NADER-PLAKKAAT TERZAKE VAN DE CONFISCATIE VAN GOEDEREN VAN DE PARTIJGANGERS VAN DE "HERTOG VAN ANJOU" (PHILIPS V)

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1716-07-17
Vindplaats
P 6, fol. 21v-25r, e.a. ROPBa 3.3.31
Kopregest
NADER-PLAKKAAT TERZAKE VAN DE CONFISCATIE VAN GOEDEREN VAN DE PARTIJGANGERS VAN DE "HERTOG VAN ANJOU" (PHILIPS V)
Regest
(?1716-05-16) ten vervolge, wordt nogmaals aangegeven wiens goederen geconfisqueerd moeten worden en op welke wijze dat moet geschieden. De goederen van partijgangers van Anjou, die ten tijde van de afkondiging van de eerdere verordening nog in zijn dienst waren, en van degenen die zich met paspoorten van de zeemogendheden of van de gevolmachtigd minister weer in de Oostenrijkse Nederlanden hebben gevestigd, zonder de eed van trouw aan het nieuwe regime af te leggen in handen van Alexander Otto, graaf van Vehlen, opperbevelhebber van de Oostenrijkse strijdkrachten in de Nederlanden, dienen geconfisqueerd te worden.
Beschikkingen over, en vervreemdingen en bezwaringen van bedoelde goederen worden met terugwerkende kracht tot 16 mei 1716 ongedaan gemaakt. Pachters, huurders, bezitters en bewindvoerders van dergelijke goederen, schuldenaren van renten, pachten en obligaties, en notarissen die sedert 16 mei betrokken zijn geweest bij transacties met dergelijke goederen, moeten de overheid hiervan in kennis stellen.
Lokale overheden en ontvangers dienen lijsten op te stellen van confisquabele goederen en die in handen te stellen van een der ontvangers der confiscatiën (in het Overkwartier: Peter Provins). Nalatigheid wordt met een forse geldboete gestraft. Huurcelen, pachtregisters, akten van scheiding en deling, testamenten en dergelijke documenten terzake van confisquabele goederen moeten aan de ontvanger worden overgedragen. De gevolmachtigd minister zal gedelegeerde rechters* aanwijzen om de geschillen die hierdoor zouden kunnen rijzen te beslechten. Een beloning wordt uitgeloofd voor het aanbrengen van confisquabele goederen. De aanbrenger zal echter onder ede moeten verklaren, dat hij geen aangifte heeft gedaan in naam van iemand die ambtshalve tot confiscatie gehouden is. Dit om te voorkomen dat ten onrechte beloningen worden uitgekeerd.
Wetgevende Instantie
op naam van Karel VI
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
July 17, 1716
Signatuur
graaf van Königsegg
Contrasignatuur
J.B. van Erp
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Raad van Financiën
Toezendende instantie
gevolmachtigd minister, graaf van Königsegg
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
vanwege de koning
Uitvoerende instantie
kanselier en raden
Datum ontvangst
July 24, 1716
Datum afkondiging
July 24, 1716
Bijzonderheden
Aanvullende instructies terzake van de heffingen op laken, textiel, hoornvee, suiker en lompen worden gegeven in een order van 10 maart 1717 (PB 10a.458).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1716/p17160717.djvu
OO17160717
Identifier
ark:/27364/e1o6Gzk