ORDONNANTIE TERZAKE VAN ADELSTITELS EN ADELLIJKE PRIVILEGES
Item
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1735-05-06
Vindplaats
P 7, fol. 141r-142v, e.a. ROPBa 3.5.40
Kopregest
ORDONNANTIE TERZAKE VAN ADELSTITELS EN ADELLIJKE PRIVILEGES
Regest
De verordening van 14 augustus 1734 (ROPBa 3.4.557) waarvan de uitvoering voorlopig was opgeschort ten vervolge, wordt bepaald dat al degenen, die zich adelsbrieven hebben verworven van andere instanties dan de Hoge Raad der Nederlanden te Wenen, hun patenten ter bevestiging mogen aanbieden aan deze instantie. Bij wijze van uitzondering zal voor de confirmatie van de patenten slechts de helft van de leges worden geheven, die er krachtens de verordening van 2 october 1637 (PV 3.1395) verschuldigd geweest zouden zijn. Deze reductie blijft van kracht totdat een nader reglement terzake zal zijn uitgevaardigd.
Wetgevende Instantie
op naam van de landvoogdes, Maria Elisabeth
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
May 6, 1735
Paraaf toezendende instantie
Colo. vt.
Signatuur
Maria Elisabeth
Contrasignatuur
graaf van Cuvelier
Vorm
gedrukt
Taal
Frans
Toezendende instantie
landvoogdes, Maria Elisabeth
Plaats van toezending
Brussel
Datum van toezending
May 13, 1735
Uitvoerende instantie
kanselier en raden
Datum ontvangst
May 21, 1735
Datum afkondiging
May 21, 1735
Bijzonderheden
* Blijkens de preambule was het inmiddels niet ongebruikelijk om in de diverse stadia van een proces de voortvluchtige verdachte opnieuwe drie maal te citeren met een tussenpoos van telkens twee weken. Deze praktijk verlengde de procesgang al te zeer.
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1735/p17350506.djvu
OO17350506
Identifier
ark:/27364/e1OkRii