REGLEMENT VOOR STAD EN BUITENIE VAN WEERT

Item

Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1740-08-29
Vindplaats
Ms K 10.153-167, e.a.
Kopregest
REGLEMENT VOOR STAD EN BUITENIE VAN WEERT
Regest
Stad en Buitenie van Weert worden tot één gemeente samengevoegd, zoals vóór 1589. De gemeente heeft twee burgemeesters, jaarlijks uit de gebruikelijke voordracht aan te wijzen door de heer van Weert. De een fungeert als binnenburgemeester der stad; de ander als buitenburgemeester der Buitenie. De gemeente telt zeven schepenen: drie uit stad en Buitenie elk, één uit de Voorpoorten van Weert. Verder zijn er acht raden, altijd één uit de Voorpoorten en alternerend drie dan wel vier uit stad en Buitenie elk. De helft van de armenmeesters en kerkemeesters wordt benoemd door de stad; de andere helft door de Buitenie. De functies van de regenten van de Buitenie en van hun boekhouder worden opgeheven. Het reglement heeft betrekking op de inning van accijnzen en imposten, het afhoren van de burgemeestersrekeningen, de samenvoeging van de fondsen van stad en Buitenie, de gezamenlijke aflossing van de gemeenschappelijke schulden, aangegaan vóór 1589 en de separate aflossing van de schulden door stad en Buitenie afzonderlijk tussen 1589 en 1740 aangegaan. Het wordt de gemeente verboden zonder octrooi nieuwe obligaties aan te gaan. Bede en contributies moeten volgens de oude matrikel van het Land van Weert worden omgeslagen. Een overzicht van de achterstallige betalingen moet worden opgesteld. De archieven van stad en Buitenie moeten worden samengevoegd en zullen voortaan op het stadhuis worden bewaard.
De opbrengsten der accijnzen worden als vanouds bestemd voor het onderhoud van wegen en bruggen. De overschotten moeten worden besteed ter delging van de openstaande schulden van vóór 1589. De accijnzen worden met het oog daarop verhoogd. Het reglement specificeert de bedragen die voortaan, op straffe van boete, bij wijze van accijns op bier, brandewijn, wijn en dergelijke zullen moeten worden opgebracht door brouwers, herbergiers en particulieren. Om fraude te voorkomen moeten de brouwersketels en de distilleerinrichtingen worden geijkt. Karrevoerders mogen geïmporteerd bier niet ontladen zonder permissie van de lokale overheid. Alvorens de brouwers het vuur onder hun ketels ontsteken, moeten zij eveneens de magistraat verwittigen. Alleen de schout en de prior van de reguliere kanunniken van Onze Lieve Vrouw genieten exemptie van accijnzen en imposten.
Alvorens de wethouders zich op kosten van de gemeente in processen verwikkelen, moeten zij het advies inwinnen van drie door de kanselier van het Hof van Gelre aan te wijzen advocaten. Om de kosten van deputaties naar Brussel te drukken, wordt bepaald dat voor dergelijke bezendingen permissie nodig is van de hoofd-voorzitter van de Geheime Raad. Zijne Majesteit behoudt zich de interpretatie van het reglement nadrukkelijk voor.
Wetgevende Instantie
op naam van Karel VI
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
August 29, 1740
Paraaf toezendende instantie
Steenh. vt.
Signatuur
vanwege de keizer en koning
Contrasignatuur
J.J. Leroy
Zegel
grootzegel
Vorm
geschreven
Taal
Frans
Geldingsgebied
Weert
Bijzonderheden
De verordening is op 20 juli 1755 te Obbicht en Papenhoven opnieuw gepubliceerd (Sb Obbicht 114).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1740/p17400829.djvu
OO17400829
Identifier
ark:/27364/e10cHPf