PLAKKAAT TERZAKE VAN HET "DENOMBREMENT" DER LENEN

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1752-06-22
Vindplaats
P 9, fol. 104r-108v, e.a. ROPBa 3.7.116
Kopregest
PLAKKAAT TERZAKE VAN HET "DENOMBREMENT" DER LENEN
Regest
In opdracht van Hare Majesteit moeten alle houders van lenen en heerlijke rechten, die van haar leenroerig zijn, een specifiek overzicht van lenen en rechten indienen bij de stadhouder der lenen van het leenhof, alwaar zij onderhavige lenen en rechten hebben verheven. Deze verplichting geldt ook voor de houders van achterlenen, die via een heerlijk leenhof indirect van Hare Majesteit afhangen. Houders van goederen "in de dode hand" moeten daarbij authentieke afschriften overleggen van gift-, consent- en amortisatiebrieven, op straffe van het verlies van de effecten van dien. De leengriffier zal aantekening houden van de ingediende overzichten in een register van denombrementen. De denombrementen zullen met oudere lijsten worden vergeleken. Indien beide niet met elkaar in overeenstemming zijn, volgt een summiere procedure voor het leenhof. Indien de antwoorden van de houder van het leen onbevredigend zijn, worden de revenuen van het leen voorlopig in beslag genomen door de stadhouders der lenen, die over het beheer rekening en verantwoording schuldig zijn aan de Rekenkamer. De Rekenkamer zal de stadhouders der lenen autorisatie verlenen om tegen nalatige leenmannen te kunnen procederen.
De houder van het leen dient de griffier op de hoogte te brengen van nieuwe splijtingen en afdelingen van het leen, onder overlegging van authentieke afschriften van de akten van "goedenisse" en transport. Elke "afdeling" van een "gespleten" leen moet afzonderlijk worden verheven, alle costumen ter contrarie worden opgeschort. Hare Majesteit wijst er verder nog op dat, volgens art. 183 van de instructie van de Raad van Financiën (ROPBa 3.4.471), omzetting van "quade" lenen (alleen in mannelijke linie vererfbare lenen) in "goede" of "perpetuele" lenen niet mogelijk is.
Wetgevende Instantie
op naam van Maria Theresia
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
June 22, 1752
Paraaf toezendende instantie
Steenh. vt.
Signatuur
vanwege de keizerin en koningin
Contrasignatuur
F.J. Misson
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad
Toezendende instantie
vanwege de keizerin en koningin
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Datum ontvangst
July 5, 1752
Datum afkondiging
July 5, 1752
Bijzonderheden
De verordening vervangt (?1752-03-06). Ze wordt uitgevaardigd in opdracht van de landvoogd, Karel van Lotharingen (missive van 3 maart 1752 (P 9, fol. 102)), die hiermee anticipeert op een advies van kanselier en raden, gedateerd 4 maart 1752 (P 9, fol. 100). Bij missive van 13 maart 1752 bevestigt het Hof van Gelre de uitvaardiging en publicatie van het plakkaat. Men verzoekt tevens om een nieuwe koersaanpassing van "oude" schellingen. Deze remonstrantie wordt op 3 juli 1752 herhaald (P 9, fol. 102r-104r). Zie hierna (?1752-09-02) en (?1752-11-07).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1752/p17520622.djvu
OO17520622
Identifier
ark:/27364/e1J8n4r