• PLAKKAAT TERZAKE VAN HET DISTILLEREN EN INVOEREN VAN BRANDEWIJNEN

    Onder verwijzing naar (? 1692-11-20) en (? 1701-05-30) wordt opnieuw het distilleren of invoeren van brandewijn verboden. De boete gesteld op overtreding van het verbod wordt verviervoudigd. Ketels en fornuizen, die bij het distilleerproces gebruikt worden, moeten bij overtreding van het verbod ontmanteld en (als schroot) aan meester-ketelaars worden verkocht. De nog aanwezige voorraden gedistilleerd worden geacht in weerwil van (? 1701-05-30) te zijn ingevoerd. Rechterlijke officieren moeten ze in beslag nemen en vernietigen. Nalatigheid zulks te doen wordt gestraft met een boete van driehonderd gulden. De werking van het plakkaat wordt nadrukkelijk uitgebreid tot de "terres franches", die vaak van hun bijzondere positie gebruik maken om dergelijke verboden te ontduiken. De overheden van die "vrijheerlijkheden" dienen de verordening onverwijld te publiceren. De Grote Raad zal er zorg voor dragen, dat zulks ook in het zgn. "Debattenland" geschiedt. De pachters der imposten worden bevoegd verklaard ook in de "terres franches" huizen en kelders te visiteren.
  • OCTROOI TERZAKE VAN DE ADMODIATIE VAN DOMEINEN, TOLLEN, IN- EN UITGAANDE RECHTEN EN CONVOOIEN

    Zijne Majesteit verpacht met ingang van 1 januari 1702 voor de tijd van drie, zes of negen jaar alle inkomsten uit de domeinen, tollen, in- en uitgaande rechten en convooigelden. Het octrooi geeft een specificatie van alle domeinen, die onder de admodiatie zullen vallen. Voor wat het_Overkwartier betreft worden verpacht: de algemene domeinen van Gelderland, alsmede de bijzondere domeinen der ampten en voogdijen, de domeinen van Kriekenbeek, die van land en ampt van Kessel, de gereserveerde domeinen van Montfort en de Meurse pandschap (art. 1-48). Een deel van Zijne Majesteits inkomsten wordt buiten de abmodiatie gehouden, waaronder de inkomsten van de rechterlijke officieren van het_Overkwartier (art. 49). Een hoofdstuk is gewijd aan het beheer van de domeinen. In het bijzonder worden regelingen getroffen voor het bosbeheer (art. 50-87). Het tweede hoofdstuk is gewijd aan de in- en uitgaande rechten in het bijzonder (art. 87-112). Daarop volgen algemene bepalingen met betrekking tot de in- en uitgaande rechten en de overige algemene bepalingen (art. 113-153). De algemene bepalingen hebben overwegend dezelfde teneur als vervat in (? 1683-02-10), (? 1684-02-22) en (? 1686-12-13). De admodiateur-generaal krijgt voor de duur van de overeenkomst alle registers, titels en documenten terzake van de domeinen in bruikleen, alsmede alle tarieven, plakkaten, lijsten, ordonnanties, reglementen en dergelijke bescheiden terzake van in- en uitgaande rechten, voor zover zij berusten in de Raad van Financiën, rekenkamers en elders, mits hij deze in dezelfde staat zal weergeven aan het einde van de contractduur (art.144).
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN HET VOLDOEN VAN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN

    (? 1701-10-06) ten vervolge, beveelt Philips V, dat alle financiële verplichtingen, ongeacht of zij verschuldigd zijn aan de overheid of particulieren, voldaan moeten worden volgens het bij die gelegenheid ingestelde tarief. Dit geldt niet voor wisselbrieven, die dateren van vóór 1 juli 1701, en voor de aflossing van hoofdsommen van leningen, die vóór die datum zijn opgenomen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN HET HAMSTEREN VAN VEEVOER

    De verordening behelst een speculatieverbod. Men mag slechts voor een jaar eigen gebruik aan veevoer in voorraad hebben op straffe van confiscatie.
  • ORDONNANTIE (MILITAIR) TERZAKE VAN DE VERHOUDING TUSSEN DE SPAANSE EN FRANSE MILITAIREN

