PLAKKAAT TERZAKE VAN DE MUNTSLAG EN TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE
Item
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1749-09-19_1
Vindplaats
P 9, fol. 19r-41r, e.a. ROPBa 3.6.472
Kopregest
PLAKKAAT TERZAKE VAN DE MUNTSLAG EN TERZAKE VAN DE MUNTCIRCULATIE
Regest
De verordening behelst de specificaties van de nieuwe gouden, zilveren en koperen munten van Maria Theresia. Buitenlandse muntsoorten, waarvan de circulatie niet nadrukkelijk wordt toegestaan, worden verboden. Voordat buitenlandse munten uitgegeven mogen worden, moeten zij eerst worden gewogen. Vastgelegd wordt hoe het wegen moet geschieden en voor welk deel een betaling in klein geld mag geschieden.
Dubbele en enkele gouden souvereinen van Oostenrijk zijn wettig betaalmiddel. Het niet accepteren van deze munten is strafbaar met een boete van duizend guldens. Lichte en geschroeide dukaten kunnen bij wisselaars worden ingeleverd;* evenals zilveren munten van goed allooi. De muntmeesters dienen vijfentwintig gulden per mark fijn zilver te vergoeden. Het is verboden niet-gangbare munten in betaling aan te nemen of gangbare te accepteren tegen een hogere koers, op straffe van confiscatie van de penningen en een boete. Meesters zijn aansprakelijk voor hun knechten; rentmeesters voor hun commiezen. Ontvangers (van in- en uitgaande rechten) die deze voorschriften overtreden worden voorbeeldig gestraft. Rentmeesters en ontvangers moeten alle betalingen zelf verrichten of ze doen verrichten door be0digde personen. Het wegen van goudstukken met het oogmerk de zwaardere stukken achter te houden is verboden, op straffe van tien jaar verbanning extra. Het omsmelten van munten is al evenmin toegestaan. Stipulaties in contracten over de muntsoort waarin de betaling moet worden verricht zijn nietig.
Wie opzettelijk lichte dukaten invoert met het oogmerk ze in omloop te brengen, riskeert arbitraire straffen. Invoer ter ommunting is geoorloofd, mits aangifte wordt gedaan bij de kantoren van in- en uitgaande rechten. Valsemunters riskeren verbanning of arbitraire straffen. Om de daders van muntmisdrijven te kunnen achterhalen wordt de mogelijkheid geschapen degenen die geld van verdachte herkomst in betaling hebben aangenomen onder ede gerechtelijk te verhoren. De stedelijke overheden moeten wisselaars aanstellen om voor biljoen verklaarde munten in te kopen voor de munthuizen, die het alleenrecht hebben van munten om te smelten. De gezworen wisselaars mogen goud en zilver in baren laten gieten, mits het metaal naar de munthuizen wordt overgebracht. Goud- en zilversmeden behoeven speciale machtiging om als wisselaars op te kunnen treden (?1750-08-20).
De uitvoer van edel metaal zonder toestemming is verboden. Tegen verdachten zal "bij apprehensie van hunne persoon" worden geprocedeerd. Indien zij deviezensmokkel vermoeden, mogen de rechterlijke officieren pakken, kisten, balen en andere verdachte verpakkingen aan een onderzoek onderwerpen, mits de visitatie geschiedt in aanwezigheid van afzender en geadresseerde.
De rechterlijke officieren moeten strikt de hand houden aan de verordening. Indien zij nalatig zijn, zullen speciale commissarissen op hun kosten de naleving van de verordening verzekeren. Bij preventie mogen de officieren ook buiten hun ressort optreden. Indien een overtreder van het plakkaat gratie krijgt, zal toch het aandeel van de officier-exploitant worden uitbetaald.
Muntprocessen mogen niet als civiele zaken worden geïnstrueerd. De verdachte zal als verstoorder van de publieke rust in persoon terecht staan, zonder rechtskundige hulp. De stijl van procederen in criminele zaken zal worden gevolgd bij het horen en recolleren van getuigen. Ook medeplichtigen worden toegelaten als getuigen. In zaken van minder belang zullen de getuigen op hun eed worden geloofd, tenzij er bijkomende circumstanties zijn. Vonnissen zijn uitvoerbaar bij voorraad, zonder appèl of reformatie. Insolvente veroordeelden riskeren arbitraire correctie. Indien een verdachte op heterdaad is betrapt of er twee getuigen zijn, dan mag hij zich niet in rechte verweren, tenzij hij borg stelt voor de boete waarin hij wordt geacht vervallen te zijn.
Hare Majesteit behoudt zich de interpretatie van de verordening nadrukkelijk voor. De rechterlijke officieren moeten onder ede beloven haar strikt toe te passen. Beëdigde verklaringen terzake worden door tussenkomst van de raden-fiscaal ingewacht bij de Geheime Raad. Weigering van de eed leidt tot ontslag. Een officier die na het afleggen der eed in strijd handelt met de voorschriften zal op aanklacht van valsheid worden vervolgd. Alle bestuurlijke instellingen zullen via de raden-fiscaal regelmatig rapport uit moeten brengen over de effecten van de verordening. De privileges de non confisquando worden voor wat muntovertredingen betreft opgeheven.
