. De vereiste bewijsstukken dienen in dat geval in handen te worden gesteld van de consul ter plaatse. Fraude zal daarbij streng worden gestraft. Voor het overige blijft het plakkaat van 6 juni 1702 onverkort.

Gravenhage

July 28, 1705

M. van Vrijbergen vt.

ter ordonnantie van de Staten-Generaal

zegel overdekt met een ruit van papier

gedrukt

Nederlands

F. Fagel

eerste presiderende en andere raden

August 7, 1705

August 7, 1705

Staatsbezet_Overkwartier/djvu_1705/p17050728.1.djvu

(b)VERORDENING VAN 31 OCTOBER 1695<br> w.: op naam van de Staten-Generaal<br>d.:'s-Gravenhage, 31 october 1695<br>p.:J. van der Does vt.<br>s.: ter ordonnantie van de Staten-Generaal<br>cs.: F. Fagel<br>z.: zegel overdekt met een ruit van papier<br> v.:gedrukt, Nederlands<br>u.i.: eerste presiderende en andere raden<br>d.v.a.:4 mei 1705 Het Hof te Roermond dient zich ook te beraden over middelen om reeds aangegane leningen, waarvan een lijst moet worden opgesteld, te doen aflossen. Krachtens (?1706-01-29) wordt het plakkaat van 31 october 1695 opnieuw gepubliceerd. De regering van Nederweert tekent in juni 1705 bezwaar aan tegen de verordening, aangezien zij in strijd zou zijn met de costumen van het Land van Weert, dat juridisch geen deel zou uitmaken van het Overkwartier en mede daardoor een eigen belastingstelsel zou hebben (Sb Weert, 227). Bij resolutie van 12 februari 1707 besluit de Raad van State in het Overkwartier opgave te vragen van alle obligatiën ten laste van de gemeentes, aangezien er toch nog leningen zijn aangegaan zonder consent. Een lijst van lopende verplichtingen moet worden ingediend bij de landrentmeester-generaal van het Overkwartier, die de bevoegdheid krijgt om weigerachtige magistraten te gijzelen, totdat zij aan deze verplichting zullen hebben voldaan. De resolutie wordt door middel van een circulaire van de eerste-presiderende en andere raden aan de subalterne overheden bekend gemaakt (P 5, fol. 63v-64v). Zie hierna (?1707-01-17). De afbeelding van de resolutie (a) ontbreekt

SB17050728_1

op naam van de Staten-Generaal

ark:/27364/e1xGSjC