    De militairen van Zijne Majesteit zijn onvoorwaardelijk gehoorzaamheid verschuldigd aan de bevelen van Franse officieren. Zij moeten die bevelen gehoorzamen, als waren ze afkomstig van hun eigen officieren, op straffe des doods.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE UITVOER VAN GELD EN EDELMETAAL

    Teneinde het verbod van de uitvoer van geld en edelmetaal te ondersteunen (? 1698-01-03), publiceren kanselier en raden enige bepalingen, gelicht uit het plakkaat van 20 februari 1652 (PB 3.563). Krachtens deze bepalingen is de uitvoer van geld zonder nadrukkelijke permissie strafbaar met confiscatie en arbitrale correctie. Het is reizigers echter toegestaan om voldoende geld mee te nemen, om gedurende hun reis overeenkomstig hun stand te leven. Een tweede uitzondering geldt de kleine kooplieden: buitenlanders die produkten in het_Overkwartier hebben verkocht, mogen de baten van hun transacties tot een bepaald maximum uitvoeren; inheemse kooplieden mogen voor het aankopen van diverse handelswaren eveneens enig kapitaal uitvoeren.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE ADMINISTRATIE DER JUSTITIE DOOR HET HOF VAN GELRE

    De Geheime Raad beveelt de strikte observantie van (? 1679-07-13), (?1683-09-30) en de resolutie van 26 mei 1698 (P 3, fol. 364-366). In de ordonnantie worden enige aanvullende instructies gegeven ten aanzien van de taken van de rolcommissarissen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN VROEGTIJDIG HOOIEN

    Het Hof van Gelre vaardigt met het oogmerk om de wintervoorraad aan veevoer optimaal te doen wezen, een verbod uit om vóór Sint Jansmis (24 juni) te maaien of te hooien. Overtreding van het verbod wordt gestraft met een boete van acht goudgulden.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE INVOER VAN BRANDEWIJNEN EN GRANEN

    Omdat sedert de herafkondiging van (? 1692-11-20) gedistilleerd onverdroten uit het buitenland is ingevoerd, en de verordening daardoor zijn remmend effect op de graanprijzen verliest, wordt ook de invoer van gedistilleerd thans verboden. Eventuele voorraden moeten binnen twee maanden zijn uitgevoerd op straffe van confiscatie. De rechterlijke officieren mogen onder geen voorwaarde de verbeurde drank zelf binnenlands verkopen, op straffe van hernieuwde confiscatie en een boete.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MILITAIRE DISCIPLINE

    Deserteurs uit de legers van Zijne Majesteit of de Franse koning moeten door de bevolking worden aangehouden. Voor elke deserteur die naar zijn garnizoen wordt teruggeleid, dient de thesaurier van het regiment een beloning van tien patakons uit te keren.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE MUNTKOERSEN

    De tariefering van gouden en zilveren munten wordt in overeenstemming gebracht met de franse wisselkoersen. De nieuwe tariefstelling is niet van invloed op betalingen van wisselbrieven, cijnzen, huren, schulden, beden, imposten en accijnzen. Een <i>"Nieuwe Evaluatie der goude en zilveren speciën" </i> completeert de verordening.
  • ORDONNANTIE TER BEVORDERING VAN DE TEXTIELNIJVERHEID

    De stedelijke overheden worden uitgenodigd om door middel van het toekennen van privileges en belastingvrijdom een gunstig ondernemersklimaat te scheppen om buitenlandse textielfabrikanten aan te lokken. Zij dienen bereid te zijn om een lakenhal in te richten en de ondernemers kapitaal te verschaffen om grondstoffen aan te kopen en voorlopig de afname van de produkten te garanderen. Ten behoeve van de lakenhal dient men "bewindhebbers van de halle" en "schatmeesters" (keurmeesters) aan te stellen, om door middel van kwaliteitscontrole de reputatie van het binnenlandse produkt te verbeteren. In afwijking van (? 1699-04-01_1) en het decreet van 8 april 1699 (ibidem,toelichting) mogen buitenlandse manufacturen weer worden ingevoerd, mits betaling van rechten. Een loden zegel dient daarbij als bewijs van betaling. Indien een handelaar buitenlandse produkten via de lakenhal betrekt, is hij verplicht naar evenredigheid van het binnenlandse produkt af te nemen.
  • ORDONNANTIE VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE TRANSITO-HANDEL

