EDICT TERZAKE VAN HET HUWELIJK
Item
Collectie
Oostenrijks Overkwartier
Volgnummer
1784-11-04
Vindplaats
P 14, fol. 59-76, gr. ROPBa 3.12.380
Kopregest
EDICT TERZAKE VAN HET HUWELIJK
Regest
Het edict beoogt een systematisch overzicht te zijn van het huwelijksrecht. Het huwelijk dient te worden beschouwd als een contract civiel, vallend onder de competentie van de burgerlijke rechter. De geestelijke rechter mag derhalve geen kennis nemen van kwesties terzake van de geldigheid van huwelijken, wettigheid van kinderen, van huwelijksbeloften en wat dies meer zij. Het edict geeft een opsomming van omstandigheden die een onvermogen met zich meebrengen om een huwelijk te sluiten: minderjarigheid, reeds gehuwd zijn (bigamie), bepaalde graden van bloed- en aanverwantschap (ongeacht de vraag of de verwanten uit wettige dan wel onwettige band zijn gesproten) en de militaire of geestelijke staat. Militairen moeten voor het aangaan van een huwelijk toestemming hebben van hun commandant, minderjarigen van hun ouders of voogd. Indien er sprake is van herhaaldelijke en onredelijke weigering kunnen zij de burgerlijke rechter inschakelen. Gemengde huwelijken zijn verboden. Het huwelijk wordt in persoon of bij procuratie aangegaan. Vrijwillig consent van partijen is vereist. Ergo, iemand die niet over zijn geestelijke vermogens beschikt, kan niet trouwen. Evenmin kunnen een huwelijk aangaan: overspeligen en personen die elkaars partner doden om met elkaar te kunnen huwen.
Om het huwelijk geldig gesloten te laten zijn, moet het consent vrijwillig gegeven worden ten overstaan van een geestelijke en een getuige, na openbare afkondiging. Ter verkrijging van dispensatie van de huwelijksroepen kan men zich wenden tot de burgerlijke rechter. Krachtens (?1778-08-06) is de pastoor belast met de registratie van het huwelijk. Een huwelijk kan nietig worden verklaard in geval van dwaling of dwang. Indien er sprake is van "onmachtigheid" zulks te constateren met hulp van doctoren, chirurgijns en vroedvrouwen kan het huwelijk eveneens nietig worden verklaard. Het edict regelt voor katholieken de scheiding van tafel en bed, en voor niet-katholieken de absolute scheiding en de rechtsgevolgen ervan. Grond tot echtscheiding geven overspel, kwaadwillige verlating en onoverwinneljke afkeer. Alle wetten, verordeningen en gewoonten ter contrarie worden herroepen.
Om het huwelijk geldig gesloten te laten zijn, moet het consent vrijwillig gegeven worden ten overstaan van een geestelijke en een getuige, na openbare afkondiging. Ter verkrijging van dispensatie van de huwelijksroepen kan men zich wenden tot de burgerlijke rechter. Krachtens (?1778-08-06) is de pastoor belast met de registratie van het huwelijk. Een huwelijk kan nietig worden verklaard in geval van dwaling of dwang. Indien er sprake is van "onmachtigheid" zulks te constateren met hulp van doctoren, chirurgijns en vroedvrouwen kan het huwelijk eveneens nietig worden verklaard. Het edict regelt voor katholieken de scheiding van tafel en bed, en voor niet-katholieken de absolute scheiding en de rechtsgevolgen ervan. Grond tot echtscheiding geven overspel, kwaadwillige verlating en onoverwinneljke afkeer. Alle wetten, verordeningen en gewoonten ter contrarie worden herroepen.
Wetgevende Instantie
op naam van Joseph II
Plaats van uitvaardiging
Brussel
Datum uitvaardiging
September 28, 1784
Paraaf toezendende instantie
Kulb. vt.
Signatuur
vanwege de keizer en koning
Contrasignatuur
De Reul
Zegel
grootzegel
Vorm
gedrukt
Taal
Nederlands
Adviserende Instantie
Geheime Raad
Toezendende instantie
vanwege de keizer en koning
Paraaf, Signatuur, Contrasignatuur toezendende instantie
ter ordonnantie van Zijne Majesteit
Th. de Reul
Uitvoerende instantie
Hof van Gelre
Datum ontvangst
October 13, 1784
Datum afkondiging
October 13, 1784
Bijzonderheden
De verordening is niet uitgevaardigd "ter deliberatie van de landvoogd", maar "met onze zelven welwetentheyd, volle macht en souvereine auctoriteyt". Bij decreet van 13 mei 1786 wordt naar aanleiding van een interessante Gelderse casuspositie besloten, dat indien twee verloofden zich bij de pastoor melden om de voorgeschreven huwelijksafkondigingen te laten doen, maar het de pastoor bekend is dat een der verloofden reeds zijn voorgenomen huwelijk met een andere partij heeft laten aankondigen, het niet aan de pastoor is om de proclamatie te weigeren. De geabandonneerde partij moet zelf in oppositie komen (KDB 3, fol. 131-132). Een ander decreet van dezelfde datum bepaalt, dat pastoors geen huwelijken mogen inzegenen, waartegen volgens het edict geldige beletselen bestaan, op straffe van sequestratie van hun temporele goederen. Indien verloofden in geweten menen kerkelijke dispensatie voor hun huwelijk te behoeven, kunnen zij zich tot de bisschop wenden. Het begaan van buitensporigheden om in de positie te geraken dat dispensatie niet meer geweigerd zou kunnen worden, dient niet te leiden tot het verlenen van de verhoopte dispensatie (KDB 3, fol. 132-133). De verordening wordt door middel van (?1790-01-02) en (?1791-03-16) herroepen. Zie hierna (?1786-05-13_1) (? 1786-05-13_2).
DJVU Jaar
Oostenrijks_Overkwartier/djvu_1784/p17840928.djvu
OO17840928
Identifier
ark:/27364/e1uYMff