ORDONNANTIE TERZAKE VAN ILLEGAAL WAPENBEZIT
Item
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1734-03-24
Vindplaats
P 7, fol. 121r-126r, e.a. ROPBa 3.4.545
Kopregest
ORDONNANTIE TERZAKE VAN ILLEGAAL WAPENBEZIT
Regest
De verordeningen van 22 juni 1589 (PV 2.169), 31 januari 1614 (PV 2.710) en 16 october 1640 (PV 4.125) ten vervolge, behelst de verordening een integraal verbod van het dragen en gebruiken van zakpistolen, vuurwapens vermomd als stokken of steekwapens. De verordening voorziet in diverse straffen, al naar gelang men dergelijke wapens slechts bezit, ermee dreigt, er iemand mee verwondt, of er iemand mee doodt. De straffen variëren van een geldboete, water en brood of tepronkstelling met een ijzeren halsband, via geseling, geseling onder de galg en een brandmerk, tot eeuwige verbanning, confiscatie van goederen en de dood door de strop. Indien de opbrengst van de confiscatie niet voldoende is om de schuld te delgen, wordt verbanning als supplementaire straf opgelegd. De verordening heeft afschaffende werking ten aanzien van contrariërende bepalingen van costumier recht.
Slagers mogen onder bepaalde voorwaarden voor hun ambacht gebruik maken van gepunte messen. Andere bezitters van dergelijke messen moeten de punt ervan verwijderen. Herbergiers dienen messentrekkers over te leveren aan de justitie. De rechterlijke officieren moeten van tijd tot tijd huiszoeking doen naar verboden wapens.
Boeten die krachtens dit plakkaat zijn opgelegd, zijn onmiddellijk executabel. Bezwaar kan slechts worden aangetekend nadat de penningen zijn gestort (na "namptissement" der penningen). De rechterlijke officieren mogen geen schikking treffen met overtreders, op straffe dat hierin te hunner laste zal worden voorzien.
Slagers mogen onder bepaalde voorwaarden voor hun ambacht gebruik maken van gepunte messen. Andere bezitters van dergelijke messen moeten de punt ervan verwijderen. Herbergiers dienen messentrekkers over te leveren aan de justitie. De rechterlijke officieren moeten van tijd tot tijd huiszoeking doen naar verboden wapens.
Boeten die krachtens dit plakkaat zijn opgelegd, zijn onmiddellijk executabel. Bezwaar kan slechts worden aangetekend nadat de penningen zijn gestort (na "namptissement" der penningen). De rechterlijke officieren mogen geen schikking treffen met overtreders, op straffe dat hierin te hunner laste zal worden voorzien.
Wetgevende Instantie
op naam van Karel VI
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
March 24, 1734
Paraaf toezendende instantie
Colo. vt.
Signatuur
vanwege de keizer en koning
Contrasignatuur
bij afwezigheid van de audiencier, C.H. Cosqui
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad
Toezendende instantie
landvoogdes, Maria Elisabeth
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
Maria Elisabeth
Uitvoerende instantie
kanselier en raden
Datum ontvangst
April 21, 1734
Datum afkondiging
April 21, 1734
Bijzonderheden
Zie hierna (?1746-01-12).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1734/p17340324.djvu
OO17340324
Identifier
ark:/27364/e1UasAo