ROYALE DEPÊCHE TERZAKE VAN DE ADMINISTRATIE DER JUSTITIE IN HET OVERKWARTIER

Item

Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1720-10-12
Vindplaats
P 6, fol. 91r-92r, a.a.; Ms K. 5.209; Audiëntie, lias 258 ROPBa 3.5.LXXXIII, noot 3
Kopregest
ROYALE DEPÊCHE TERZAKE VAN DE ADMINISTRATIE DER JUSTITIE IN HET OVERKWARTIER
Regest
De depêche, gericht aan de landvoogd Eugenius van Savoye, omschrijft de nieuwe personeelsformatie van het Hof van Gelre, dat wordt aangeduid als "conseil provincial" (in plaats van het gebruikelijke "conseil souverain"). Het Hof zal voortaan bestaan uit de kanselier, tevens stadhouder der lenen, twee raden costumier, drie raden van de lange tabberd en een fiscaal, die tevens als raad-ordinaris optreedt in niet-fiscale zaken. Daarnaast beschikt het Hof over de diensten van een griffier, een deurwaarder, twee bodes en een kapelaan. De gage van de kanselier wordt gesteld op duizend florijnen. De overige dignitarissen blijven hetzelfde honorarium genieten als voorheen, met dien verstande dat de momber nooit meer zal kunnen verdienen dan een raad-ordinaris. Bij afwezigheid van de momber moeten diens taken worden vervuld door de jongste raad-ordinaris, zonder extra vergoeding. De beide raden van de korte tabberd moeten minstens gedurende zes maanden per jaar aanwezig zijn. Zij mogen niet gelijktijdig absent zijn.
Wetgevende Instantie
op naam van de keizer en koning
Plaats van uitvaardiging
Wenen
Datum uitvaardiging
May 8, 1720
Paraaf toezendende instantie
Pri.s. de Carda Ps. vt.
Signatuur
Karel
Contrasignatuur
A.F. de Kurz
Toezendende instantie
gevolmachtigd minister, markies van Prié
Plaats van toezending
Brussel
Datum van toezending
October 12, 1720
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
markies van Prié
J.A. Snellinck
Elis.m. vt.
Uitvoerende instantie
president en raden
Datum afkondiging
October 30, 1720
Geldingsgebied
Hof van Gelre
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1720/p17201012.djvu
OO17201012
Identifier
ark:/27364/e1HT9XX