    De landvoogd stelt een algemene heffing van twee- en-een-half procent vast voor alle transito-goederen. Voor verschillende handelsroutes worden vaste kantoren ter in- en uitklaring aangewezen. Voor goederen bestemd voor het Duitse Rijk en Italië wordt Roermond als zodanig aangewezen.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN HET MALEN VAN GRAAN

    Bij wijze van represaille voor de Gulikse verordening van 1 maart 1700, die een verbod inhoudt om Guliks graan in het_Overkwartier te laten malen zonder licentbrief, wordt het de bevolking verboden om veldvruchten op Guliks territoir ter molen te brengen, op straffe van verbeurte van het gewas en de gebezigde transportmiddelen.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE HANDEL IN GRAAN

    Zijne Majesteit verklaart, dat men graan wederom vrijelijk mag verhandelen op de publieke markten. Men mag het graan daartoe transporteren van de ene provincie van de Zuidelijke Nederlanden naar de andere. Alle beletselen en bevelen ter contrarie worden opgeheven.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE TEXTIELNIJVERHEID

    (? 1699-04-01_1) bevat de bepaling, dat de binnenlandse heffingen op de eigen industriële produkten zouden komen te vervallen. Het is de bedoeling dat deze bepaling niet louter op wol, maar op alle textiel wordt toegepast.
  • ORDONNANTIE VAN DE RAAD VAN FINANCIËN TERZAKE VAN DE OPRICHTING VAN ZOUTPANNEN

    De landvoogd permitteert eenieder zoutpannen op te richten binnen de ommuurde steden, zonder daarvoor enig octrooi van node te hebben. De jaarlijks te betalen erkentelijkheden voor bestaande zoutpannen worden afgeschaft. Er zal integendeel voortaan zelfs een premie worden uitbetaald aan ondernemers, die zoutpannen exploiteren. De invoerrechten op buitenlands zout worden verhoogd.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE UITVOER VAN WOL EN ONGESCHOREN SCHAPEN

    De verordening behelst een verbod van de uitvoer van grondstoffen die nodig zijn voor de binnenlandse wolnijverheid. Een uitzondering wordt gemaakt voor geverfde garens bestemd voor de buitenlandse tapijtindustrie. Overtreding van het uitvoerverbod wordt gestraft met een boete van driehonderd Artesische ponden en verbeurte van wol en transportmiddelen. In geval van insolventie wordt de boete omgezet in geselstraf en verbanning. Om het toezicht op de uitvoer te vereenvoudigen wordt het transport gebonden aan een stelsel van "acquitten à caution". Na aankomst van de wol in de plaats van bestemming moet een ontvangstbewijs worden gezonden naar de plaats van herkomst, alvorens de borgsom wordt geretourneerd. Voor professionele wolverkopers gelden andere regels. Thuiswerkers op het platteland die wol spinnen en verwerken tot kousen moeten hun grondstof onder borgstelling betrekken uit de stad. Het is verboden wol te verhandelen buiten de publieke markten. Opkopers moeten daarbij de naam van hun opdrachtgever laten registreren. Herbergiers worden vermaand niet te gedogen, dat wol in hun etablissement wordt verhandeld. De wol dient bij voorkeur aan lokale fabrikanten te worden verkocht. Tussen mei en october moet een toeslag worden betaald voor de uitvoer van ongeschoren schapen. Verder behelst de verordening bepalingen omtrent de vervolging en berechting van de overtreders. De verjaringstermijn wordt gesteld op één jaar.
  • PLAKKAAT EN EEUWIG EDICT TERZAKE VAN DE INVOER VAN MANUFACTUREN VAN WOL

