ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE POSTERIJEN

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1769-12-20
Vindplaats
P 10, fol. 230r-236r, e.a. ROPBa 3.9.554
Kopregest
ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE POSTERIJEN
Regest
De verordening is een compilatie van de belangrijkste bepalingen van de verordeningen van 4 november 1551 (PV 1.628), 28 september 1566 (PB 3.208), 13 november 1600 (ROPBa&i 2.1.114), (?1677-08-29) en 16 october 1713 (ROPBa 3.2.483). Alleen degenen die in opdracht van de landvoogd of andere hoge officieren voor staatszaken onderweg zijn en personen aangesteld door de postmeester-generaal of diens gecommitteerden, mogen de posthoorn dragen en steken. Relais- en postpaarden mogen niet ter beschikking worden gesteld van het gewone reizigersverkeer. Stedelijke boden mogen alleen post vervoeren tussen de steden waarvoor ze zijn aangesteld. In elk van die plaatsen mogen zij voor hun huis of logement een briefkas, met vermelding van hun route, laten plaatsen. Post van en naar het buitenland mag alleen worden verwerkt door daartoe door de postmeester-generaal aangestelde personen. Beurtschippers en diligencevoerders mogen alleen post vervoeren op plaatsen waar geen kantoor is gevestigd. Indien zij deze bepaling, al dan niet in opdracht, overtreden, riskeren zij of hun principalen een boete van honderd gulden. De rechterlijke officieren dienen ter instantie van de postmeester-generaal personen aan te houden, die van een dergelijke overtreding worden verdacht. Zij mogen de gewone reizigers echter niet hinderen. De diverse overheden, en ook het personeel van de Audiëntie, moeten een strikt onderscheid maken tussen portvrije dienstpost en post waarvoor de normale porti zijn verschuldigd.
Ten onrechte als dienstpost aangemerkte stukken zullen als onbestelbaar op de comptoiren achterblijven. Koeriers en anderen "te post reysenden" moeten hun paarden betrekken in de plaats waar zij overnacht hebben. Zij dienen langs de grote wegen en door de steden te reizen. De postmeester is daarbij aanspreekbaar voor de overtredingen van zijn knechten. Indien hij zich verzet tegen het betalen van de hem opgelegde boetes, moet de zaak worden voorgelegd aan de burgemeester of eerste schepen ter plaatse, die op grond van een simpel rapport, zonder figuur van proces, uitspraak zal doen. Van zijn beslissing kan men bij de volle magistraat in beroep gaan. Deze wijst vonnis bij arrest, doch eerst nadat de opposant borgen heeft gesteld voor de kosten van de procedure.
Wetgevende Instantie
op naam van Maria Theresia
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
December 20, 1769
Paraaf toezendende instantie
Ne. vt.
Signatuur
vanwege de keizerin-douairière en koningin
Contrasignatuur
De Reul
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad
Toezendende instantie
vanwege de keizerin-douairière en koningin
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
ter ordonnantie van Hare Majesteit
P. Maria
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Bijzonderheden
De verordening wordt uitgevaardigd ten verzoeke van de momber, naar aanleiding van rapporten die zijn binnengekomen ter voldoening van zijn aanschrijvingen van 12 april en 7 october 1769.
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1769/p17691220.djvu
OO17691220
Identifier
ark:/27364/e1huMX1