Bevel (a) aangaande de publicatie van de plakkaten van 13 februari 1701 (b), 12 april 1701 (c) en 28 december 1701 (d) ter zake van de uitvoer van paarden
Item
Collectie
Staatsbezet Overkwartier
Volgnummer
1704-10-11
Vindplaats
Stadsmagistraat van Venlo
Kopregest
Bevel (a) aangaande de publicatie van de plakkaten van 13 februari 1701 (b), 12 april 1701 (c) en 28 december 1701 (d) ter zake van de uitvoer van paarden
Regest
(b) De verordening van 13 februari behelst een algemeen verbod van de uitvoer van paarden. Overtreders riskeren een boete en confiscatie van de paarden. Zij kunnen, indien zij niet op heterdaad worden betrapt, ook achteraf nog worden vervolgd. <br>(c) Het plakkaat van 12 april beoogt een meer effectieve belemmering van de uitvoer van paarden. Het vervoer van paarden in de grensstreken wordt gebonden aan een vergunningenstelsel. Paspoorten met bijbehorende attachebrief zijn verkrijgbaar bij de Colleges ter Admiraliteit. Opzettelijke overtreding van de voorschriften kan tot drie jaar na dato worden gestraft met de galg. Om nachtelijke overschrijding van de rivieren tegen te gaan, moeten de officieren van convooien en licenten veerponten en dergelijke 's nachts aan de ketting leggen. Veerlieden die paarden zonder paspoorten overzetten, riskeren geseling en een brandmerk. In de grensstreken mogen geen paarden worden gestald buiten de ommuurde steden. Ontheffing kan worden verleend voor ploeg-, rij- en trekpaarden, mits zij zijn geregistreerd op het plaatselijke kantoor van convooien en licenten. De admiraliteiten zullen van tijd tot tijd door hun officieren met behulp van de militie de schuren ten plattelande laten visiteren. Overtredingen van het reglement moeten worden berecht door het College ter Admiraliteit waaronder de plaats van overtreding ressorteert. Om te voorkomen dat de baten van de verkoop van de geconfisqueerde paarden te zeer gedrukt worden door de kosten van onderhoud, wordt bepaald dat zij onmiddellijk ad opus ius habentium verkocht zullen worden. <br> (d) Het plakkaat geeft een aanvulling van de verordeningen van 13 februari en 12 april 1701 (? 1703-01-02) terzake van de uitvoer van paarden. Om het rendement van beide verordeningen te vergroten wordt bepaald, dat in de Generaliteitslanden de "calange" (het aanhangig maken) van de confiscatie van paarden niet alleen mag geschieden door de advocaten-fiscaal van de Colleges ter Admiraliteit, maar door alle andere officieren van justitie ten overstaan van schepenen als gedelegeerde rechters, met appel op de Raad van State. <br>"Reclame" (terugvordering) van door militairen in beslag genomen paarden kan geschieden bij de krijgsraad van het desbetreffende garnizoen, of bij de Raad van State. Alvorens paarden worden geveild, moeten zij in bewaring worden gegeven bij de auditeur-militair. De rechtspleging in deze materie zal geschieden "bij korte en peremptoire termijnen".
Plaats van uitvaardiging
Roermond
Datum uitvaardiging
October 11, 1704
Paraaf toezendende instantie
De Hn. vt.
Signatuur
ter ordonnantie van het Hof van Gelder
Vorm
geschreven
Taal
Nederlands
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
T. Winckel
Datum afkondiging
October 11, 1704
Geldingsgebied
Overkwartier
Bijzonderheden
Staatsbezet_Overkwartier/djvu_1704/p17041011/directory.djvu
Zie hierna (? 1706-01-19), (? 1706-01-29) en (? 1707-01-17)
DJVU Jaar
SB17041011
legislationJurisdiction
op naam van de eerste presiderende en andere raden
Identifier
ark:/27364/e1VcX7W