    Zijne Majesteit verbiedt de invoer van buitenlands laken en van lakense produkten, alsmede van bedrukte en onbedrukte stoffen van zijde en katoen uit Indië, hoeden en wat dies meer zij, op straffe van verbeurte der onderhavige goederen, transportmiddelen en een forse boete. Er worden overgangsmaatregelen getroffen voor goederen, die op het moment van afkondiging al van overzee onderweg zijn en voor de verkoop van nog aanwezige voorraden. Prijsopdrijving wordt niet getolereerd. Gecommitteerden uit de gilden worden belast met het registreren en merken van de aanwezige voorraden. De burgerlijke overheid dient ze bij de uitvoering van hun taak te ondersteunen. Om de binnenlandse produktie in de toekomst van de uitheemse te kunnen onderscheiden, dienen geweven stoffen op het getouw te worden gemerkt door genoemde gecommitteerden. Zware straffen worden gesteld op het verwijderen of vervalsen van de zegels. In de stof van elke rol dienen de letters van de wever en het nummer van de rol te worden ingeweven. Wanneer een rol via de lakenhal wordt uitgegeven aan een "uitsnijder" (kleermaker), dan moet op de lakenhal een staal van de stof worden achtergelaten. Als de rol versneden is, moet het restant van de stof met de letters van de wever, het volgnummer van de rol en het zegel worden ingeleverd, alvorens een nieuwe rol in ontvangst kan worden genomen. Bij tussentijdse controle moet deze lap stof altijd getoond kunnen worden. Het is ingevolge het plakkaat van 14 maart 1664 (PB 4.359) niet geoorloofd om wollen stoffen buitenlands te brengen om ze te laten verven. De verkoop van buitenlandse produkten wordt voor de duur van twee jaar verboden, na afloop van die termijn moeten zij over de grens worden verkocht. Het houden van lakenmarkten buiten de ommuurde steden wordt verboden. Er worden speciale maatregelen getroffen voor de opsporing, vervolging en berechting der overtreders, waarbij de gecommitteerden en de dekens der gilden speciale bevoegdheden krijgen. Lokale overheden, die het wenselijk achten nadere verordeningen te concipiëren om de binnenlandse wolnijverheid te stimuleren, worden uitgenodigd om hun ontwerpen voor te leggen aan de koning. De officieren ten plattelande en die van de kantoren van in- en uitgaande rechten dienen de advocaat-generaal middels driemaandelijkse rapporten omtrent de naleving van de verordening te berichten.Om de afzet van binnenlandse produkten te bevorderen, wordt de maximale rek per lengtemaat genormeerd. Eventuele stedelijke heffingen op textiel dienen te worden opgeheven. Indien deze imposten met renten zijn belast, mogen de stedelijke overheden suggesties doen voor vervangend inkomen. Een verordening ter stimulering van de binnenlandse produktie en de eigen uitvoer wordt in het vooruitzicht gesteld (?1699-04-01_2)
  • ORDONNANTIE AANGAANDE HET BROUWEN VAN BIER

    Ten verzoeke van de Staten van het_Overkwartier wordt het brouwen van bier van zes gulden Brabants het vat voorlopig weer toegelaten. (? 1698-11-15) wordt in dit opzicht gewijzigd.
  • PLAKKAAT TER REGULERING VAN DE GRAANHANDEL

    De uitvoer van graan wordt verboden. Hoewel kooplieden ongelimiteerd graan voor handelsdoeleinden mogen invoeren, mogen zij op de binnenlandse markt alleen voor eigen gebruik aankopen doen. Het vasthouden van graanvoorraden met het oogmerk de schaarste te vergroten en de prijs op te drijven is niet geoorloofd. De overheid zal regelmatig de pakhuizen controleren en de handelaren dwingen hun graan op de markt te brengen. Ter stimulering van de import wordt toegestaan, dat graan rechtstreeks van de schepen, waarmee het is ingevoerd, verkocht mag worden in weerwil van het bepaalde ter contrarie in octrooien, privileges en ordonnantiën. Overtredingen van het uitvoerverbod worden met forse boeten gestraft.
  • PLAKKAAT TERZAKE VAN DE VERKOOP VAN AMBTEN

