Reglement ter zake van de competentieverdeling tussen de gerechten van Pruisisch Opper-Gelre in de graden van eerste aanleg, appel en revisie (Instantiereglement)

Item

Collectie
Pruisisch Overkwartier
Volgnummer
1752-12-21
Vindplaats
Blerick
Kopregest
Reglement ter zake van de competentieverdeling tussen de gerechten van Pruisisch Opper-Gelre in de graden van eerste aanleg, appel en revisie (Instantiereglement)
Regest
Op verzoek van de Staten van Pruisisch Opper-Gelre besluit Frederik II dat de Codex Fridericianus aldaar niet wordt ingevoerd. Het Gelderse Land- en Stadsrecht ( GLS) blijft van kracht. Wel acht hij het noodzakelijk nieuwe voorschriften te geven voor het hoger beroep. Dit zgn. instantiereglement maakt onderscheid tussen herziening van de vonnissen van het Hof van Gelre zelf (grote revisie) en de herziening van vonnissen van subalterne schepenbanken (appel). Voor grote revisie komen in aanmerking zaken, die in eerste instantie bij uitsluiting onder de competentie van het Justizhof vallen, te weten processen over koninklijke lenen, lijfgewinsgoederen en keurmedige goederen, bezitsacties betreffende geestelijke beneficiën, rechtsvorderingen tegen edelen of koninklijke beambten, waaronder ook scholtissen, griffiers, secretarissen, burgemeesters en schepenen der steden gerekend dienen te worden. Indien men grote revisie wil instellen, dient men zich te wenden tot de (vier) revisie-commissarissen te Kleef, die na bestudering van de stukken tezamen met drie raadsheren uit het Hof van Gelre, die niet bij het te herziene vonnis betrokken waren uitspraak zullen doen. De revisie-commissie moet worden geacht niet in strijd te zijn met de constitutie ( beginsel van binnenlandse rechtspraak). Herziening vindt plaats ex iisdem actis. Ter voorkoming van nodeloze kosten is in veel gevallen het instellen van grote revisie niet toegestaan (art. 8). In geval van overtreding riskeren aanlegger en advocaat boete of gevangenisstraf. Vergelijkbare voorschriften worden gegeven ten aanzien van de herziening van vonnissen van subalterne gerechten. Bij uitzondering is het mogelijk na het instellen van appel, door het instellen van grote revisie in derde instantie te procederen. Veel aandacht wordt besteed aan de vormvereisten van de sententie, en de totstandkoming van vonnissen. De voorbereiding van het vonnis wordt toevertrouwd aan referent en coreferent. Deze moeten een relaas vervaardigen, bestaande uit facti species, genus actionis, historia processus, rationes dubitandi, rationes decidendi, dubia, votum en sententia. De kanselier dient er op toe te zien, dat de raadsheren in vrijheid hun mening kunnen geven ("vrij votum"). De raadsheren kunnen desgewenst hun afwijkende mening -- dissenting opinion -- aan het vonnis doen toevoegen. De vonnissen moeten gemotiveerd zijn (art. 18-24). Het reglement geeft verder voorschriften i.v.m. de kosten van de appel- en revisieprocedure. Bovendien worden procureurs -- als zijnde schadelijk voor het publiek -- verboden (art. 26). Alleen zeer bekwame procureurs komen eventueel voor toelating tot advocaat in aanmerking.
Wetgevende Instantie
Op naam van Frederik II
Plaats van uitvaardiging
Berlijn
Datum uitvaardiging
December 21, 1752
Signatuur
Frederik
Contrasignatuur
S. von Cocceji
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Uitvoerende instantie
Kanselier en Raden van het Hof van Geldern
Geldingsgebied
Pruisisch Overkwartier
Plaats van uitvoering
Geldern
DJVU Jaar
Pruisisch_Overkwartier/djvu_1752/p17521221/directory.djvu
PR17521221
Coverage
Import: Part 2
Identifier
ark:/27364/e19MTwK