ROYALE DEPÊCHE AAN DE LANDVOOGD, EUGENIUS VAN SAVOYE, TERZAKE VAN DE BEVOEGDHEID VAN DE PROVINCIALE JUSTITIEHOVEN OM OCTROOIEN TE TOETSEN
Item
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1722-12-26
Vindplaats
P 6, fol. 114v-116r, e.a. ROPBa 3.3.335
Kopregest
ROYALE DEPÊCHE AAN DE LANDVOOGD, EUGENIUS VAN SAVOYE, TERZAKE VAN DE BEVOEGDHEID VAN DE PROVINCIALE JUSTITIEHOVEN OM OCTROOIEN TE TOETSEN
Regest
Karel VI verklaart dat het de provinciale hoven niet geoorloofd is zich bezig te houden met de geheime instructie, die Philips IV aan de landvoogdes Isabella heeft gegeven na het overlijden van aartshertog Albert. De provinciale hoven mogen niet roeren aan de vraag of de landvoogdes bevoegd is geweest om octrooien te verlenen, die in strijd zijn met het Eeuwig Edict van 1611 (PB 4.459). Deze depêche zal de provinciale hoven als wet dienen in alle processen betreffende dergelijke octrooien.
Wetgevende Instantie
op naam van de keizer en koning
Plaats van uitvaardiging
Wenen
Datum uitvaardiging
December 26, 1722
Paraaf toezendende instantie
Prin.s. de Card.a. ps. vt.
Signatuur
Karel VI <br>J.B. de Heems (pro copie conform)
Contrasignatuur
A.F. de Kurz
Zegel
zegel op een ster van papier
Toezendende instantie
gevolmachtigd minister, markies van Prié
Plaats van toezending
Brussel
Datum van toezending
February 12, 1723
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
J.B. van Heems
Uitvoerende instantie
kanselier en raden
Datum ontvangst
February 20, 1723
Geldingsgebied
Elmpt, Cruchten
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1722/p17221226.djvu
OO17221226
Identifier
ark:/27364/e1geAPG