DIPLOMA TERZAKE VAN DE RECHTERLIJKE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE TE ROERMOND

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1737-10-02
Vindplaats
P 7, fol. 205r-210v, e.a. ROPBa 3.5.191; Miraeus Opera Diplomatica 4.710
Kopregest
DIPLOMA TERZAKE VAN DE RECHTERLIJKE EN BESTUURLIJKE ORGANISATIE TE ROERMOND
Regest
Het diploma regelt de samenvoeging van het Hof van Gelre en de magistraat van Roermond tot één lichaam met bestuurlijke, rechterlijke en financiële bevoegdheden, onder de naam van Provinciale Raad van het Hertogdom Gelre. De Provinciale Raad zal bestaan uit een kanselier, twee raden costumier en zeven gegradueerde raden. De Raad zal zitting houden in twee kamers. De eerste kamer, gevormd door de kanselier, de oudste costumiere raad, de twee oudste raden-ordinaris en de raad-fiscaal of momber, is competent voor de bestuurlijke en rechterlijke zaken die voorheen door het Hof werden behandeld. Bovendien is de Raad bevoegd in die zaken waarbij de tweede kamer, als opvolger van de magistraat, partij is. De eerste kamer spreekt recht bij arrest, zonder appèl. Revisie is slechts mogelijk "op propositie van erreur". In een dergelijk geval treden de jongste raad-costumier en vier raden-ordinaris, die niet bij de totstandkoming van het vonnis betrokken zijn geweest, op als reviseurs. Aanvulling van buitenaf is mogelijk als het belang van de zaak zulks vereist, of indien de magistraat partij in het geding is.
De tweede kamer vervult de taken die van oudsher aan de magistraat van Roermond en het Hoofdgerecht waren toevertrouwd. Jaarlijks wordt door de voltallige raad een voordracht van drie opgemaakt uit de zes raden ordinaris de raad en momber is van de verkiezing uitgesloten waarvan één door de keizer tot burgemeester zal worden benoemd. De tweede kamer bestaat verder uit de jongste raad-costumier en de drie jongste raden-ordinaris.
Voor zover appèl van magistraatsbeslissingen van oudsher mogelijk was, kan men thans in beroep gaan bij de kanselier en andere niet-betrokken raden. De tweede kamer onder leiding van de burgemeester is belast met de "politie" (taken van bestuur) en het beheer van de openbare (stads-) middelen. De kamers vergaderen gezamenlijk, indien de aard der problemen dat vereist.
Beide kamers beschikken over een eigen griffier; het overige personeel bestaat uit de ontvanger en vier deurwaarders. Er is een afvloeiingsregeling getroffen voor de door de reorganisatie overbodig geworden raden en schepenen. De ontvanger van de Provinciale Raad moet jaarlijks een bedrag ter grootte van de uitgespaarde salarissen van de voormalige magistraat, secretarissen, ontvangers en deurwaarders van de stad Roermond betalen aan de ontvanger-generaal van het Overkwartier.
Indien men binnen het Oostenrijks Overkwartier geen gequalificeerde edelen kan vinden om een vacante plaats van raad costumier op te vullen, dan mag men edelen uit de "gedemembreerde" delen van het Overkwartier daartoe aanzoeken. De Provinciale Raad krijgt het recht van voordracht op dezelfde voet als reeds bij patent van 12 september 1736 (ROPBa 3.5.119) werd toegestaan aan de provinciale hoven van Brabant, Luxemburg, Vlaanderen en Namen. Zijne Majesteit behoudt zich het recht voor om de verordening naar believen aan te passen en te wijzigen.
Wetgevende Instantie
op naam van Karel VI
Plaats van uitvaardiging
Wenen
Datum uitvaardiging
October 2, 1737
Paraaf toezendende instantie
Roc.ti. vt.
Signatuur
Karel VI
Contrasignatuur
A.F. Baron de Kurz
Zegel
grootzegel "et y appendoit & un cordon de soye le grand séel de S.M. dans une caisse de fer blanc"
Vorm
gedrukt
Taal
Frans
Adviserende Instantie
Hoge Raad voor de Nederlanden, gezien het prealabele advies van de Staten van het Overkwartier en van de Geheime Raad
Toezendende instantie
landvoogdes, Maria Elisabeth
Plaats van toezending
Brussel
Datum van toezending
November 16, 1737
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
Maria Elisabeth
C.H. Cosqui
Steenh. vt.
Uitvoerende instantie
kanselier en raden
Datum ontvangst
November 27, 1737
Datum afkondiging
November 27, 1737
Geldingsgebied
Oostenrijks Overkwartier
Bijzonderheden
Naar aanleiding van deze ordonnantie decreteert het Hof van Gelre, dat eenieder die exemplaren van het gewraakte boek bezit, ze binnen een week moet inleveren bij de momber op straffe van een boete van honderd goudguldens. De openbare verbranding van het boek is vastgesteld op 4 september 1737, des voormiddags om 11 uur op de Grote Markt te Roermond (P 7, fol 204r). <br> Reeds op 27 augustus 1736 gaf deze "Roermondse vrouwenroof" aanleiding tot een publicatie van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden, omdat een en ander zich afspeelde in het ambt van Montfort, d.w.z. onder het ressort van de Generaliteit (GPB 6.380).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1737/p17371002.djvu
OO17371002
Identifier
ark:/27364/e1mRuqE