EDICT TERZAKE VAN DE ONGEOORLOOFDE AANWEZIGHEID VAN SOLDATEN EN ONDEROFFICIEREN IN DIENST VAN VREEMDE MOGENDHEDEN

Item

Current View
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1783-05-12
Vindplaats
P 13, fol. 151-158, gr. ROPBa 3.12.276
Kopregest
EDICT TERZAKE VAN DE ONGEOORLOOFDE AANWEZIGHEID VAN SOLDATEN EN ONDEROFFICIEREN IN DIENST VAN VREEMDE MOGENDHEDEN
Regest
Joseph II bepaalt dat onderofficieren en soldaten in dienst van vreemde mogendheden zich zonder speciale permissie niet mogen ophouden in de Oostenrijkse Nederlanden, op straffe als bedreigd in (?1751-05-11). Op deze algemene regel zijn drie uitzonderingen mogelijk. Indien de aangehouden buitenlandse militair een onderdaan blijkt te zijn van Zijne Majesteit, die zich in vreemde krijgsdienst heeft begeven, dan wacht hem bestraffing conform (?1738-07-31_1). Indien het een deserteur blijkt te zijn uit het leger van een der mogendheden, waarmee een kartel tot uitlevering van deserteurs is gesloten, dan moet hij worden uitgeleverd. Indien het een gewone militair betreft, dan moet hij worden overgedragen aan het Departement Militair, dat hem voor de keuze zal stellen tussen dienst nemen in de legers van Zijne Majesteit, of vervolgd worden krachtens (?1765-12-14). Nalatige rechterlijke officieren riskeren minimaal vijftig patakons boete.
Wetgevende Instantie
op naam van Joseph II
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
May 12, 1783
Paraaf toezendende instantie
Ne. vt.
Signatuur
vanwege de keizer en koning
Contrasignatuur
De Reul
Zegel
grootzegel (wijlen Maria Theresia)
Vorm
gedrukt
Taal
Frans, Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad
Toezendende instantie
vanwege de keizer en koning
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
ter ordonnantie van Zijne Majesteit
Th. de Reul
Kulb. vt.
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Datum ontvangst
May 24, 1783
Datum afkondiging
May 24, 1783
Bijzonderheden
De noodzaak tot het uitvaardigen van de ordonnantie ontstaat als in september 1782 het corps invaliden, dat met de bewaking van de stad is belast (zie (?1749-07-26) toelichting), wegtrekt. Het aantal burgers is zo gering, dat de magistraat zich genoodzaakt ziet om de suppoosten van het Hof te verzoeken van hun wachtvrijdom af te zien (CB 27, fol. 335). Van dit verzoek stelt het Hof de regering in kennis bij missive van 21 september 1782 (CB 27, fol. 338). Bij depêche van 5 november 1782 krijgt het Hof opdracht een ontwerp van wet terzake op te maken. Bij decreet van 20 maart 1783 wordt het concept "au fond" goedgekeurd, alleen worden aanhef en preambule gewijzigd, zodat de verordening niet op naam van het Hof, maar op naam van Joseph II wordt uitgevaardigd (CB 28, fol. 38-46). De ordonnantie draagt een voorlopig karakter en wordt geacht op de privileges van Hof en geestelijkheid geen inbreuk te maken.
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1783/p17830512.djvu
OO17830512
Identifier
ark:/27364/e1c4B2b