    Het is eenieder, die ambtshalve tot de begeving van enig ambt bevoegd is, verboden een ambt te verkopen of te verpanden, dan wel enige "erkentelijkheid" (recognitie) voor de begeving ervan te aanvaarden. Ambten die tegen betaling verworven zijn, worden geacht vacant te zijn, evenals het ambt van degene die dat ambt tegen betaling heeft vergeven. In elke commissiebrief of patent dient een zuiveringseed (eed van niet te hebben gegeven) te worden opgenomen. In elk ressort zal door de griffier van 's konings raad ter plaatse register worden gehouden van substitutie, resignatie of verkoop van ambten. Stadhouders der provincies en andere hoge "officieren" (ambtenaren) mogen naast hun gage geen betalingen in geld of natura vragen van de bevolking bij wijze van emolument.
  • ORDONNANTIE TERZAKE VAN DE VERKOOP VAN AMBTEN EN TERZAKE VAN DE JACHT EN VISSERIJ

    Ter voldoening aan het decreet van de Geheime Raad van 26 mei 1698(P 3, fol. 364), gelast het Hof van Gelre de herafkondiging van het plakkaat van 2 mei 1626 terzake van de verkoop van ambten (? 1698-07-31_2). Alle officieren, bestuurders van steden en heerlijkheden moeten binnen zes weken bij de momber aangifte doen van de betalingen die in de voorafgaande twintig jaar in weerwil van deze verordening zijn gedaan. Eenieder wordt voorts vermaand (? 1680-12-20) strikt na te leven en speciaal het artikel met betrekking tot de hoogte van de adellijke vrijheid. (? 1683-10-05) terzake van jacht en visserij moet eveneens opnieuw worden gepubliceerd. Ter aanvulling wordt bepaald, dat niemand in de volgende twee jaar met vuurwapens zal mogen jagen.
  • ORDONNANTIE TER BESTRIJDING VAN OVERLAST DOOR VAGEBONDEN

    Rechterlijke officieren dienen overdag en 's nachts de wegen te laten bewaken en alle vagebonden te doen aanhouden. Zij mogen eenmaal gearresteerde personen niet loslaten zonder gerechtelijke beschikking; ook niet, indien zij worden gereclameerd door de militaire justitie. Geen militair zal zich bij zijn aanhouding kunnen beroepen op speciale voorrechten. Om de aanhouding van vagebonden mogelijk te maken, is de officier verplicht met klokgelui en trommelslag de bevolking in de wijde omgeving te alarmeren. Op een dergelijk signaal dienen de wegen te worden afgezet: veerschippers mogen dan gedurende een etmaal geen vreemdelingen overzetten zonder speciale toestemming van de korporaal van de wacht. Desgewenst kunnen vagebonden gewapenderhand worden aangetast. Bij verzet mogen zij worden gedood. Zij kunnen over de grenzen van verschillende jurisdicties heen worden achtervolgd. Elke arrestatie wordt beloond door de ontvanger in het ressort van aanhouding. Militairen mogen hun garnizoen niet zonder paspoort verlaten. Het paspoort moet het doel van de reis, de route, de tijdsduur en het aantal personen specificeren en zijn voorzien van het zegel van de commanderende officier. De houder is verplicht zijn paspoort desgevraagd onderweg te tonen. Het paspoort verliest zijn waarde, indien aan een dergelijke sommatie geen gevolg wordt gegeven, indien de militair voorzien is van vuurwapens, hij zich van de grote weg begeeft, of zich aansluit bij andere militairen. In dergelijke gevallen moet hij als vagebond worden behandeld. Herbergiers, waarden en gaarkeukenhouders mogen onder geen beding zwervers huisvesten. Zij moeten regelmatig lijsten van gasten indienen bij de officier ter plaatse. Alle herbergen die buiten de grote wegen gelegen zijn, dienen te worden gesloten. Een officier die hierin nalatig is, riskeert een boete van driehonderd guldens. De raad-fiscaal wordt vermaand goed toezicht te houden op de verrichtingen der officieren. Voor het overige blijven de plakkaten met betrekking tot vagebonden onverkort. De verordening moet ook in de "guarnisoenen der volckeren van oorloge" worden gepubliceerd.