ARRÊTÉ TERZAKE VAN HET BESTUUR VAN HET VEROVERDE GEBIED TUSSEN MAAS EN RIJN

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1794-11-14
Vindplaats
OAR 342 nr. 640b; Fam. Arch. Van Den Bergh 589, 2, gr.
Kopregest
ARRÊTÉ TERZAKE VAN HET BESTUUR VAN HET VEROVERDE GEBIED TUSSEN MAAS EN RIJN
Regest
Het besluit bestaat uit drie delen. De eerste sectie betreft algemene voorschriften die in het veroverde gebied van toepassing zijn. In de tweede sectie worden voorschriften gegeven terzake van de bestuursinrichting. De derde sectie heeft betrekking op de rechterlijke instellingen.
De eerste sectie voorziet in straffen wegens verstandhouding met de vijand. Publieke personen die zich hieraan schuldig maken moeten terechtstaan voor de revolutionaire tribunalen; emigranten en contra-revolutionairen die de wapens opgenomen hebben tegen de Republiek zullen worden berecht door speciale commissies van het leger. Er worden regelingen getroffen voor de confiscatie van goederen, toebehorend aan uitwijkelingen, alsmede bepalingen van transitoirrecht. De wetten en costumen van de veroverde gebieden blijven voorlopig in stand, mits zij niet in strijd zijn met de besluiten van de Volksrepresentanten. Dit geldt in het bijzonder voor politiereglementen en reglementen met betrekking tot de voedselvoorziening. Ook de belastingen zullen op de oude voet worden geheven, zij het thans ten bate van de Republiek. Er wordt een verbod uitgevaardigd om mensen te arresteren wegens schulden. Bovendien worden voorschriften gegeven met betrekking tot het betalingsverkeer. Alle betalingen moeten worden gedaan in assignaten. Notarissen en bankiers moeten alle deposito's van goud en zilver, die zij onder hun berusting hebben, inleveren bij de kas van het leger, in ruil voor assignaten. Teneinde prijsopdrijving tegen te gaan, worden de prijzen gebonden aan het "maximum van Lille". De lonen der handwerkslieden moeten in constante verhouding staan ten opzichte van de prijzen. Het innen van belasting en het doen van requisities zonder permissie van de Volksrepresentanten en andere bevoegdheidsoverschrijdingen zullen worden gestraft volgens de wet van 14 frimaire. Uitvoer van goederen naar contra-revolutionair gebied zal als verraad worden gestraft.
Te Aken wordt de Centrale Administratie voor het land tussen Maas en Rijn gevestigd, als overkoepelend orgaan van zeven (subalterne) administraties. De Administratie van het voormalig Pruisisch en Oostenrijks Gelderland, van Meurs en Kleef wordt gevestigd te Geldern. De bestuurlijke indeling naar beneden toe blijft ongewijzigd. De subalterne Administraties bestaan elk uit veertien administrateurs: zeven in de hoofdplaats van het departement; zeven verspreid over de arrondissementen. De administrateurs worden belast met het inventariseren van het economisch potentieel van het land, de prompte levering van goederen ter requisitie van de Republiek, het beheer van bossen, wegen, gebouwen en fabrieken, het toezicht op de mijnbouw en weldadigheidsinrichtingen, het drukken, aanplakken en publiceren van wetten en besluiten en de betaling van het batig slot van hun activiteiten in de Kas van de Republiek. De Administraties hebben het recht om afwezige, niet-competente en kwaadwillige magistraten te ontslaan en bij provisie nieuwe bestuurders aan te stellen.
In de hoofdplaats van de zeven subalterne Administraties wordt een "Tribunal superieur" gevestigd, als hof van appèl in civiele zaken en als hof van eerste en laatste instantie voor delicten die volgens de lokale wetten en costumen lijfstraffelijk zijn. Deze tribunalen bestaan uit zeven rechters. De lokale rechtbanken blijven bevoegd voor civiele zaken. In zaken van meer dan driehonderd livres is hoger beroep mogelijk op het Tribunal superieur. Te Aken wordt een "Tribunal revolutionaire" gevestigd voor de berechting van de in de eerste sectie aangeduide contra-revolutionaire delicten (verstandhouding met de vijand, ambtsdelicten, overtredingen van het "maximum", valsemunterij). In elke Administratie zal een "Agent van de Republiek" werkzaam zijn, die belast wordt met het toezicht op de Administraties en Tribunalen. Van zijn bevindingen doet hij rapport aan de Centrale Administratie (decadaire rapporten). Hij moet administrateurs en rechters die zich schuldig maken aan ambtsdelicten aanbrengen bij het Tribunal revolutionaire te Aken, om te worden berecht conform het decreet van 14 vendemiaire (Bulletin des Lois, serie I, tome 3, no. 68, p. 2-3).
Wetgevende Instantie
Volksrepresentanten
Plaats van uitvaardiging
Keulen
Datum uitvaardiging
November 14, 1794
Signatuur
N. Hausmann, Frechine, Jouber
Vorm
gedrukt
Bijzonderheden
De verordening is op last van de magistraat van Roermond gedrukt op de persen van "citoyen" G. Gruyters (resolutie van 9 november 1794 (Fam. Arch. Van Den Bergh 589,2)).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1794/p17941114.djvu
(24 brumaire An III)
OO17941114
Identifier
ark:/27364/e1DJabF