PLAKKAAT BETREFFENDE DE NALEVING VAN EEN "KARTEL" TERZAKE VAN DE UITLEVERING VAN DESERTEURS

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1753-10-31_3
Vindplaats
P9, fol. 142r, 145v-150r, e.a
Kopregest
PLAKKAAT BETREFFENDE DE NALEVING VAN EEN "KARTEL" TERZAKE VAN DE UITLEVERING VAN DESERTEURS
Regest
Hare Majesteit beveelt de naleving van een overeenkomst, die op 22 juni 1753 te Wenen is gesloten tussen de graaf van Esterhazy en baron van Westerstetten, terzake van de uitwisseling van deserteurs van de legers van Hare Majesteit en van die van de Keurvorst van de Palts. De conventie is op 1 juli 1753 door Maria Theresia geratificeerd.
De overeenkomst houdt in, dat deserteurs moeten worden aangehouden en met hun wapens en uitrusting zullen worden teruggegeven, tegen vergoeding van de gemaakte kosten. Een beloning wordt in het vooruitzicht gesteld aan burgers, die deserteurs aanbrengen. Wederzijdse officieren mogen deserteurs niet vervolgen op het grondgebied van de andere mogendheid. Hulp aan deserteurs wordt arbitrair gestraft.
Wervingsofficieren mogen geen deserteurs uit het andere kamp recruteren. Onderdanen van beide contracterende mogendheden, die zich in dienst van de andere mogendheid bevinden, moeten in de gelegenheid worden gesteld zich in dienst van de eigen vorst te begeven. De verplichting deserteurs uit te wisselen strekt zich niet uit tot landgenoten die het leger van de andere contracterende mogendheid verlaten. De overeenkomst zal in de legerplaatsen bij trommelslag worden gepubliceerd. De burgerlijke overheden kunnen met publicatie door middel van "pleckbiljetten" volstaan.
Wetgevende Instantie
op naam van Maria Theresia
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
October 31, 1753
Paraaf toezendende instantie
Steenh. vt.
Signatuur
vanwege de keizerin en koningin
Contrasignatuur
F.J. Misson
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Toezendende instantie
vanwege de keizerin en koningin
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Bijzonderheden
De verordening wordt door het Hof van Gelre ondanks een vormfout in het mandement van executie zonder praejudicie van de voorrechten van de Souvereine Raad afgekondigd. In de aanhef van het mandement worden "President ende luijden van onse Rekencaemer" vermeld vóór "Cancellaer ende luijden van onsen raede in Gelderlande". Bij depêche van 22 december 1753 haast de Geheime Raad zich te verzekeren, dat deze vormfout geen inbreuk beoogt op de rang en voorrechten van het hof (KDB 3, fol. 57-59). Volgens ROPBa 3.7.268, noot, was de Geheime Raad van mening, dat de verordening niet op de gebruikelijke wijze gepubliceerd zou moeten worden, om de rechterlijke officieren niet in een kwaad daglicht te stellen. Het voornemen de verordening alleen te laten registreren is in het Overkwartier blijkbaar niet uitgevoerd.
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1753/p17531031_3.djvu
OO17531031_3
Identifier
ark:/27364/e11SijH