Dubbele en enkele gouden souvereinen van Oostenrijk zijn wettig betaalmiddel. Het niet accepteren van deze munten is strafbaar met een boete van duizend guldens. Lichte en geschroeide dukaten kunnen bij wisselaars worden ingeleverd;* evenals zilveren munten van goed allooi. De muntmeesters dienen vijfentwintig gulden per mark fijn zilver te vergoeden. Het is verboden niet-gangbare munten in betaling aan te nemen of gangbare te accepteren tegen een hogere koers, op straffe van confiscatie van de penningen en een boete. Meesters zijn aansprakelijk voor hun knechten; rentmeesters voor hun commiezen. Ontvangers (van in- en uitgaande rechten) die deze voorschriften overtreden worden voorbeeldig gestraft. Rentmeesters en ontvangers moeten alle betalingen zelf verrichten of ze doen verrichten door be0digde personen. Het wegen van goudstukken met het oogmerk de zwaardere stukken achter te houden is verboden, op straffe van tien jaar verbanning extra. Het omsmelten van munten is al evenmin toegestaan. Stipulaties in contracten over de muntsoort waarin de betaling moet worden verricht zijn nietig.
Wie opzettelijk lichte dukaten invoert met het oogmerk ze in omloop te brengen, riskeert arbitraire straffen. Invoer ter ommunting is geoorloofd, mits aangifte wordt gedaan bij de kantoren van in- en uitgaande rechten. Valsemunters riskeren verbanning of arbitraire straffen. Om de daders van muntmisdrijven te kunnen achterhalen wordt de mogelijkheid geschapen degenen die geld van verdachte herkomst in betaling hebben aangenomen onder ede gerechtelijk te verhoren. De stedelijke overheden moeten wisselaars aanstellen om voor biljoen verklaarde munten in te kopen voor de munthuizen, die het alleenrecht hebben van munten om te smelten. De gezworen wisselaars mogen goud en zilver in baren laten gieten, mits het metaal naar de munthuizen wordt overgebracht. Goud- en zilversmeden behoeven speciale machtiging om als wisselaars op te kunnen treden (?1750-08-20).
De uitvoer van edel metaal zonder toestemming is verboden. Tegen verdachten zal "bij apprehensie van hunne persoon" worden geprocedeerd. Indien zij deviezensmokkel vermoeden, mogen de rechterlijke officieren pakken, kisten, balen en andere verdachte verpakkingen aan een onderzoek onderwerpen, mits de visitatie geschiedt in aanwezigheid van afzender en geadresseerde.
De rechterlijke officieren moeten strikt de hand houden aan de verordening. Indien zij nalatig zijn, zullen speciale commissarissen op hun kosten de naleving van de verordening verzekeren. Bij preventie mogen de officieren ook buiten hun ressort optreden. Indien een overtreder van het plakkaat gratie krijgt, zal toch het aandeel van de officier-exploitant worden uitbetaald.
Muntprocessen mogen niet als civiele zaken worden geïnstrueerd. De verdachte zal als verstoorder van de publieke rust in persoon terecht staan, zonder rechtskundige hulp. De stijl van procederen in criminele zaken zal worden gevolgd bij het horen en recolleren van getuigen. Ook medeplichtigen worden toegelaten als getuigen. In zaken van minder belang zullen de getuigen op hun eed worden geloofd, tenzij er bijkomende circumstanties zijn. Vonnissen zijn uitvoerbaar bij voorraad, zonder appèl of reformatie. Insolvente veroordeelden riskeren arbitraire correctie. Indien een verdachte op heterdaad is betrapt of er twee getuigen zijn, dan mag hij zich niet in rechte verweren, tenzij hij borg stelt voor de boete waarin hij wordt geacht vervallen te zijn.
Hare Majesteit behoudt zich de interpretatie van de verordening nadrukkelijk voor. De rechterlijke officieren moeten onder ede beloven haar strikt toe te passen. Beëdigde verklaringen terzake worden door tussenkomst van de raden-fiscaal ingewacht bij de Geheime Raad. Weigering van de eed leidt tot ontslag. Een officier die na het afleggen der eed in strijd handelt met de voorschriften zal op aanklacht van valsheid worden vervolgd. Alle bestuurlijke instellingen zullen via de raden-fiscaal regelmatig rapport uit moeten brengen over de effecten van de verordening. De privileges de non confisquando worden voor wat muntovertredingen betreft opgeheven.
Wetgevende Instantie
op naam van Maria Theresia
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
September 19, 1749
Paraaf toezendende instantie
Steenh. vt.
Signatuur
vanwege de keizerin en koningin
Contrasignatuur
A.J. Bollaert
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad, superintendantdirecteur-generaal, raden en commiezen van domeinen en financiën
Toezendende instantie
landvoogd, Karel van Lotharingen
Plaats van toezending
Brussel
Datum van toezending
September 25, 1749
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
Karel van Lotharingen
F.J. Misson
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Datum ontvangst
October 1, 1749
Datum afkondiging
October 3, 1749
Bijzonderheden
In opdracht van de Geheime Raad zendt het Hof van Gelre op 26 september 1749 de relazen van publicatie naar Brussel. Bij decreet van 27 november 1749 geeft de landvoogd opdracht aan de stadscommandant van Roermond om in het buitengebied van de stad te laten patrouilleren door de "invaliden" van het garnizoen, zijnde de bewoners der gesloten steden exempt van wachtdiensten ten plattelande (CB 15, fol. 1). Bij decreet van 10 december 1754 gelast de landvoogd de verordening voortaan jaarlijks in januari opnieuw te publiceren (P 9, fol. 173r-174r). Bij decreet van 19 augustus 1767 gelast de Geheime Raad jaarlijkse herpublicatie binnen veertien dagen na Pasen (ROPBa 3.9.339 en P 10, fol. 204v). Krachtens decreet van de Geheime Raad van 16 november 1786 wordt de verordening op 22 november 1786 nogmaals gepubliceerd (ROPBa 3.12.583 en P 15, fol. 269-270). Zie hierna (?1753-05-18), (?1755-11-14_1), (? 1770-10-02), (?1771-10-25), (?1772-02-26), (?1782-09-14), (?1785-09-03_1) en (?1785-09-26).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1749/p17490919_1.djvu
OO17490919_1
Identifier
ark:/27364/e12I645